Voetbal is een enorm dominant deel van onze samenleving; de KNVB heeft een miljoen leden en wekelijks kijken drie miljoen mensen Studio Sport. Het is logisch dat er een constante wisselwerking tussen het prof- en amateurvoetbal, maar ook tussen de Koning Voetbal en de maatschappij in het algemeen bestaat. Wat kunnen we over onszelf leren van AZ-FC Twente?
Na een verloren voetbalwedstrijd met mijn vriendenteam in de zesde reserveklasse KNVB schopte ik uit frustratie tegen een (gesloten) deur. Het deed direct heel veel pijn en na onderzoek van een van de dokters uit ons elftal was de conclusie: grote teen gebroken, vier tot zes weken uitgeschakeld. Mijn ploeggenoten schudden hun hoofden en verwezen direct lachend naar Sergio Romero, de keeper van AZ die in 2009 na een door zijn fout verloren duel tegen de kleedkamermuur stompte, waarbij hij zijn hand brak. Niet voor het eerst werd ik de dupe van mijn eigen belachelijke fanatisme. Maar waarom gebruikte ik daarvoor zo’n theatraal gebaar?
Elke vorm van beschaving ging overboord
Ja, voetbal is oorlog. Eind februari speelde landskampioen FC Twente in de Eredivisie tegen AZ. Het werd een heftige wedstrijd, vooral na de rode kaart van Twente-verdediger Douglas wegens het slaan van een tegenstander. Toen scheidsrechter Bossen hem de kaart toonde, wilde Douglas de leidsman aanvliegen. De Braziliaan werd tegengehouden door zijn medespelers, maar kon Bossen nog een halve kopstoot geven. Nadat AZ in blessuretijd de winnende goal maakte, bestormde de Twente-bank de scheidsrechter. Na afloop was iedereen, ook bij AZ, ziedend op Bossen.
Er waren lyrische commentaren. Kees Jansma (perschef van het Nederlands Elftal en baas van zender Sport1) schreef in een column op Nusport: “Bij AZ - FC Twente ging elke vorm van beschaving overboord; ik zat erbij te juichen.” Ook Vrij Nederland sprak van een hoogtepunt voor ‘de passie in de sport’. Huh? Natuurlijk is het opzoeken en soms oversteken van een grens een belangrijk deel van sport, waarbij het gaat om mentale en fysieke extremen. Dit maakt het ook zo fantastisch om naar te kijken. Maar sinds wanneer staat een kopstoot gelijk aan het tonen van passie? Deze media lijken te vergeten wat voor enorme invloed voetbal op onze samenleving heeft.
Van elitesport naar Koning Voetbal
“Voetbal is de belangrijkste bijzaak van het leven,” zei Jansma ooit. Maar toen de voetbalsport aan het begin van de twintigste eeuw overwaaide uit Engeland, was het vooral een elitebezigheid. Dat was niet zo gek: alleen mensen van goede komaf konden zich de tijd voor hobby’s veroorloven. Gedurende de jaren ’20 nam de welvaart echter toe en verbeterden arbeidsomstandigheden. In 1920 werd de achturige werkdag ingevoerd (de vrije zaterdag zou nog tot 1960 op zich laten wachten) en dankzij de nieuw ontstane vakbonden werden aanzienlijke loonsverhogingen bereikt. Zo kreeg een groot deel van Nederland meer tijd en geld tot zijn beschikking en werd het voetbal langzaam een echte volkssport. Het ledental van de NVB steeg explosief van 2400 in 1900 naar 98.000 in 1930.
------
------
Inmiddels zijn er een miljoen geregistreerde voetballers in Nederland. Wekelijks kijken drie miljoen mensen naar Studio Sport, bijna drie keer zoveel als het aantal kijkers voor de Kersttoespraak van Koningin Beatrix. Tom Egbers heeft veel meer invloed op het land dan ons eigen staatshoofd. Dit heeft een aantal gevolgen. Zo kopiëren amateurvoetballers het gedrag van hun helden, zoals mijn knullige blessure bewijst. Dit levert kolderieke taferelen op. Ik zie elke zondag spelers uit het twaalfde elftal van hun club op een knollenveld met scheve lijnen wegwerpgebaren á la Cristiano Ronaldo maken en om een gele kaart vragen, terwijl de dikke kleine man die voor scheidsrechter moet doorgaan niet eens een fluitje heeft. Het bewijst de enorme invloed van Koning Voetbal.
Maar er is niet alleen sprake van een wisselwerking tussen het amateur- en profvoetbal. Dit dominante deel van de samenleving beïnvloedt ook de rest van onze levens, zoals omgekeerd in het voetbal bepaalde maatschappelijke tendensen te zien zijn. Gelukkig storten nog niet veel mensen schreeuwend ter aarde als je op straat per ongeluk tegen ze opbotst en hoor je nog geen spreekkoren op de tribune van de Tweede Kamer. Toch is het voetbal in veel opzichten een spiegel voor onze dagelijkse realiteit.
Spiegel van de samenleving
Zo zie je de huidige (politieke) mentaliteit terug op het veld. Het vriendenteam waarin ik speel, kent in zekere zin een ouderwets rationeel wereldbeeld, dat naïef uitgaat van een logische rechtvaardigheid: er is een overtreding in het strafschopgebied, dus het is een penalty, ook als het in ons eigen strafschopgebied is. Ik voel me soms meer thuis bij onze meer individualistisch ingestelde tegenstanders, die lichte intimidatie, trucs of verdraaiingen in de strijd gooien en die altijd van het eigen gelijk of voordeel uitgaan. Dat dit ‘hypocriet’ of ‘onlogisch’ of zelfs ‘onwaar’ is, maakt hen niets uit. Voor het einddoel, het winnen van de eigen wedstrijd, is alles geoorloofd. Zo verliezen we dan ook vaak. Ik schop vervolgens mijn voet kapot.
