Asset 14

Brand

In een hete zomer wordt een volkstuinencomplex opgeschrikt door de komst van een onbekende man. Een verhaal in zeven delen. Deze week: Brand in het huis van de vreemdeling.

De nachtmerrie van Sunshine

Die nacht viel Sunshine in een onrustige slaap. Ze droomde dat ze rechtop zat in haar bed en naar buiten keek. Tegen de achtergrond van de zwarte hemel vloog een brandende reiger.
Ze hoorde stemmen, ging naar buiten en liep over de grindpaden van de tuinen naar waar de rook vandaan kwam. Daar was Nel Schenk in haar nachthemd, ze had haar ogen open maar leek Sunshine niet te zien. Haar vader was er, in boxershort en Jaap in een pyjama. Ze lachten en wezen naar brandende zonnebloemen. Het vuur klom langs de stengels omhoog, tot aan de bloemen zelf. Sunshine droomde dat de knoppen van de zonnebloemen naar beneden vielen, op het dak van het huisje van de vreemdeling en dat het dak ook begon te branden. Ze droomde dat ze de vreemdeling zag, dat hij naakt was en heen en weer liep voor het huis. Er waren flarden van stemmen, geschreeuw en geren over de grindpaden. Het eindigde met een enorme regenbui die de brand bluste en het roet over de muren en de meubels van het huisje spoelde. Het was een nachtmerrie, dat was zeker.

Illustratie: Bette Adriaanse

De volgende ochtens

De volgende ochtend was Avar erg vroeg op, misschien had hij wel helemaal niet geslapen. Hij zat aan de keukentafel, stond op, liep naar raam, keek naar buiten, ging weer zitten, stond weer op, liep naar de kamer van Sunshine, luisterde aan de deur of ze nog sliep en liep weer terug naar de keukentafel.
Nel Schenk zat op de grond naast haar bed met de gordijnen dicht. Ze schreef in haar dagboek. Op de televisie die voor haar bed stond speelde de herhaling van haar serie van de avond ervoor. Het geluid stond hard. Af en toe keek ze op van haar dagboek en volgde ze de serie geconcentreerd, daarna schreef ze weer verder.
In het huisje van Jaap brandden de lichten ook al. Hij zat voor de spiegel in zijn werkkamer. Zijn vingers gleden langs de plooien van zijn huid, over zijn slecht geschoren baard en zijn wenkbrauwen. Toen de deur kraakte schoot hij rechtop in zijn stoel omhoog en verborg de spiegel. Het was de wind maar, het stormde zo hard dat het door de kieren van de huisjes waaide. Het gras waaide plat tegen de grond, de bladeren aan de planten bogen onder de stromende regen. Het was alsof alle broeierigheid van de afgelopen dagen nu tot een ontlading kwam.
Buiten liep Peter over de grindpaden van de tuinen. Zijn kleren waren doorweekt, zijn haren plakten aan zijn voorhoofd. Hij liep snel, want hij had nieuws. Als eerste klopte hij aan bij het huisje van Avar en Sunshine. ‘Er is brand geweest in het huis van de vreemdeling,’ zei hij buiten adem. ‘En Jasper is terug!’

Jasper is terug

Het huisje van de vreemdeling stond zwartgeblakerd in de regen. Het leek op een schedel, door de twee zwarte gaten aan weerszijden van de deur, waar de ramen hadden gezeten. Er zat een gat in het dak en binnen was alles doorweekt en zwart van het roet.
Jasper reed door de platgebrande tuin naar het huisje van de vreemdeling, wat dus eigenlijk zijn huisje was. Hij was terug en zag er uit zoals hij er altijd uit had gezien, voordat hij naar Canada was gegaan. Blond haar, een rozige gelaatskleur en een beetje te dik. Alleen zijn karretje was nieuw. Het was een soort overdekte rolstoel met een joystick, die met een laag zoemend geluid voor en achteruit ging. In het boodschappenrek van de kar lag het reglement van de tuinen. Boven Jaspers hoofd ging de storm gewoon door en een zware donderslag deed de grond trillen. Hij rolde met zijn kar over de drempel van het huis en reed recht op de vreemdeling af, die zijn doorweekte kleden van de muur aan het halen was. ‘Kees,’ zei hij, ‘je broer is er.’

