Als ik op het internet dingen zie verschijnen over sterrenbeelden, scrol ik direct naar ‘leo’ om te zien wat er bij mijn sterrenbeeld staat. Ik ben een leeuw, dus dat lijkt me vanzelfsprekend. Ik wil binnenkort een set tarotkaarten kopen. Ik zag hele stijlvolle kaarten, heel minimalistisch, ook op het internet, en ik denk dat ik ze gewoon ga kopen. Een goede vriendin kocht laatst tarotkaarten, die we interpreteerden op een feestje. We hadden geen handleiding en zogen alles uit onze duim, maar het was plezier! Ook nam ik laatst met twee vriendinnen afscheid van het afgelopen decennium door op een papiertje te schrijven wat we wilden achterlaten in de jaren tien. Dat papiertje verbrandden we ritueel (wat ons alle drie triomfantelijk stemde) en daarmee was het gedaan.
Ik vertel je dit om een gesprek te starten over een bepaald slag cynisme. Je kent het wel: mensen die dingen zeggen als ‘je weet dat horoscopen willekeurig zijn, toch? Dat het niets zegt over je persoonlijkheid?’ Mijn gezicht vervormt zich dan in een expressie die ‘yikes’ uitdrukt. Ik hoor vaker dat dingen vooral niet te zweverig moeten zijn. Yoga is oké, zolang er niet te veel meditatie, te veel geklets over spiritualiteit en verbondenheid mee gemoeid is. Pas op voor het zweven!
Lang, lang geleden vond ik het van groot belang om met ‘beide benen op de grond te staan’. Met chirurgische precisie zorgde ik ervoor dat geen greintje frivoliteit zich in mijn hoofd nestelde. Het moest allemaal ‘echt’ zijn, ‘waar’ zijn, het liefst ook wetenschappelijk onderbouwd. Die krampachtigheid heb ik inmiddels uit mijn vingers laten glijden. Zo blijkt de wetenschap ook gewoon een menselijke manier te zijn om de wereld te vatten. En hoewel ik grote respect heb ik voor hetgeen dat te onderzoeken valt, realiseer ik me ook dat voldoende dingen onmogelijk te meten zijn. Ik sta nog steeds met beide benen op de grond, maar ondertussen luister ik aandachtig als iemand me een verhaal over geesten vertelt. Waarom zou ik roepen dat ze niet bestaan? Wie ben ik om daarover te oordelen? Ik heb er nooit een gezien, maar dat betekent niet dat ze niet bestaan. Dat, en het lijkt mij nogal onbeschaafd om iemand de les te lezen over hetgeen dat überhaupt niet zeker is.
Een overvloed aan bezigheden zou je zweverig kunnen noemen als je dat wilde: het lezen en interpreteren van poëzie, het kijken naar fotografie in een museum, het maken van kunst, het opschrijven van verhaaltjes, het praten over de vibes van mensen op een feestje, liefde, vriendschap. Dit zijn de dingen die het leven betekenis geven. Je stopt je huis toch niet alleen vol met het praktische en broodnodige? Mijn ideaalbeeld van een huis ziet er geleefd uit, is gevuld met herinneringen, met kunst, met stapels en stapels boeken, met muziek en met dingen die scheef staan. Ik wil dat je haast kunt voelen dat er met liefde en inspiratie geleefd wordt. Ik babbel dolgraag over politiek, ik lees de krant, ik heb goedgeïnformeerde meningen over een hele hoop onderwerpen, ik weet heus hoe dingen werken. Ik wil gewoon geen saai huis.
Je bent een heel klein wezentje op een klein planeetje dat draait om haar eigen as. Heel langzaam draaien we (al draaiend) om een vuurbal. We proberen de geheimen van het leven te ontfutselen, we willen dat iemand ons ziet en ons liefheeft. We hebben alleen elkaar. Niemand heeft ‘de’ grote waarheid in pacht.
Dus ja, ik weet dat mijn persoonlijkheid niet echt iets te maken heeft met mijn sterrenbeeld. Maar het cynisme is uit. Vertel me dus gewoon wat jouw sterrenbeeld is, dan kunnen we samen kijken naar een internet-post getiteld ‘The zodiac signs as John Mulaney quotes.'
Beeld: Richard Hewitt