Floris Solleveld schreef een episch dierengedicht over een leeuw die terecht moet staan.
Nee, zei de leeuw,
ik heb de leeuwerik
niet opgegeten. Kijk,
daar vliegt hij nog!
Je liegt,
zei de zebra.
Je doet maar alsof je van niets weet.
Je hebt het karkas van de gazelle
gegapt van de hyena’s
en die leeuwerik daar
heb je verweesd, verweduwnaard
en kinderloos gemaakt.
De neushoorn schraapte zijn keel:
Dit vraagt om een rechtszaak.
Muis, ga de leeuwerik en de hyena’s halen.
Olifant, ga op de leeuw zijn staart staan
zodat hij niet wegloopt.
*
Heb je het al gehoord?
Nee, ik heb het nog niet gehoord.
De leeuw moet terechtstaan!
Hij wordt verdacht van aasroof
en opeten met voorbedachten rade.
Wanneer hij schuldig blijkt
wordt hij verkocht aan het circus!
Je meent het.
Van wie heb je dat gehoord,
alligator?
De neushoorn heeft het me zelf verteld!
Het is me wat,
zei de eland.
*
Woef woef woef woef
woef [stop] woef
woef de leeuw
woef woef woef
en de neushoorn woef woef
[stop]
woef woef
niet bedoeld voor mensenoren
*
Dromerig staarde de meerkat
naar de horizon.
Kijk, de zon wordt steeds roder!
Zou de muis nog komen?
Het bevalt me niets,
dat het zo lang duurt.
Misschien hebben de hyena’s
hem wel opgegeten!
Kijk, de lucht wordt steeds blauwer
en roder.
Hoe lang zouden we hier nog wachten?
Ze zeggen dat de hyena’s
bijten in het donker.
Hoorde je daar geen
piep in de verte?
Nee, het was de wind maar.
Zouden de hyena’s nog komen?
Ik ga
kijken waar ze blijven,
zei het stokstaartje.
*
We hebben je horen brullen
terwijl je de leeuwerik verslond
en de impala’s hebben verklaard
dat de hyena’s de gazelle gevangen hebben
en niet jij!
Wat heb je daarop te zeggen, leeuw?
En de leeuw sprak:
het was de muis die brulde.
Tot driemaal toe hebben de hyena’s
mijn prooi gepikt.
Wat verbeelden ze zich wel niet,
op mijn gazellen jagen?
En de leeuwerik –
daar vliegt hij toch?
Het was de neushoorn die op zijn nest is gaan staan
en de muis heeft mij erin geluisd.
Olifant, trap nog wat harder
op de leeuw zijn staart
zodat hij bekent.
*
We hebben de muis helaas opgegeten.
Hij kan niet meer vertellen dat hij heeft gezien
hoe jij het nest van de leeuwerik besloop
en mevrouw leeuwerik
en het oude echtpaar leeuwerik
en de jonkies
hebt verslonden en zijn eieren leeggeslurpt.
Maar je bent een koning van niks.
Ouwe leeuwenbal!
Je kunt niet eens meer zelf
een gazelle vangen,
wij moeten het voor je doen
en dan gap je onze buit
net als wij klaar zijn om aan tafel te gaan
en nu wil je doen alsof wij stropers zijn.
Ja leeuw,
het moet maar eens afgelopen zijn
met jouw tam-tam
en je vorstelijke bombarie!
Vertoon jij je kunstjes
voortaan maar op de piste!
*
Nee, zei de leeuw,
het is allemaal
leugen en bedrog!
Iedereen is tegen mij!
Auwauwauwauwauw!
Heb je ons nu niks
te vertellen, leeuw?
vroeg de neushoorn.
En de leeuw sprak:
goed, dan ga ik wel het circus in.
Dan worden mijn nagels geknipt
en mijn haar elke dag gekamd.
Duizenden mensen
zullen mij toejuichen!
Blijven jullie maar fijn spelen
in het beestenbos.