Asset 14

Bekentenissen van een mislukt model

In het kader van alle fashion weeks die deze maand gehouden worden: een andere blik op de modewereld. Hoe Emy van een onzekere puber ‘fashion model’ werd, al snel degradeerde naar de ‘specials’, en er uiteindelijk mee ophield. Zonder verwijten, maar ook vrijwel zonder verdiensten.

Met enige regelmaat zie ik er eentje, meestal als ik nietsvermoedend door een winkelstraat loop of door de glossy’s in een stationskiosk blader. Als ze niet stralen kijken ze wel zo zwoel dat ik het er spontaan een beetje warm van krijg. Ze blazen me kusjes toe vanaf de banners van parfumeries en de posters in kledingzaken. Ik herken hen, ken hen bij naam, niet omdat het topmodellen zijn die iedereen kent, maar omdat we ooit ‘collega’s’ waren. We gingen samen naar het bureau, naar de test shoots, de go-sees, de shows.

Zij hebben het beter gedaan dan ik, binnen de modewereld tenminste. Dit is het verhaal van mijn gefaalde modellencarrière. Het verhaal van een meisje wier modellenhoogtepunt een poster van de Nederlandse Spoorwegen was.

De visagiste

Als veertienjarige leek ik te krijgen waar veertienjarige meisjes massaal van dromen: een modellencarrière. De aanzet werd gegeven door een visagiste. Dankzij een vriendinnetje met een beroemde vader mocht ik een van de ‘dochters van’ spelen in televisiequiz Zo Vader Zo Zoon. Bij het schminken bezwoer de visagiste me dat ik model zou kunnen worden.

Ik had mezelf niet eerder als mooi gezien. Twee jaar eerder had mijn pluizige haar op de brugklasfoto aan een broer van een klasgenootje nog de onsterfelijke zin ‘wie is die holbewoner?’ ontlokt. Dodelijk voor een twaalfjarige. Mooi, dat was het dunne meisje voor wie mijn beste vriendinnetje uit de brugklas mij had gedumpt.

Pubers hebben het zelden gemakkelijk, maar ik behoorde tot een kleinere groep die het zichzelf bijzonder moeilijk maakt. Als veertienjarige had ik een voorkeur voor bands met teksten als 'Body and soul, I’m a freak' en een account op zwaarweer.nl (een sfeervol donkere site voor gedeprimeerde tieners, inmiddels vervangen door het ongepast opgewekte www.overjekop.nl). Ik was een ongelukkig, onzeker veertienjarig meisje en in die hoedanigheid was mooi gevonden worden voor mij het soort droomwens dat alleen uitkwam in Disneyfilms. Als er iets was waarvan ik dacht dat het mijn leven ten goede zou veranderen, dan was het mooi gevonden worden. En als een visagiste zei dat dat kon, dan kon het.

De Megafestatie

In die tijd (het eind van de jaren negentig) las ik de Fancy, een blad dat het demografische gat tussen Tina en Yes opving door tienermeisjes in hun eigen jargon te voorzien van tips over jongens en uiterlijk. De Fancy organiseerde elke zomer een modellenwedstrijd op de Megafestatie, een soort huishoudbeurs voor jongeren, waar TMF en Veronica om aandacht streden met de Landmacht (die er een heuse stormbaan had). Ik gaf me op voor die wedstrijd door mijn maten en een paar vakantiefoto’s op te sturen.

Het lukte, ik mocht meedoen, en voor het eerst in mijn leven ging ik naar de Megafestatie. Daar was het de bedoeling dat je, met een wit Fancy-T-shirt aan, je foto en je motivatie om model te worden in de hand, stemmen ging scoren onder het Megafestatiepubliek. Het publiek moest jou de mooiste en/of leukste vinden, dan mocht je bij het modellenbureau. De motivatie die ik eerst opschreef was ‘geld verdienen’. Dat leek me nog het minst bezwaarlijke antwoord, omdat ik daar juist niets om gaf. Ik kon moeilijk zeggen: ‘Ik voel me niet mooi, ik wil mooi gevonden worden.’ De baas van het modellenbureau raadde me aan toch iets anders te zeggen – reizen of leuke foto’s van mezelf krijgen, als het maar wat sympathieker overkwam.

Wat ik uiteindelijk heb opgeschreven, weet ik niet meer. Het was hoe dan ook niet afdoende sympathiek: het publiek vond mij niet de mooiste en/of leukste. De knappe homoseksuele baas van het bureau zag echter wel wat in mij. Ik mocht naar het modellenbureau, ik werd ingeschreven.

Het bureau

Het bureau was gevestigd in de Randstad, in een groot, chic pand met een houten vloer en een hoog wit plafond. Een van de muren was bijna geheel bedekt door een kast met portretfoto’s: de huidige modellen. Ik kreeg een boek met richtlijnen in handen gedrukt, waarvan ik nu alleen nog weet dat je absoluut geen pindakaas mag eten, je nagels te allen tijde schoon en netjes moet houden, en altijd een extra huidkleurige panty op zak moet hebben. Nadat ik een aantal standaard vragen had beantwoord (tattoos of piercings had ik niet, bont en naakt wilde ik niet), hield de baas van het bureau in een kamer grenzend aan de tuin een kleine fotoshoot. Mijn allereerste officiële foto’s.

