Asset 14

Naar Normandië

De vakantie begon zoals iedere vakantie. Met een goede voorbereiding. Die goede voorbereiding kwam hier op neer:
Mijn vader opende een paar dagen voordat we zouden vertrekken de zolderdeur, om daar een aantal uren te blijven. We hoorden hem dan een beetje stommelen, of vloeken. Het systeem op zolder dat hij het jaar ervoor, na afloop van de vorige zomervakantie, voor de vakantiespullen had aangelegd, bleek gesaboteerd. Er waren spullen verdwenen, of kapot gegaan. Iedereen wist dat wij, de kinderen, daar voor verantwoordelijk waren, maar mijn moeder voelde zich altijd als enige aangesproken.

Ze riep dan naar mijn vader dat we de vakantie maar moesten afblazen, dat kwam haar sowieso beter uit, dan hoefde ze ook niet al die tassen in te pakken, en boterhammen voor onderweg te smeren.
Reden voor ons, de kinderen, om in huilen uit te barsten.
Ik had mijn taalgids Frans al in mijn tas gestopt, en hoopte deze zomer herenigd te worden met Franse kinderen die ik het jaar ervoor ontmoet had; mijn wereld stortte in als ik die zomer mijn Frans niet zou kunnen bijspijkeren. De tranen sprongen me automatisch in de ogen bij die gedachte. Mijn broertje en zusje waren te klein om te begrijpen wat er precies speelde tussen onze ouders, dus ik versimpelde het conflict voor ze.
Tegen mijn broertje, die jarig zou zijn op vakantie, zei ik:
‘Het ziet ernaar uit dat we niet meer op vakantie gaan, en dat betekent dat je een feestje op je verjaardag ook wel kan vergeten.’
Tegen mijn zusje zei ik:
‘Als we niet op vakantie gaan, brengt mama je nieuwe zwempak en nieuwe slippers denk ik terug naar de Hema.’
Zo gingen we dan op mijn commando voor mijn ouders staan huilen, met lange uithalen, net zolang tot ze de grote voorbereiding weer hervatten.

De dagen voor we vertrokken, verplaatste het systeem op zolder langzaam naar de gang beneden, bij de voordeur. Daar zette mijn vader alle kampeerspullen klaar, in goede volgorde, gesorteerd op gewicht en afmetingen.
Ieder jaar, zodra onze Citroën BX helemaal volgeladen was, en mijn moeder van mijn vader op het laatste moment haar stapel Leon de Winterromans nog had moeten halveren, waren we klaar voor vertrek.

Wij werden in de auto gehesen. Overal waar we keken waren spullen gepropt, onder onze benen, naast ons; we konden onze ouders voorin niet zien. We zouden een lange reis moeten maken, maar we zagen er niet tegenop, want het was ons gelukt. We zouden op vakantie gaan. Meestal moest mijn moeder nog een keer terug, om te kijken of ze het gas had uitgedraaid. Mijn vader lachte dan altijd, tot het moment waarop hij erachter kwam hoeveel tijd dat ons gekost had.

We zouden dat jaar naar Normandië gaan. Normandië is in een keer te rijden, in principe, als je de kinderen op de achterbank niet te veel te drinken geeft, en dus niet vaak hoeft te stoppen voor een WC. We waren al een keer in Normandië geweest, toen hadden we het in twee keer gereden, maar de overnachting was toch een hap uit het vakantiebudget geweest. Deze keer zouden we het in een keer rijden. We konden tot uiterlijk elf uur ’s avonds op de camping terecht, en dat zou volgens mijn vader haalbaar moeten zijn.

Onderweg heb ik veel ruzie gemaakt met mijn broertje en zusje, net zolang tot mijn moeder haar plek voorin aan mij afstond. Mijn broertje trapte daarop een paar keer heel hard in de rugleuning van mijn stoel, zo hard dat ik er de hele vakantie blauwe plekken van op mijn rug had staan. Toen mijn vader die blauwe plekken zag, stelde hij voor mijn broertje op de terugweg niet op de achterbank, maar in de kofferbak te vervoeren. We hebben daar toen over gestemd en uiteindelijk was het mijn broertje zelf die er geen problemen mee had.
Dat is dus niet doorgegaan.