Bij AZ-FC Twente zag je een andere maatschappelijke trend: het wegvallen van autoriteit. Dit komt voort uit de combinatie van de individualistische mentaliteit en de opkomst van het informatietijdperk. Vele maatschappelijke instituten verliezen hierdoor hun aanzien. Vroeger was de diagnose van een arts een onbetwijfelbare constatering, nu googlen patiënten hun symptomen en trekken hun eigen conclusie. In veel opzichten is dit onafhankelijke denken een goede ontwikkeling. Zo kunnen machthebbers zich niet meer puur op hun titel beroepen. Maar een al te groot wantrouwen ten opzichte van de gevestigde orde leidt tot agressie, zoals het grote aantal gevallen van mishandeling van hulpverleners bewijst.
Hé scheids!
Bij het profvoetbal zijn scheidsrechters de afgelopen jaren verworden tot permanente zondebok. Vorige week werd er zelfs een spoedberaad met een aantal kritische trainers gepland, nadat AZ-trainer Gertjan Verbeek over het scheidrechtersniveau had gezegd: "Soms heb ik het gevoel dat ik in Libië woon." De benadering wordt elk jaar weer wat agressiever. Het is inmiddels normaal om na een fluitsignaal als een idioot naar de scheidsrechter te rennen en vlak voor zijn neus te staan schreeuwen; zelfs lichte duwjes worden getolereerd. Communicatie tussen de arbiters en de spelers is belangrijk, maar de KNVB doet niets tegen dit soort excessen. Het lijkt inmiddels alsof de leidsman eerder een sukkel is die de sterren voor de voeten loopt, in plaats van de onzichtbare regisseur. Dit druppelt tevens door naar lagere niveaus: de KNVB krijgt elk weekend 20 tot 25 meldingen van excessief geweld bij het amateurvoetbal, meestal gericht tegen de arbitrale leiding.
De verstoorde verhouding tussen spelers, trainers en supporters enerzijds en scheidsrechters anderzijds is vergelijkbaar met het voorbeeld van de dokter en de patiënt. Ook hier wordt de vanzelfsprekende macht aangetast doordat de subjecten over eigen informatie beschikken. Tijdens live uitzendingen of samenvattingen geven de commentators achteroverleunend bij tientallen herhalingen hun mening over de leidsman. Na herhaling nummer drie zegt Theo Reitsema: “Absoluut een penalty. Hier gaat scheidsrechter Bossen ka-pi-taal in de fout.” Vervolgens wordt de scheids- of (in het geval van buitenspel) grensrechter suggestief in beeld genomen. De boodschap is duidelijk: dit is de dader, dankzij hem ging de goal niet door, op de brandstapel met die man! Na afloop moet Bossen voor de camera op gênante wijze het moment terugkijken. “Ja nu zie ik het. Ik zat fout.” De interviewer glimlacht genoegzaam; de kijker thuis vertrouwt Bossen nooit meer.
Maar scheidsrechters vechten een ongelijke strijd! De arts profiteert van het internet door zichzelf via medische blogs op de hoogte te stellen van de laatste medische ontwikkelingen. De Wereldvoetbalbond FIFA weigert echter al jaren om haar belangrijkste medewerkers te beschermen door het gebruik van elektronische hulpmiddelen te introduceren. Voor de kijker en de analist valt ondertussen bijna alles eerlijk te beoordelen: ja, dat was hands. Nee, dat was geen overtreding. De scheidsrechter speelt in een quiz waarbij hij alleen een encyclopedie mag gebruiken, terwijl het publiek alles op hun iPads opzoekt. Het ‘mea culpa’-moment van Studio Sport suggereert onterecht dat de arbiter in dezelfde positie als de kijker verkeerde. De FIFA voert nu campagne voor de introductie van extra officials op de achterlijn, met de ironische slogan “No we see more”. Misschien, maar jullie zien nog altijd minder dan wij.
Het voetbal is een enorm dominante factor in onze samenleving, die vaak onderschat wordt. We kunnen hier onze maatschappelijke trends in terugzien en daar van leren. Hoe kan autoriteit een plaats krijgen in de eenentwintigste eeuw? Wat doen we met de nietsontziende persoonlijke geldingsdrang die ieder mens plotseling lijkt te bezitten? Voetballers worden vaak gewezen op hun voorbeeldfunctie (zoals recent nog ‘Jodenjager’ Lex Immers) en dat is niet meer dan terecht. Het beste voorbeeld is FC Twente-voorzitter Joop Munsterman, die zich na AZ-Twente schaamde voor het gedrag van zijn spelers en trainer. Verdediger Douglas volgt inmiddels een anti-agressie-cursus. De sportmedia lijken echter weg te lopen voor deze verantwoordelijkheid en ontkennen zo hun enorme invloed. Natuurlijk, voetbal is strijd en er zullen altijd agressieve idioten zoals ik zijn. Maar het zou echt helpen als de NOS en prominenten zoals Kees Jansma ophielden met scheidsrechters in de hoek te zetten, en een kopstoot te verwarren met passie.
Dit artikel verscheen tevens in nrc.next.