Je zou zeggen dat het abortusrecht in Nederland vanzelfsprekend is, maar is dat eigenlijk wel zo? Een abortus is wettelijk gezien namelijk nog steeds strafbaar. Jihane Chaara neemt je mee in de politieke geschiedenis van het verworven abortusrecht in Nederland, die gepaard gaat met weerstand tegen dit recht op zelfbeschikking, maar ook met veel feministisch verzet en solidariteit.
Als ik terugdenk aan mijn feministische ontwaking kan ik alleen maar trots zijn: ik was een jaar of achttien, fris op de universiteit, nieuwsgierig naar de wereld om me heen. Ik had het een ander meegemaakt dat me ongemak opleverde, maar had daar tot dan toe geen woorden voor. Het begon online, dat weet ik nog goed. Ik stuitte op bijvoorbeeld Autostraddle, een digitale publicatie voor LHBTQIA+ mensen, met name gericht op lesbische vrouwen en queer personen. Ik las woorden die ik voorheen nog niet kende, iets over het patriarchaat, over genderidentiteit en geaardheid, over privileges. Ik begon te lezen: websites die ik vond als ik deze woorden opzocht op Google, essays, boeken. Stilletjes en al lezend ontstonden de bouwstenen van mijn blik: zó kan ik de wereld duiden.
Hier in Nederland is het abortusrecht immers vanzelfsprekend, toch?
In dit proces leerde ik over de verworven vrouwenrechten in Nederland. Het abortusrecht is daar eentje van. Dat voelde als een vanzelfsprekendheid: in Nederland staat dit recht niet meer ter discussie, omdat wij, op z’n minst, begrijpen dat abortusrecht een mensenrecht is. Hier in Nederland begrijpen we dat zelfbeschikking een integraal deel is van een waardig bestaan. Ik zie Jon Stewart op mijn laptopscherm pleiten voor wat wij hier al hebben, maar dáár ter discussie staat. Hier in Nederland is het abortusrecht immers vanzelfsprekend, toch?
Dit lijkt de laatste jaren meer wankel dan ik voorheen dacht. En juist daarom is het belangrijk de Nederlandse geschiedenis in te duiken. Hoe zit dat met ons recht op abortus dat sinds de wet uit 1984 bestaat?
Vóór bovengenoemde wet uit 1984 was abortus een gedoogpraktijk. In 1971 opende de eerste abortuskliniek in Nederland: het Mildred Huis in Arnhem. Kort daarna openden meer abortusklinieken in Nederland hun deuren, waaronder de Bloemenhovekliniek in Heemstede. De behoefte aan een eerlijke en toepasbare wet over abortus groeide. Het gedoogbeleid schoot immers tekort voor een praktijk die steeds gebruikelijker werd. Maar dat verliep niet gemakkelijk. Dries van Agt, destijds minister van Justitie, was erop tegen dat de Bloemenhovekliniek zwangerschappen tot en met het tweede trimester afbrak. Hij wilde de directeur van de kliniek vervolgen en apparatuur in beslag nemen, hetgeen een sluiting van de kliniek zou betekenen. Dit gebeurde overigens allemaal in tegenspraak met de afspraken die gemaakt waren binnen het kabinet om geen actie te ondernemen tegen de abortuskliniek totdat er wetgeving kwam om het gedoogbeleid te vervangen. Dankzij progressieve kabinetsleden is uiteindelijk toch besloten dat de sluiting niet zou plaatsvinden, want het moest eerst voorgelegd worden aan een onafhankelijke rechter. Crisis ontweken.
In de Verenigde Staten ontstond in 1973 beweging op dit vlak: Texaanse Norma McCorvey, onder alias Jane Roe, werd een derde keer zwanger maar wilde geen derde kind. Wat ze wilde was een abortus, maar in Texas was abortus slechts mogelijk in levensbedreigende situaties. Zij won de rechtszaak tegen de openbaar aanklager van Dallas County in Texas, Henry Wade. Het verbod op abortus werd door het Hooggerechtshof ongrondwettelijk verklaard, waardoor rechters in de Verenigde Staten vanaf dat moment konden terugvallen op dit besluit.
De kliniek belde onmiddellijk meerdere vrouwenorganisaties die in grote getalen afreisden naar Heemstede om de kliniek bezet te houden, waardoor behandelingen konden doorgaan en de kliniek niet gesloten kon worden. Een daad van solidariteit en activisme pur sang.
Terug in Nederland, in 1976, kwam een Duitse patiënt bij de Bloemenhovekliniek. Deze patiënt was onder de veronderstelling dat ze zwanger was van één foetus en niet van een tweeling. De arts van de Bloemenhovekliniek die de abortus pleegde heeft dit ook over het hoofd gezien (de apparatuur in die tijd was niet wat het nu is) en heeft dus slechts één foetus geaborteerd. Kort daarna kreeg deze patiënte een miskraam van de tweede foetus. Omdat zij niet wist dat het om een tweeling ging, dacht zij dat de abortus in de eerste instantie mislukt was en zij daardoor nog een miskraam moest ervaren. Zij stapte naar de politie om een klacht in te dienen tegen de Bloemenhovekliniek. Dries van Agt greep direct zijn kans om nog een poging te doen de kliniek te sluiten, maar vermoedelijk is de kliniek hiervoor gewaarschuwd door PvdA minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Irene Vorrink. De kliniek belde onmiddellijk meerdere vrouwenorganisaties die in grote getalen afreisden naar Heemstede om de kliniek bezet te houden, waardoor behandelingen konden doorgaan en de kliniek niet gesloten kon worden. Een daad van solidariteit en activisme pur sang.
Bij de eerstvolgende verkiezing in 1977 wilde de PvdA alleen maar een samenwerking met het CDA aangaan als Van Agt een andere rol zou krijgen binnen het kabinet, waarmee hij zijn functie als Minister van Justitie los zou laten. Het CDA ging niet akkoord, de formatie is mislukt, en uiteindelijk is het CDA gaan regeren met de VVD: het eerste van Agt kabinet in 1977. Je leest het goed: Dries van Agt werd minister-president. In 1981 ontstond kabinet van Agt II, een samenwerking tussen het CDA, de PvdA en D66. Als onderdeel van de coalitieonderhandelingen dwingt het PvdA een wetvoorstel voor abortus af. In 1982 valt dit kabinet weer, maar blijft het wetsvoorstel op de agenda staan. En op 18 december 1984 wordt de Wet Afbreking Zwangerschap dan eindelijk aangenomen door de Eerste Kamer. De voorwaarde was echter wel dat abortus in het Wetboek van Strafrecht opgenomen bleef.
Formeel gezien kun je dus, nog steeds, strafbaar gesteld worden voor het uitvoeren van abortus in Nederland. Je kan een jaar of vier gevangenisstraf krijgen voor het uivoeren van een abortus. In de Wet Afbreking Zwangerschap staat aan welke voorwaarden een arts moet voldoen om niet strafbaar gesteld te worden voor het uitvoeren van een abortus. Dit staat recht tegenover de richtlijnen uit 2022 van de World Health Organization, waarin ze adviseren dat men een vroegtijdige abortus zelf zou kunnen uitvoeren met behulp van een abortuspil die zonder bijkomstigheid van een arts gekocht kan worden. Een soort morning-after pill, maar dan om een vroege zwangerschap af te breken. In Nederland zou dat wettelijk gezien dus strafbaar zijn, want het is nu verplicht dat een arts de afweging maakt.
Toch blijft de politiek zich ermee bemoeien, in plaats van dat ze artsen hun werk laten doen en patiënten hun beslissingen over zichzelf laten nemen.
Waar staan we nu? Sinds januari 2023 is de verplichte bedenktijd afgeschaft. Een beweging de juiste kant op, waarbij men serieus wordt genomen: een wettelijke bedenktijd is niet nodig, want je denkt al goed na voordat je een belangrijk besluit neemt over je eigen lijf en leven. Toch blijft de politiek zich ermee bemoeien, in plaats van dat ze artsen hun werk laten doen en patiënten hun beslissingen over zichzelf laten nemen.
De geschiedenis van abortus is een roerige en niets ging vanzelf. Zelfs nu kunnen we het abortusrecht nog geen recht noemen. Een recht hoort immers niet strafbaar te zijn. In plaats daarvan zou het abortusrecht, net zoals in bijvoorbeeld Frankrijk, in de grondwet opgenomen moeten worden. Het recht op abortus is het recht op zelfbeschikking. Of je er wel of geen gebruik van wilt of kunt maken: eenieder verdient eigenaarschap over diens eigen lichaam.

Jihane Chaara (zij/haar, 1991) is een idealist met een voorliefde voor doortastende en zachtaardige mensen/woorden.

Saïda Ragas is illustrator en stripper. Haar werk is gebaseerd op haar idealistische, seks-positieve en feministische ideeën. Middels speels en kleurrijk beeld deelt ze persoonlijke ervaringen, maatschappelijke voetnoten en droombeelden.