Hoe dan ook, we kwamen te laat aan op die camping. Het was half 1 ’s nachts en de hefboom was al naar beneden. Er brandde wel licht in de receptie, maar daar waren ze onverbiddelijk. Als we nu de tenten zouden opzetten, zou de hele camping wakker worden, met alle gevolgen van dien. We mochten de dag erna terugkomen, vanaf 8 uur ’s ochtends. Dan was ook de campingwinkel al open, en het restaurant, want we zouden tegen die tijd vast honger hebben. En zeker dorst. Dat was het nieuws dat mijn vader ons bracht. Wij hadden in de auto zwijgzaam op hem zitten wachten.

Beeld: Lisa-Marie van Barneveld

‘We zullen naar een hotel moeten’, zei mijn vader, ‘als we nu de tenten niet kunnen opzetten.’

‘Het is pikdonker, we kunnen sowieso geen tent opzetten’, zei mijn moeder.

‘Waarom zijn we dan niet eerder gestopt?’ vroeg ik, en ik had meteen spijt van die vraag.

‘Omdat je moeder het gas nog moest uitdraaien’, zei mijn vader.

‘Omdat ik van je vader mijn stapel boeken opeens moest halveren’, zei mijn moeder.

In het dorp was er nog een hotel waar we terecht konden. Hotel de la Poste heette het. Het zag er een beetje zwartgeblakerd uit aan de voorkant. Er deed iemand open met een sigaret in zijn mond. Als je goed keek zag je dat hij de sigaret in een gat waar eigenlijk een tand hoorde, geklemd had.
Hij had nog precies twee kamers, een voor mijn ouders en een voor mijn broertje, zusje, en mij. Wij moesten dan met zijn drieën in een tweepersoonsbed, maar we waren klein, en wilden niets liever dan met zijn drieën in een tweepersoonsbed.
Mijn vader nam de sleutels in ontvangst en bracht ons naar de kamers.
‘Dit ga ik niet doen’, zei mijn moeder. ‘Ik doe hier geen oog dicht.’
‘Wat bedoel je?’, vroeg mijn vader.
‘Die man drukt straks die sigaret uit in zijn kussen en dan fikt het hele hotel af’ zei ze, terwijl ze begon te huilen.

Wij, de kinderen, begonnen ook te huilen. Ik omdat ik nog nooit een hotelkamer zonder ouders had gehad en nu weer niet, mijn zusje omdat ze dacht dat er brand was uitgebroken, en mijn broertje zag alsnog zijn verjaardagsfeestje in het water vallen.

‘Laten we in godsnaam gaan slapen’, schreeuwde mijn vader nu. Maar mijn moeder was niet over te halen.

Mijn vader bracht de sleutels terug naar de man van het hotel en reed ons terug naar de parkeerplaats van de camping. Daar hebben we geslapen tot we wakker werden omdat het licht werd, en onze nekken stijf waren. De Franse kinderen van het jaar ervoor heb ik er niet gezien, we hebben wel mijn broertjes verjaardag gevierd, binnen, in de kantine van de camping, want het regende de hele dag. Het regende volgens mij de hele twee weken. En elke keer als we in het dorp langs Hotel de la Poste reden, zei mijn vader:
‘Kijk, het staat er nog.’

Mail

Olga Kortz

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Mijn Apocalypsis Leydenensis 1

Mijn Apocalypsis Leydenensis

In deze gedichten vliegt Joshua Snijders koerend over een postapocalyptisch Leiden, zijn Lays-chipszakjes tijdens een uitstapje in de Melkweg achtergelaten en zwemmen walvissen op wieltjes. 'De vraag is of je voetafdrukken kunt achterlaten wanneer er geen zwaartekracht is.' Lees meer

Water landt zachter

Water landt zachter

Via een staalarbeider en een PVV-stemmer onderzoekt Angelika Geronymaki zichzelf. Kan ze, zonder het doen van aannames, de ander leren kennen? Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer