Toen eens de eieren op waren bij Maartje thuis, en we per se cakejes wilden bakken als traktatie voor haar verjaardag, besloot ze het nieuwste ei uit de broedmachine in de schuur te pakken. Al snel kwamen we erachter dat het ei onbruikbaar was in cakedeeg, maar toch pelde ze de schil van het onvolgroeide kuikentje af. Ze spoelde het schoon onder de kraan, hield het in haar handpalm alsof ze het wilde beschermen, zonder te beseffen dat ze het tegenovergestelde deed.
*
Ik wil het niet hebben over de koeien. Ik wil het niet hebben over hoe we een jaar lang wachten op de knopjes van narcissen om binnen een week het hele dorp leeg te plukken. Ik wil het niet hebben over de enige Engelse les die we kregen, niet over de basisschooldirecteur die Dick heette, niet over het eerste kind dat iedereens naam opzocht in het woordenboek en niet over hoe daarna werd besloten om ons maar geen Engels meer te geven. Ik wil het niet hebben over de shetlander in het geitenverblijf op de kinderboerderij. Ik wil het niet hebben over de overvolle glasbak. Ik wil het niet hebben over het gemak waarmee de fietsen van verhuisde kinderen doorverkocht werden. Ik wil het niet hebben over het aantal verkeersexamenstickers op mijn spatbord. Ik wil het niet hebben over onze eerste communie. Ik wil het niet hebben over Herman, de vriendschapscake. Ik wil het niet hebben over de eerste kettingbrief die ik niet doorstuurde. Ik wil het niet hebben over hoe we allemaal wel een keer hebben geprobeerd om onze moedervlekken weg te snijden met een zakmes, om onszelf ergens van te verlossen. Ik wil het hebben over de drie koolmezen, die in periodes van voedselschaarste doelbewust zochten naar vleermuizen die een winterslaap hielden in een grot (in totaal waren onderzoekers getuige van achttien gevallen waarbij een vleermuis werd gedood en opgegeten door de koolmezen, ook werden er vleermuislijkjes gevonden met sporen van vogelsnavels). Ik wil het niet over de vleermuizen hebben. Ik wil het niet hebben over de onderzoekers, niet over de logica, niet over de wiskunde (je evenwicht proberen te bewaren is geen vorm van kansberekening). Ik wil het hebben over de eerste keer dat we in de sneeuw zo lang en stil wachtten voor een hol tot we vertrouwd werden als deel van de omgeving en we de haas met een stok neersloegen zodra hij uit zijn hol kroop en we hem na zagen schokken. Ik wil het hebben over hoe we hem daar dampend achterlieten. Ik wil het hebben over de eikapsels van haaien, iets dat je nu nog ineen kan knijpen, iets waarvan je weet dat het uit zal groeien tot iets gevaarlijks, tot iets waar we bang voor zullen zijn. Ik wil het hebben over hoe we het toch lieten groeien.
*
we vragen Joris of we het eens mogen proberen
en hij weet:
voor hem staan twee meisjes
die weten hoe groot het gat
voor een dood konijn moet zijn,
die op Omegle voor het eerst
een naakte man zagen en zo verbaasd waren
dat ze er niet aan dachten
om verder te klikken,
en die exact weten hoe
je van kaarsvet
een uitgestorven diersoort moet kleien
*
in vriendenboekjes wissel ik mijn antwoorden af
op de vraag wat mijn lievelingsdier is:
gordeldier
doornschildpad
zeemuis
aardvarken
schubdier
schuimnestboomkikker
vogelbekdier
we doen ons voor als bedreigde diersoorten:
wees voorzichtig met ons, wij zijn het zelf
in ieder geval niet
ik maak me klein, kin op de borst
en rol als een armadillo schoolpleinzand mijn haren in
Maartje, met een bal geklemd
tussen haar hoofd en haar linkerschouder
haalt me in op handen en voeten
zegt dat ze een kalf met twee koppen is
thuis hang ik voorover met mijn hoofd in de badkuip
mijn moeder wast mijn vetgeworden pony
borstelt het zand en knoopt mij vlechten in
tot ik niets anders kan dan toegeven
dat ik nog een meisje ben
*
Deze gedichten komen uit het afstudeerwerk van Elianne van Elderen. In juni 2021 studeert ze af aan de opleiding Creative Writing aan ArtEZ met de bundel Geef geen namen aan koeien die je van plan bent te slachten die gaat over opgroeien als buitenstaander in een dorp, een vluchtmisdrijf op een veulen, over drie vrienden en iemand die probeert om onvoorzichtig te worden. Het werk bestaat uit gedichten, fragmenten, korte verhalen, catalogi, routebeschrijvingen en lijstjes. De bundel is te bestellen via elianne.vanelderen@icloud.com.
Elianne van Elderen (zij/haar, 1997) schrijft gedichten en korte verhalen over kinderen die hun cavia’s vermoorden en fietstochtjes langs de vleesverwerkingsfabriek in haar Brabantse geboortedorp. Ze staat regelmatig op (literaire) podia en won de tweede prijs bij Write Now! 2020 en de derde prijs bij De (Turing) Gedichtenwedstrijd 2020.
Andrea Koll is kunstenaar, schrijver en docent in Amsterdam. Ze beschouwt haar eigen werk vaak als een visueel onderzoek waarbij ze houtskool, collage en taal gebruikt. Daarmee onderzoekt ze verschillende thema's. Op dit moment is ze gefascineerd door liminaliteit, vooral wat het betekent je in een fysieke en mentale tussenruimte te bevinden.