Illustratie: Sandra Kaas
He beestje,
Ik heb je net gegoogled maar ik kon je niet vinden. Ik wist ook niet zo goed waar ik op moest googlen: 'groen' en 'insect'? Ik vond wel wat plaatjes maar je leek er steeds net niet op. En toen dacht ik: het is eigenlijk wel fijn, dat ik eens een keer iets niet kan vinden op google.
Vanochtend wilde ik mijn fiets losmaken toen ik je opeens zag zitten. Van onder mijn zadel krioelden je voelsprieten en ik schrok een beetje, want ik vind insecten eng. Ik ben een mietje wat dat betreft. Waar anderen spinnen met hun blote hand oppakken schreeuw ik moord en brand als er tijdens een vakantie in de buitenlucht een sprinkhaan op mijn broek springt. Jij leek wel een beetje op een sprinkhaan, maar je was het niet. Je kwam heel rustig van onder mijn zadel gekropen en begon tergend langzaam aan je tocht naar beneden. Er was iets aan je dat maakte dat ik dit keer niet bang was en dus sloeg ik je niet weg, maar bleef even kijken hoe je via de onderkant van mijn zadel naar mijn frame liep en je daar vestigde onder de ongebruikte bidonhouder. Misschien was je een beestje dat roest eet, want mijn oude racefiets kon rijk in die behoefte voorzien. Je leek in elk geval erg op je gemak daar, alsof het je thuis was. Ik deed daarom mijn slot om mijn zadel heen en ik ging op weg naar de universiteit.
Onderweg keek ik steeds naar beneden, of je er nog zat. Telkens als ik over een hobbel ging en mijn krakkemikkige fiets door elkaar schudde, controleerde ik vlug of je in orde was. En elke keer weer zag ik je voelsprieten vrolijk onder mijn bidonhouder uit steken. Natuurlijk dacht ik ook wel: waar ben ik nou mee bezig? Ik ben toch niet zo seniel als Jan Wolkers in zijn nadagen, dat ik warme gevoelens krijg bij beestjes? Maar toch, ik voelde een band met je. Ja! Het is belachelijk maar zo voelde het. Ik had ook het idee dat je het leuk vond, om zo mee te rijden met een fiets. Je leek me wel een avontuurlijk type.
Aangekomen bij de universiteit zat je er nog steeds. Ik bekeek je eens goed. Je leek wel op een sprinkhaan, maar dan met een minder aggressief uiterlijk. Ik draaide me om, mompelde misschien nog wel 'dag' en liep naar binnen. Wat had ik dan moeten doen? Ik kon je moeilijk meenemen.
Aan het eind van de dag kwam ik bij mijn fiets aan en was je weg. En nu mis ik je een beetje.
Ik hoop dat het goed met je gaat,
Rutger