Gijsbert Pols werd gegrepen door de geschiedenis van Groß Friedrichsburg, een Pruisisch fort aan de Ghanese kust. Een promenade die oorspronkelijk naar de oprichter van het fort was vernoemd, kreeg niet lang geleden een nieuwe naam: die van de Afro-Duitse dichteres May Ayim. Pols vertaalde één van haar belangrijkste gedichten voor het eerst naar het Nederlands.
In 2009 besloot de verantwoordelijke stadsdeelraad in Berlijn een promenade aan de oever van de Spree, niet ver van de beroemde Oberbaumbrücke, van naam te veranderen. Tot dan toe was de promenade vernoemd naar de Pruisische Otto Friedrich von der Gröben (1657-1728). Gröben leidde in 1682 een koloniale expeditie naar West-Afrika die resulteerde in de bouw van het fort Groß Friedrichsburg in het huidige Ghana en de stichting van een Pruisische kolonie.
De nieuwe naam is een hommage aan een andere belangrijke figuur uit de Duitse geschiedenis, namelijk May Ayim. Ayim werd in 1960 in Hamburg geboren als dochter van een Ghanese vader en een Duitse moeder en burgerlijk geregistreerd als Sylvia Brigitte Gertrud Opitz. Haar vader, die medicijnen studeerde in Hamburg, wilde haar meenemen naar Ghana, maar dat werd hem door de autoriteiten verboden. Haar moeder wilde niet voor haar zorgen. Aanvankelijk groeide ze op in een kindertehuis, later werd ze door de familie van haar moeder geadopteerd.
Ayim was betrokken bij de oprichting van verschillende belangengroepen voor Afro-Duitsers
Ayim studeerde pedagogiek en psychologie in Regensburg. Haar afstudeerscriptie, een cultuursociologische studie naar de positie van zwarte mensen in Duitsland, werd door de verantwoordelijke professor afgewezen met het argument dat er in Duitsland van racisme geen sprake meer was. Uiteindelijk studeerde ze af in West-Berlijn en publiceerde haar scriptie in de bundel Afro-deutsche Frauen auf den Spuren ihrer Geschichte (1986), die als beginpunt van het wetenschappelijke onderzoek naar zwarte vrouwen in Duitsland geldt en bijdroeg aan de popularisering van de term Afro-Duitsers.
Ayim, die inmiddels ook in West-Berlijn woonde, was na haar studie betrokken bij de oprichting van verschillende belangengroepen voor Afro-Duitsers. Ook was ze actief binnen de feministische beweging en had een intenstief contact met Audre Lorde. Een vervolgopleiding logopedie sloot ze af met een studie over etnocentrisme en seksisme in de logopedistische praktijk. Later werkte ze aan verschillende Berlijnse universiteiten en hogescholen en publiceerde ze in 1995 de dichtbundel blues in schwarz weiss. Ayim had ernstige psychische klachten en kreeg in 1996 de diagnose multiple sclerose, waarna ze zelfmoord pleegde. Haar tweede bundel, nacht gesang, verscheen postuum in 1997.
Na oprichting speelde Groß Friedrichsburg een belangrijke rol in de trans-Atlantische deportatie van tot slaaf gemaakte mensen
Het onderstaande gedicht is een vertaling van het titelgedicht uit Ayims eerste bundel. Het is niet zozeer representatief voor haar poëzie - die ook veel autobiografische gedichten bevat en poëzie die zich vermoedelijk het beste als collectivistische liefdeslyriek laat beschrijven - als wel voor de inzet ervan, namelijk het zichtbaar maken van de scheve globale machtsverhoudingen die door mensen als Göben zijn gecreëerd en het leed dat die scheve verhoudingen met zich meebrengt.
Groß Friedrichsburg speelde na de oprichting een belangrijke rol in de trans-Atlantische deportatie van tot slaaf gemaakte zwarte mensen. In 1718 verkocht het koninkrijk Pruisen het fort om een oorlog mee te financieren. Koper was de Nederlandse Republiek.
blues in zwart wit
terwijl nog altijd en alweer
de enen
gespleten en verdreven en verminkt worden
de enen
die altijd de anderen zijn en waren en
moeten blijven
verklaren nog altijd en alweer
de eigenlijk anderen
dat ze de enig waren zijn
verklaren ons nog altijd en alweer
de eigenlijk anderen
de oorlog
het is een blues in zwart-wit
1/3 van de wereld
danst
op de anderen
2/3
zij feesten in wit
wij rouwen in zwart
het is een blues in zwart-wit
het is een blues
het weer verenigde duitsland
viert zichzelf weer in 1990
zonder immigranten vluchtelingen joodse
en zwarte mensen
het viert in intieme kring
het viert in wit
maar het is een blues in zwart-wit
het is een blues
dat verenigde duitsland dat verenigde europa
de verenigde staten
vieren in 1992
500 jaar columbusdag
500 jaar - verdrijving slavernij en
genocide
in de amerikas
en in azië
en in afrika
1/3 van de wereld verenigt zich
tegen de andere 2/3
in het ritme van racisme seksisme en antisemitisme
willen ze ons isoleren onze geschiedenis uitwissen
of onherkenbaar
mystificeren
het is een blues in zwart-wit
het is een blues
maar we zijn op de hoogte - we zijn op de hoogte
1/3 van de mensheid viert in wit
2/3 van de mensheid doet niet mee
May Ayim (1995), vertaling Gijsbert Pols (2020)
Aantekeningen bij de vertaling
Het woord ‘immigranten’ is in het origineel ‘immigrantInnen’. De hoofdletter I wordt in het Duits gebruikt om vrouwelijke leden van de aangeduide groep, in dit geval immigranten, expliciet zichtbaar te maken. In de tijd waarin Ayim het gedicht schreef, gold dit nog als uitgesproken feministische omgang met spelling. Inmiddels is het gangbaarder, al is er nog wel kritiek op vanuit zowel conservatieve hoek als uit de transgenderbeweging.
De regels ‘500 jaar - verdrijving slavernij en/genocide’ waren erg ingewikkeld om te vertalen. In het origineel kent de regel erg veel rijm ‘500 jahre - vertreibung versklavung und/ völkermord’. Er waren mogelijkheden om iets van dit rijm te behouden, maar ik heb er voor gekozen om Nederlandse woorden te gebruiken met een vergelijkbare lading, zodat er geen afbreuk wordt gedaan aan de emotionele intensiteit van het gedicht - daarom is bijvoorbeeld ‘völkermord’ niet vertaald met het sterk juridische begrip ‘volkerenmoord’ maar met ‘genocide’.
Het Nederlandse woord ‘verslaving’ is als vertaling van ‘versklavung’ leek me te verwarrend, terwijl een alternatief als ‘onderwerping’ de historische dimensie onzichtbaar had gemaakt.
Gijsbert Pols denkt na over Nederland vanuit Berlijn. Hij publiceerde over literatuur en politiek voor De Reactor, Joop en NRC en is auteur van 'Het onhoudbare midden'.
Andrea Koll is kunstenaar, schrijver en docent in Amsterdam. Ze beschouwt haar eigen werk vaak als een visueel onderzoek waarbij ze houtskool, collage en taal gebruikt. Daarmee onderzoekt ze verschillende thema's. Op dit moment is ze gefascineerd door liminaliteit, vooral wat het betekent je in een fysieke en mentale tussenruimte te bevinden.