De baas was te spreken over mijn benen. Die benen hebben uiteindelijk een belangrijke rol gespeeld in mijn falen als model, maar op mijn veertiende waren het goede modellenbenen. Ik bevond me toen in de laatste fase van een eetstoornis. Ik zat nog aan de dunne kant van slank. Mijn benen zijn nooit spillebenen geweest, maar op dat moment pasten ze moeiteloos in een klein maatje 36.

Al had ik op mijn veertiende goede benen, ik was zo vreselijk verlegen dat het bureau mijn foto’s wijselijk zo’n anderhalf jaar in de kast liet liggen. In anderhalf jaar kan, zeker op die leeftijd, veel gebeuren. Aanvankelijk ging het met mijn zelfvertrouwen alleen maar bergafwaarts, maar geleidelijk steeg het, samen met mijn gewicht. Ik begon gitaar te spelen in een bandje en ik kreeg een vriendje.

Tegen de tijd dat het met mij vrij redelijk ging, ik was inmiddels zestien, begon het modellenwerk pas echt. Mijn Loesje-schoolagenda van 2002 staat (naast alle bandrepetities) vol met go-sees (langsgaan bij een potentiële klant, in de hoop een opdracht te krijgen) en test shoots (onbetaalde shoots, om foto’s te verzamelen voor je portfolio). Met twee meisjes uit dezelfde lichting, Petra en Sharien, ging ik naar tijdschriftenuitgever Sanoma in Hoofddorp, met als enig doel ons gezicht te laten zien en onze foto’s in een kaartenbak te zien verdwijnen. Terwijl we in de lift stonden, bestudeerde ik de competitie. Van ons drieën zou Petra het vast gaan maken; zij had prachtige donkere ogen en een elegante neus. Shariens neus leek me te rond voor die van een model. Neuzen vond (en vind) ik erg belangrijk voor een gezicht. Mijn eigen neus was (en is) wat groot van opzij, dat kon nog problemen opleveren voor mijn modellencarrière, dacht ik.

Het boek

Een aantal test shoots en wat kleine shows volgden. Bij een zo’n show werden we zonder veel instructies naar een chique hotel gestuurd, waar bleek dat het uitsluitend om stropdassen ging. Elk meisje kreeg een zwart pak en een felgekleurde Pim Fortuyn-stropdas. We wachtten de hele dag (op make-up, op de styliste, op niets in het bijzonder) om op blote voeten over een geïmproviseerde catwalk te lopen. De DJ draaide Interpols ‘Bright Lights’. In het publiek zat, tot onze grote hilariteit, Emile Ratelband. Het was geweldig.

Voor mijn eerste betaalde shoot, voor C&A, spijbelde ik van school. Mijn moeder vond het gerechtvaardigd, gezien mijn hoge cijfers en nog altijd niet optimale zelfvertrouwen. De C&A had twee broeken in maat 36 waarvan de ene paste en de andere te strak zat. De hele dag waren ze met me in de weer, ze vlochten mijn haar, ze schoten alle combinaties van de kleren die ze hadden, maar die ene broek, dat was een probleem. Pas jaren later hoorde ik van mijn moeder dat na de shoot het modellenbureau had gebeld. C&A betaalde niet, ze waren niet tevreden. Het bureau had wel wat tips om af te vallen. ‘Ik ga een tienermeisje niet op dieet zetten,’ zei mijn moeder. Dat begreep het bureau.

Niet veel later kreeg ik het bericht dat binnenkort selecties zouden worden gemaakt voor het Boek van 2003.

In het Boek komen was cruciaal. Het ging naar de klanten, zij bladerden er doorheen om het gezicht en/of lichaam voor hun campagne, hun merk te vinden. Om in het boek te kunnen komen werden Petra, Sharien en ik naar een peperdure shoot gestuurd met een Australische fotograaf. Ik herinner me dat het 2000 euro kostte, of dat precies klopt weet ik niet, in elk geval was het een idioot hoog bedrag. We hoefden het niet te betalen, maar het zou worden ingehouden op wat we verdienden met opdrachten. We dachten daar niet lang over na. Er was vertrouwen in ons, wij zouden die 2000 of hoeveel euro dan ook zo hebben terugverdiend.

Ik was inmiddels zeventien – de ideale modellenleeftijd, weet iedereen die het nummer ‘Seventeen’ van de elektroband Ladytron kent. (Als je de clip bekijkt en de – minimale – tekst beluistert heb je al een redelijk idee van de modewereld.) Een zeventienjarige zit precies tussen meisje en vrouw in. Vraag een twintigjarig meisje om sensueel te kijken, of boos, en je krijgt de volle emotie. Dat is te veel voor een foto. Een zeventienjarig meisje dat sensueel kijkt weet eigenlijk niet zo goed wat ze doet. Vandaar dat modellen meestal zo wezenloos in de ruimte staren. Dat doet het goed op de foto, daarmee verkoop je parfum en tassen. Wat een professioneel model van een slank fotogeniek meisje onderscheidt is het vermogen die wezenloze sensualiteit nog meerdere jaren na haar zeventiende vol te houden.

Petra, Sharien en ik kwamen alle drie in het boek van 2003, elk met drie foto’s.

De specials

In het boek staan zorgde voor nog meer go-sees, nog meer test shoots, maar slechts sporadisch een betaalde show of shoot. Achteraf kan ik makkelijk toegeven dat ik simpelweg geen goed model was, nog los van mijn zijwaarts groot ogende neus. Op mijn veertiende was ik misschien een goed model geweest: dun, gehoorzaam en smachtend om mooi gevonden te worden. Op mijn zeventiende was ik een alto met hele gewone benen. Als andere mensen me niet mooi vonden, was dat niet langer het einde van de wereld. Ik was te onverschillig over het modellenwerk, ging naar go-sees met Dr. Martens en een Lowlands T-shirt aan, hield me niet aan de lijst met afgeraden voedsel en deed onmogelijke dingen met mijn haar (van uitgegroeid blond tot felrood met weggeschoren plekken).

Na jaren van af en toe eens een kleine opdracht belde het modellenbureau met een vraag: wil je drie kilo afvallen of naar de ‘specials’? ‘Specials,’ dat is de term voor modellen die pindakaas en gereedschap aan de man moeten brengen. Modellen die te kort, te lang of te dik zijn voor de modetijdschriften, die een kromme neus hebben of juist een hele saaie. Doodnormale mensen dus. U en ik, wij zijn special. Al die tijd had het bureau me om onduidelijke redenen bij de ‘fashions’ gehouden. ‘Fashions’ zijn de meisjes die geschikt zijn voor haute couture, de meisjes met de juiste maten en de juiste gezichten, de ‘echte modellen’. Een fashion-foto herken je (behalve aan het gewicht van het model) doorgaans aan het feit dat het meisje niet lacht. In plaats daarvan heeft ze haar mond een klein beetje uitnodigend geopend. Haar lichaam is meestal in een uitermate ongemakkelijke positie gemanoeuvreerd.

Petra bleek ook special te zijn. Haar ogen en neus konden nog zo mooi zijn, met haar maat 38 werd ook zij niet geboekt. Sharien, met haar dunne lichaam, volle borsten en lange blonde haar, was degene die op de covers van de bruidstijdschriften kwam.

Afvallen was niet iets wat ik ooit nog van plan was om te doen. Ik koos voor de specials, waar fotogeniek lachen de belangrijkste kwaliteit is die van een model wordt gevraagd. Dus ik lachte, voor een klusbedrijf, voor de Hans Textiel en voor de NS. Het werd een bijbaantje als elk andere. Zonder kunstzinnige foto’s en zonder de spannende sfeer van echte modeshows, had ik het snel gezien. Dat bleek uiteindelijk mijn werkelijke motivatie om model te willen zijn: deel uitmaken van een wereld die uit lucht iets moois en magisch maakt. Al droeg ik dan Dr. Martens, ik was toch gevoelig voor die glamour. Om het geld had ik het sowieso niet hoeven doen: in tien jaar modellenwerk, van mijn zestiende tot mijn zesentwintigste, had ik na het afbetalen van mijn schuld (vanwege de dure testshoot en andere kosten) slechts zo’n 200 euro verdiend.

De conclusie

De modewereld heeft me alles gegeven wat ik wilde. Dat ik als veertienjarige wist dat ik ingeschreven stond bij een modellenbureau en dat ik als zestienjarige in het Boek kwam werkte helend voor mijn onzekerheid. Alle complimentjes van visagisten over mijn huid en haar hielpen verder mee. En natuurlijk geeft het werk zelf een kick: in een donkere zaal met pompende muziek en de schijnwerpers op jou gericht een catwalk aflopen en het publiek aanstaren alsof je iedereen met één hak zou kunnen vertrappen – het is misschien geen macht, maar zo voelt het wel.

Falen als model was voor mij de best mogelijke optie. Ik heb een wereldje mogen zien waarin special normaal is en je winterkleding fotografeert in de zomer. Omdat ik er niet alles op had ingezet, omdat ik dat bandje had, dat vriendje, kon ik er hoofdschuddend bij glimlachen en er uiteindelijk dit verhaal over schrijven. Voor wie succes heeft, wie voortdurend op haar maten moet passen en moet werken aan die perfecte wezenloosheid, wordt het allemaal snel minder grappig.

————–

P.S. Vond u dit een goed artikel? Zou u graag willen dat hard//hoofd nog vele jaren bestaat? Steun ons dan, als échte vriend, in keiharde euro’s. 

Mail

Emy Koopman was jarenlang Hard//hoofd-redactielid en is literatuurwetenschapper, psycholoog en schrijver. Ze debuteerde in 2016 met de roman Orewoet. Haar meest recente boek Tekenen van het universum verscheen in januari 2022 bij uitgeverij Prometheus.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer