De barmeisjes die de champagne uitdelen zijn naakt. Nou ja, naakt, ze hebben wel een legging aan, en er dansen kwastjes op hun tepels heen en weer. Ik ben op een reclamefeestje ter ere van een nieuwe roze champagne. Buiten de culturele sector is er geld voor de gekste dingen. De opgestapelde boxen knallen mijn trommelvliezen zowat kapot. Drie DJ-meisjes dragen allemaal een zwart jurkje met een opvallende, fonkelende rits. Ze gaan uit hun dak.
Soms als ik ergens ben waar het leuk is, of vooral leuk moet zijn, denk ik aan een opmerking die mijn vader regelmatig maakt. Bijvoorbeeld in de rij bij de Efteling, waar ik hem als kind welgeteld één keer mee naartoe heb gekregen. Daar zei hij veel te hard: “Wat is hier nou aan?" Ik schaamde me tegenover de andere kinderen die zich net als ik niets mooiers konden voorstellen dan een ritje in Monsieur Cannibale en kneep hard in zijn hand: “Pa-haaap." Een aantal jaar later wilde ik niet meer naar het land van Laaf maar de hele nacht dansen op housemuziek in een oude fabriekshal; gezellig samen met 5000 andere opgehitste meisjes en jongens. Als ik op weg naar het feest beneden kwam in mijn ufoprint-legging en fluorroze top om mijn vader gedag te zeggen, zei hij het weer: “Wat is daar nou aan?”
Op het champagnefeestje is inmiddels een striptease aan de gang. In een van de kantoor-booths dansen twee schaduwen achter matglas. Ze trekken hun bh uit en bukken voorover. Ik zie hun ronde billen naar achter steken terwijl ze aan hun string trekken, waardoor ook de contouren van hun schaamlippen zichtbaar worden. Dan komen de strippers het kantoortje uit met enge horrormaskers op en dansen ze samen met de baas van het reclamebureau nog even door. De baas, een man in wit glimmend trainingspak, slaat zijn armen om hun naakte lijven heen. De meisjes kronkelen tegen hem aan.
Ik had verwacht dat ik rond mijn echt niet meer te ontkennen volwassen leeftijd wel klaar zou zijn met ‘wat-is-hier-nou-aan’-praktijken. Dat mijn wansmaak voor ordinair massaplezier verdrongen zou zijn door mijn fijnzinnigere voorkeuren. Dat ik op zondagen geboeid naar klassieke muziek zou luisteren en een goed boek zou lezen. Dat ik de feestjes zou laten voor wat ze zijn, of tenminste het plezier niet meer zou inzien van kwastjes op naakte borsten en onuitputtelijke hoeveelheden roze champagne.
Ik loop naar de bar en krijg van de kwastjes nog een glas. Ik durf niet goed naar haar tieten te kijken, dus staar ik maar heel dwangmatig naar haar wenkbrauwen. Ze lacht flirterig naar me. De muziek is nog harder gezet, de DJ-meisjes dansen extra wild achter hun draaitafels. Ik herinner me het muziekje van Monsieur Cannibale en bedenk me dat er soms gewoon heel veel aan is.
Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.
Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.