Ik heb het niet gedaan

‘De voorzitter is terug,’ zei Jaap.
Hij, Nel Schenk en Avar stonden in de kantine. Ze stonden tussen met roet besmeurde schemerlampen, kleden, tafels en de halfgesmolten koffer van de vreemdeling; hij had alle spullen uit zijn huisje naar de kantine gesleept. Ze keken uit het raam naar buiten. Ondanks de onophoudelijke regen hield het huis niet op met smeulen. Er kwam een eindeloze dunne rookpluim vanaf.
‘Het schijnt dat de vreemdeling Jasper heeft gebeld na de brand,’ zei Jaap. ‘Het schijnt dat ze echt broers zijn.’
‘Ja,’ zei Nel Schenk. ‘Wel snel, uit Canada. ‘
‘Hij ziet er ook niet echt anders uit,’ zei Jaap.
‘Het schijnt dat hij een keer gezien is,’ zei Avar. ‘Bij de Caltexpomp.’
‘Eigenlijk kan je niet zomaar verdwijnen en dan weer terugkomen, zonder ook maar iets aan te kondigen,’ zei Nel Schenk.
‘En waar moet hij slapen,’ zei Jasper. ‘Ze kunnen daar niet z’n tweeën in.’
‘Misschien gaan ze alletwee wel weg,’ zei Avar hoopvol.
Ze keken naar Jasper en de vreemdeling die uit het verkoolde huisje kwamen.
‘Ik zelf had niet gedacht dat zo’n huisje zo makkelijk af zou branden. Ik bedoel, je zou toch denken dat het niet zo makkelijk gaat,’ zei Nel Schenk. Ze trok haar wollen sjaal dichter om zich heen.
Buiten stonden de vreemdeling en Jasper in de platgebrande tuin, op de plek waar voor de brand de zonnebloemen hadden gestaan. Ze keken naar de kantine.
‘Ik zie de gelijkenis nu ook ineens,’ zei Nel Schenk. ‘Het is iets in hun gelaatsuitdrukking. Iets wantrouwends. Alsof ze altijd op het punt staan iemand van iets te beschuldigen.’
‘Wij kunnen nergens van beschuldigd worden,’ zei Jaap luid. Zijn stem echode door de kantine. Het was stil in de kantine, alleen het geluid van de ventilator was te horen, die al dagen aanstond. Het was niet meer nodig nu, de benauwdheid had plaatsgemaakt voor de frisse geur van natgeregend gras. Boven de tuinen hing een lucht die zo donker was dat overdag de lichten aan moesten.
Nel Schenk stak een nieuwe sigaret op.
Buiten kwam Jasper de bosjes uitgereden. Op zijn schoot lagen twee lege jerrycans.
‘Maar mocht hij wel iemand willen beschuldigen, dan heb ik het niet gedaan,’ zei Jaap.
‘Wat?’ zei Avar.
‘Niks,’ zei Jaap.
Buiten hield Jasper de jerrycan omhoog in het licht.
‘Ik wilde alleen maar even zeggen dat jij wel blij zal zijn,’ zei Jaap. ‘Met de brand.’ Hij keek Avar niet aan. ‘Had jij het niet gisteravond nog over maatregelen, of iets dergelijks?’
‘Hij zei dat hij er wel begrip voor zou hebben als er maatregelen genomen zouden worden,’ zei Nel Schenk. Haar stem klonk hoog en zenuwachtig.
‘Dat moet jij zeggen,’ zei Avar.
‘Wat bedoel je daarmee?’ vroeg Nel Schenk scherp.
‘Helemaal niets,’ zei Avar. ‘Het viel me gewoon op dat jij bijna obsessief met de vreemdeling bezig was. Een beetje zoals iemand die de realiteit uit het oog verliest en tot alles in staat is.’
‘Tot alles in staat!’ zei Nel Schenk. ‘Ik ben juist het type dat helemaal nergens toe in staat is.’
Jaap en Avar zeiden niks. Regen sloeg hard op de ramen van de kantine.
‘Goh,’ zei Nel Schenk na een tijdje, haar keel schrapend. ‘Bewaarde jij niet een aantal jerrycans benzine in jouw schuur, Jaap?’
‘Is dat soms een misdaad?’ vroeg Jaap. ‘Het bewaren van benzine? Bewaren, dat is niet meer dan het nog niet weggooien van iets. Het aansteken, dat is de ware misdaad bij een brand.’
Avar spuugde op de grond. ‘Wat weten jullie nu eigenlijk van wat een misdaad is! Een duim die over het wieltje van een aansteker rolt, is dat een misdaad? Een achteloze beweging van een vinger?’
Hij schudde zijn hoofd.
‘Het mensenlichaam beweegt constant. Wij maken bewegingen zonder dat we het door hebben. Wij kunnen ons niet eens precies herinneren welke bewegingen we op een dag hebben gemaakt. En als zo’n beweging iets in gang zet, wat weer iets anders in gang zet, wat uiteindelijk een bepaald gevolg heeft, is dat dan niet gewoon de natuur, de loop der dingen? Leven en dood, moord en geboorte, regen en brand, dat zijn de dingen die nou eenmaal het leven maken!’
Avar hapte naar adem. Hij veegde zijn mondhoeken af met zijn mouw. Hij had een beetje geschreeuwd.
Nel Schenk en Jaap zeiden niets. Ze keken naar Sunshine, die in de deuropening van de kantine stond.
Met een rood hoofd wees ze naar Avar, Jaap en Nel. ‘Jullie hebben het gedaan,’ zei ze.
‘Nee,’ zei Avar. ‘Nee, nee, kleintje.’ Hij schudde zijn hoofd en maakte een sussend geluidje, hetzelfde geluidje dat hij ook maakte toen ze nog een baby was, toen ze een kleine baby was die boertjes moest laten en hulpeloos naar hem op keek vanuit de wieg. ‘Dat zouden wij nooit doen.’
Maar Sunshine liet zich niet sussen. Ze stampte van kwaadheid op de grond. ‘Jawel,’ gilde ze. ‘Ik heb het toch gezien. Ik heb alles gezien in mijn slaap.’ Met een ruk draaide ze zich om en rende naar buiten, de grindpaden op, naar haar huis naar haar kamer, waar ze de deur op slot draaide en die niet meer open deed, niet voor eten, niet voor Avar.

-

Bette Adriaanse is schrijfster en beeldend kunstenaar. Ze maakt tekeningen, schrijft fabels, verhalen, en heeft net haar eerste boek af. Ze publiceert in Engeland en Nederland. www.betteadriaanse.nl

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Twee dagen

Twee dagen

Rocher Koendjbiharie belicht de verschillende paden die we tijdens de aankomende verkiezingen in kunnen slaan. Kiest Nederland opnieuw voor rechts, en strompelen we verder richting democratisch en moreel verval? Of kiest Nederland toch voor een samenleving waarin we omkijken naar elkaar? 'Alleen fascisten zien antifascisme als een bedreiging.' Lees meer

Vergeten vrouwen 1

Vergeten vrouwen

In dit essay schrijft Anne Louïse van den Dool over vrouwelijke kunstenaars die meer dan ooit in de schijnwerpers staan. Niet alleen hedendaagse makers, maar ook opvallend veel vrouwen die rond 1900 actief waren in de kunstwereld trekken veel aandacht. Met solotentoonstellingen over Suze Robertson, Coba Ritsema en Jo Koster laten musea zien waarom juist deze kunstenaars alsnog een plek in de canon verdienen. Lees meer

De verdwenen kosmonaut

De verdwenen kosmonaut

Duizenden kilometers van de kosmonaut vandaan zit Igor, uitkijkend over de stad, terwijl hij luistert naar de ruis op de tv, naar de beukende eurodance plaat die nog naklinkt in zijn oren en naar een stem die hem probeert te overtuigen terug te komen. In De verdwenen kosmonaut van Thijs van der Heijden raakt een... Lees meer

Geen geld maakt ook niet gelukkig

Hard//hoofd zoekt een zakelijk assistent!

