Anna gaat op bezoek bij haar schoonfamilie. Over verboden onderwerpen, slagroomtaart en moderne kunst. "Ik probeer te onthouden wie bij wie hoort en wie aardig is."
"Hoe kan ik indruk op ze maken?"
We zitten op de bank, mijn vriend en ik. Hij is even stil. "Ik weet het niet."
Hij vertelt dat zijn zus een paar weken geleden met hun ome Joop belde. Hoe het met hun neef ging, informeerde ze.
"Hij heeft net een grote flatscreen tv gekocht", was het antwoord.
"Ik weet echt niet wat ik op zoiets zou moeten zeggen..." peins ik hardop.
We kijken naar ons ouderwetse bakbeestje.
"Je kunt zeggen dat wij altijd heel dicht bij onze tv zitten en dat die daarom groter lijkt? Of dat het geluid heel hard kan?"
Mijn schoonvader heeft twaalf broers en zussen. Twee zijn niet meer in leven.
Ik probeer te onthouden wie bij wie hoort en wie aardig is.
“Zijn er onderwerpen waar ik het niet over mag hebben? De oorlog? Homo's? Moslims?”
Het is voor mijn vriend ook een poos geleden en hij weet het niet zeker.
Wel vermoedt hij dat het oordeel over minderheden niet mals is. En ze stemmen 50+ denkt hij.
"Zal ik uitleggen dat Henk Krol homo is?"
"Liever niet."
We zijn weer stil. We zijn voorbereid. We kunnen naar bed.
Als iedereen zit, zegt mijn schoonmoeder: "Nou, dit is dus Anna!"
Mijn schoonvaders familie is niet ver van de boom gevallen. De meeste broers, zussen en partners wonen in hun geboortedorp. Inmiddels is het een kleine stad. Onderweg probeert mijn vriend mij uit te leggen hoe het dorp vroeger in elkaar zat. Ik zie het niet voor me.
Tante Tineke en oom Piet zijn gastvrouw en -heer bij dit jubileum. Ze ontvangen ons in hun zomerhuis met cv, dat uitkijkt over een tuin met witte beelden, een vijver, geitjes, kippen en de kassen verderop. In de serre staan de tuinstoelen klaar, rond twee grote tafels. We kwamen met de jarige meegereden dus we kunnen kiezen. Door de ramen kunnen we de rest van de familie in de gaten houden. Ze komen op de fiets of lopend.
Als iedereen zit, zegt mijn schoonmoeder: "Nou, dit is dus Anna!"
We lachen om de stilte die volgt op te vullen. Ik moet me inhouden geen kunstje te doen. In plaats daarvan neem ik een stuk slagroomtaart.
Illustratie: Agnes Loonstra
Eerst zit ik veilig ingeklemd tussen mijn vriend en schoonvader, die ik steeds knapper begin te vinden hoe meer broers en zussen ik zie.
Dan schuif ik op en zit ik naast ome Joop.
Ome Joop doet veel vrijwilligerswerk, waar hij redelijk boos van wordt. Monotoon dreunt hij door over zijn ervaringen met mensen met geldproblemen: "Ik zeg, meisje, je hebt toch geen BlackBerry nodig?" Ik knik gedwee en neem een handje cashewnootjes.
En daarna over jongens (die trouwens zwart zijn) in gevangenissen: "Ze zeggen, wat maakt het uit als je auto is gestolen, je bent toch verzekerd?"
Hij wordt niet vaak kwaad, zegt hij, maar hierdoor dus wel. En ze hebben zomaar allerlei kinderen, bij verschillende vrouwen, vertelt hij. Ik probeer iets opbeurends te zeggen over wat ik las over de projecten in de Bijlmer met Surinaamse en Antilliaanse vaders, maar het komt niet echt aan bij ome Joop. "Het kan me niet schelen wat ze beweren, die sociologen enzo, maar je doet er echt niks aan."
Ik neem een blokje kaas van de schaal en haal mijn schouders op terwijl ik het opeet.
Aan moderne kunst heeft hij een hekel.
Waar ome Joop wel blij van wordt, is kunst.
En even praten we een stukje samen op, tot hij vraagt: "Dan ken je zeker Gerard Huysman wel?"
"Nee, helaas."
Ik geloof niet dat oomlief mijn beroep nu nog serieus kan nemen want, zo vervolgt hij, "Gerard Huysman is heel bekend hoor. Hij maakt realistische schilderijen van Amsterdam. De grachten, echt heel knap geschilderd."
Ik denk aan Amsterdam en ik zeg: "Wat mooi."
Ome Joop zelf schilderde Russische iconen, maar hij vond het jammer dat je als schilder een voorbeeld nodig hebt, dat het niet uit het hoofd kan. Nu beeldhouwt hij. Hij is bezig met een menselijke figuur die als het ware uit de steen komt. Met zijn handen beeldt hij het uit. “Wat mooi”, zeg ik.
Aan moderne kunst heeft hij een hekel, zegt hij.
Ik zie hoe mijn kleine neefje zijn vijfde plakje worst neemt van een grote schaal.
Ondertussen hebben de tantes pagina’s gescheurd uit hun agenda’s. Die agenda’s zijn roze en er staan bloemetjes in en op.
Op de losse velletjes schrijven ze iets dat begint met ‘http://www....’ lees ik.
“We wisselen e-mailadressen uit”, licht eentje toe.
Er is een nichtje in Afrika en via dit e-mailadres schijn je haar ervaringen te kunnen nalezen. Ik zie hoe zorgvuldig keer op keer ‘http’ wordt overgeschreven, met de leestekens nemen de dames het minder nauw. Een schuine streep meer of minder, ze malen er niet om.
Als mijn schoonvader aan de beurt is, probeert hij nog: “Nou, ik vind het zelf wel hoor...”, maar daar wil tante Marie niks van weten, ze schrijft het over.
Op het velletje dat hij krijgt staan voorgedrukte hartjes. Ik denk niet dat het iets betekent.
Ik houd me in en stop nog een blokje kaas in mijn mond.
Na een klein intermezzo met geitjes en kippen, ben ik bij roddeltante Wil aangeschoven, een tikkeltje op mijn hoede.
“Mooi huisje heeft mijn zus hier hè?” Ik knik.
“Ze is wel nogal werks hoor, Tineke... Voortdurend in de weer.”
Ik kijk naar de vrouw met het hoog geföhnde geblondeerde haar. Een workaholic? Zij? Ik zie het er niet aan af. Zou zij wel gewoon een filofax hebben zoals mijn moeder?
Roddeltante Wil vertelt verder: “Alles blinkt, ook bij hun thuis, ze is altijd bezig.” Aha.
We vertellen elkaar onze schoonmaakondeugden en ik voel onze band groeien. Bijna wil ik uitweiden over de rouwrand in ons bad, maar ik houd me in en stop nog een blokje kaas in mijn mond.
Mijn neefje wrijft inmiddels huilend over zijn buik. We gaan naar huis.

Anna van Leeuwen is Hard//hoofd-redactielid, freelance kunstjournalist en schrijft korte verhalen. Ze zou graag een alpaca hebben voor op haar balkon. Alvast bedankt.

Agnes Loonstra is een illustrator uit Utrecht die, naast het maken van kleurrijke en humoristische illustraties en animaties, ook zangeres is in de Nu-Folk band Wooden Soldiers en retro-act Charmony. Ze houdt ook erg van katten en elpees.