Onlangs sprak Filemon Wesselink op televisie over het internet. Hij zei dat hij de afgelopen tijd druk bezig was om cyberspace te verkennen, maar dat het toch erg jammer was dat het internet niet wat beter georganiseerd was. Willem Bongers weet niet precies hoe je mensen als Filemon het beste kunt helpen, maar probeert het met een gedicht.
Als ik de baas was van het internet,
Als ik de baas was van het internet,
dan kon je je gebroken hart veilen op Marktplaats
en met de gecashte kudo’s surf je naar Amazonië
download je een telefoonboek
van een land waar je nog nooit van hebt gehoord
en skypeout je net zolang willekeurige nummers
tot je iemand gevonden hebt die lekker kan flirten
in een taal die je niet begrijpt
Als ik de baas was van het internet,
plande ik met kaarten van Guy Debord en Daniil Charms
een route die rekening houdt met jouw gemoedstoestanden
laveer om je ochtendhumeuren heen
en beland linea recta in je warme armen
alwaar je me gebruikte
om me handvol van hard suikergoed te geven
om de gehele soort met taalkussen opnieuw op te laten laaien
Als ik de baas was van het internet,
dan kon je dode mensen mailen
ze mailen niet direct terug
maar een paar dagen later krijg je een antwoord-bij-afwezigheid
hé het is mij
ik mis aan u
hoor u ziet
is sterven elegant
nu terugkeer
om kinderen op te leiden
en de vrede en het pleiten
om een suikerfabriek te maken
Als ik de baas was van het internet,
werd kinderjaren.wát een 3D-weergave
van een menneke me ne grooten bakkes dat
in Noord-Oost-Noord-Brabant
in de driehoek Den Bosch Eindhoven Nijmegen
in het dorpje Zeeland
achter in een tuin aan de Kapelweg 9a
in de koude muziek
staat te zwaaien met zijn pik
terwijl hij roept
ik ben een god in ’t belangrijkst van mijn ideeën!
ik ben een god in ’t belangrijkst van mijn ideeën!
ik ben een god in 't belangrijkst van mijn ideeën
en reeds blijf me onder een klasse in 't van mijn hart
op het tijdstip van de troon
zelfs en 't, met rijksorden van schone strijden en triomfen
van juiste sterke punten
en sinds een erfgenaam aan obscurity
drijft de primitieve schreeuw me aan
en vermindert het, ontvlucht,
voor het theffing van mijn hand en duidelijke kroon
ik ben een god in 't belangrijkste van mijn ideeën
En de grootmoeder achter ó-ó-óma.ôh
downloadt mij direct als zip-bestand
pakt me thuis uit om mijn warme zachte pik in haar mond te nemen
terwijl ze de laatste hand legt aan een heerlijke taart
waar iedereen op het gerontische appelforum een hapje van mag nemen
Als ik de baas was van het internet,
was ik waarschijnlijk nog steeds sterfelijk
maar riep ik
Hallo werkelijke mannen!
Ik heb de bestvergrote penis
en de laagste hypotheek
en de lekkerste onderzoekspillen
met een eigen tijdrekening.
Dat is mijn recht!
Als ik de baas was van het internet,
werd ik draadloos en viraal
waardeerde ik mezelf op tot God in het diepst van jouw gedachten
downloadde ik mijn blaffer roekeloos
in de popupmenuutjes van al jouw holtes
en in de wilden het omhelzen vloed,
vonden ik geen meer de woorden.
(Met haar toestemming opgedragen aan mijn lief)
--
Dit is een eerste gastbijdrage van Willem Bongers; ijs en weder dienende, volgen er meer. Gedichten van zijn hand verschenen in DW B en Het Liegend Konijn en in de bloemlezingen Zoals een haan een ei legt, Over chicks en andere dames en Flarf. Hij werkt als literair programmator en (web)redacteur voor het Vlaams-Nederlands Huis deBuren (zie ook: citybooks).
Bovenstaand gedicht is een flarfgedicht. Bronnen zijn o.a. Willem Kloos' sonnet Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten, de TED Talk Rives controls the Internet en de onuitputtelijke spambox van de dichter.