Wij zoeken een enthousiaste en veelzijdige zakelijk assistent (x/v/m) die ons zakelijke team wil versterken. In deze functie krijg je de kans om ervaring op te doen met de zakelijke en organisatorische kant van een literair tijdschrift en online platform. Lees meer

Het huis in mijn hoofd

Het huis in mijn hoofd

Wat als technologie je verbeelding probeert te esthetiseren? Mina Etemad bezocht in juni, tijdens de twaalfdaagse oorlog tussen Iran en Israël, de VR-voorstelling From Dust van Michel van der Aa. ‘Het zou troostend moeten zijn, maar hoe kan ik het rijmen met de realiteit hierbuiten?’ Lees meer

Het borrelt 1

Ortolaan

Liefde gaat door de maag, weet de chef in het verhaal van Fleur Klemann. Zorgvuldig bereidt hij al zijn ingrediënten én zijn geliefde: ‘Haar tong die ze langs haar vette lippen haalde, het rozige vlees.’ Lees meer

Naweeën

Naweeën

In Naweeën dicht Vlinder Verouden over vervellen, verpoppen, verschonen, volgroeien en legt zo het proces van veranderen vast. ‘Hier slaat de klok tien en stap ik uit spinseldraden slijmerig warm een / Laatste vinger die glijdt over de plastic bodem van een pot haargel.’ Lees meer

Het borrelt

Het borrelt

‘Vuur raakt water / en alles sist barst klapt fluit schuimt vergaat stijgt verdampt smelt breekt sterft’. Dieuke Kingma dicht over het moment dat het ondergrondse naar boven breekt: zoals bij vulkaanuitbarstingen, of de tweede symfonie van Mahler. Lees meer

Laboratoriumkinderen

Laboratoriumkinderen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In dit drieluik onderzoekt Louise van der Veen in vitro fertilisatie (IVF) als een mogelijke grond van het bestaan. Lees meer

:Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Podcast: Maandagavond – De aanleiding

Een nieuw seizoen van Maandagavonden door Nwe Tijd, dit keer ook te beluisteren bij Hard//hoofd. Met Johannes Lievens die zich – tegen wil en dank – in het feestgedruis stort, Ellis Meeusen over de voorpret, Suzanne Grotenhuis met een pleidooi voor kleine vieringen en Freek Vielen opent de avond met twee anekdotes. Lees meer

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wil de Nederlander opstaan alsjeblieft?

Wanneer de VVD pleit voor het bijhouden van gegevens over ‘culturele normen en waarden’ van mensen met een migratieachtergrond, over welke normen en waarden hebben ze het hier dan eigenlijk? Rocher Koendjbiharie neemt de eisen onder de loep die de politiek alleen stelt aan mensen die zichtbaar wortels elders ter wereld hebben. ‘Men wil geen vermenging van culturen en geen uitwisseling van gedachten. De echte eis is assimilatie en het afbreken van wortels.’ Lees meer

Als de bodem niet dragen kan

Groeipijn

‘Volwassen worden is zorgen voor’ luidt de wijsheid waar de hoofdpersoon in dit verhaal zich aan vasthoudt. In Groeipijn laat Tim Kobussen zien hoe hoe er een steeds letterlijke invulling aan die wijsheid wordt gegeven in een studentenkamer. Lees meer

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen 1

In een miniatuurgrafkistje wordt het duingentiaanblauwtje naar de natuurbegraafplaats gedragen

Van het zetten van kopjes koffie en het branden van salie tot de Pinterest-pagina van DELA: Maartje Franken schrijft over rouwrituelen en onderzoekt de grond waarin rouw wortelt. Lees meer

Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer