Asset 14

Modeziekte?

We draaien ons volgens Emy in de meest onmogelijke bochten om onze stress maar een naam te geven.

De berichten volgen elkaar sneller op dan me lief is, soms lijkt het of er maandelijks ergens in mijn omgeving iemand uitvalt. Een nicht die altijd zo opgewekt, sterk en ambitieus leek, vertelt niet meer in staat te zijn te kiezen wat ze op haar boterham zal smeren. Een collega die altijd om half acht al op het werk was, klaar om bergen te verzetten terwijl ik nog bezig was me uit mijn bed te slepen, die nu niets meer kan. Een vriendin die na een lange radiostilte verklaart: “Ik kwam op mijn werk en keek naar mijn bureau en dan zat ik een uur lang verstijfd met mijn handen vastgegrepen aan het bureau, omdat ik gewoon niet wist waar ik moest beginnen.”

Echte ziektes

Burn-out, als ik mijn vrienden en collega’s erover hoor, klinkt het als een nachtmerrie, iets wat je absoluut moet proberen te voorkomen. Maar tegelijkertijd lees ik in de media dingen als:

“Met een burn-out kun je aankomen. De ziekte wordt geassocieerd met dynamische en vastberaden mensen. Vandaar dat de diagnose vaak te lichtzinnig wordt gesteld.”

Aldus De Groene Amsterdammer twee maanden geleden, in een artikel met als boventitel “Burn-out, de nieuwe modeziekte”.

‘Modeziekte’, dat klinkt verwijtend. Mensen die het woord gebruiken lijken eigenlijk ‘aanstelleritis’ te bedoelen; je hebt echte ziektes en je hebt modeziektes. Ik herinner me dat eind jaren negentig anorexia een modeziekte werd genoemd. Aangezien ik daar als heel jong meisje ook ‘aan deed’, voelde ik me toen aangesproken: heb ik dit nu omdat anderen het hebben? Als ik nooit van anorexia had gehoord, was ik er dan zelf opgekomen? Mijn vermoeden: als ik er niet zelf op was gekomen had ik iets soortgelijks verzonnen om mezelf mee dwars te zitten. Maar uiteindelijk weet ik het niet en vraag ik me af: maakt het uit? Je wordt nu eenmaal beïnvloed door je omgeving. Allicht trek je je iets aan van een dun schoonheidsideaal, allicht maakt het uit voor jouw prestatiedrang of de maatschappij waarin je leeft prestatiegericht is. Dat een probleem een sociale achtergrond heeft, maakt het niet minder ‘echt’.

Cijfers van het CBS vanaf 2007 spreken tegen dat er een enorm aantal burn-outgevallen bij is gekomen. Ongeveer 13 procent van de werknemers zegt ‘uitputting door het werk’ te ervaren. Tussen 2007 en 2010 zag het CBS een lichte stijging, maar van 2010 naar 2011 is er juist weer een kleine daling. Of huisartsen de diagnose vaker zijn gaan stellen bij klachtenpatronen die ze eerst anders noemden (‘depressie’ of ‘chronische vermoeidheid’), kan ik niet direct achterhalen. Tellen is hier extra moeilijk omdat ‘burn-out’ niet in de psychologenbijbel DSM staat. In plaats daarvan schrijft je psycholoog meestal ‘ongedifferentieerde somatoforme stoornis’ op, een restcategorie voor psychosomatische stoornissen. Maar als huisartsen vaker zeggen: “Je hebt een burn-out”, dan wil dat vooral zeggen dat werkstress maatschappelijke erkenning heeft gekregen. Is het terecht dat modieus te noemen?

“In mijn tijd noemden we dat gewoon overspannen”

Net zoals er altijd al mensen zijn geweest die zich uithongerden, zijn er steeds mensen geweest die onder werkdruk bezweken. Daarbij veranderen de labels. “Burn-out? In mijn tijd noemden we dat nog gewoon ‘overspannen’,” zegt Kees Prins in de rol van vastgoedondernemer Huub Couwenberg in de serie Overspel. Voor ‘overspannenheid’ sprak men van ‘zenuwziekte’ (neurasthenie). De term is anders, de klachten vrijwel identiek, al geldt dat niet voor de veronderstelde oorzaak: neurasthenie kan door allerlei stressvolle situaties op de voorgrond treden; overspannenheid en burn-out duiden specifiek werkgerelateerde vermoeidheid aan. Voor psychologen is dat een lastige kwestie: kijk je alleen naar de klachten op zich of neem je de veroorzaker ook mee? Zorgt werkstress wel voor geheel andere klachten dan bijvoorbeeld relatiestress? Gaat het niet om een samenspel van stressoren?

Beeld: Noel Loozen

Dat juist werkstress aandacht krijgt is niet iets van de laatste jaren. Het burnout syndrome komt al uit de jaren zeventig. Toen schreef de Duits-Amerikaanse psycholoog Freudenberger de eerste wetenschappelijke artikelen over door werkstress veroorzaakte uitputting, die hij vooral onder goedwillende medici observeerde. Begin jaren tachtig volgde Maslach met haar definitie en een vragenlijst die nu nog hét meetinstrument voor burn-out is, de Maslach Burnout Inventory. Volgens Maslach moet je aan de volgende kenmerken voldoen om voor het label occupational burnout in aanmerking te komen:

  1. 1) Emotionele uitputting,
  2. 2) Verminderd plezier in en zelfs cynisme over je werk,
  3. 3) Het gevoel minder te presteren dan vroeger.

In de jaren negentig raakte de term ‘burn-out’ geheel ingeburgerd. Sinds Maslachs definitie bestaat er echter hevige discussie onder psychologen of kenmerk twee en drie bij het ziektebeeld horen en of we überhaupt een aparte diagnose voor burn-out moeten maken. Zulke discussies zijn typisch voor elk psychisch probleem dat bezig is officieel erkenning te krijgen.

De geschiedenis van het gros van de stoornissen verloopt grofweg zo. Artsen merken op dat mensen met klachten komen, bijvoorbeeld: “Wat hebben die soldaten veel zenuwtrekjes.” Dan worden er lijstjes opgesteld en labels verzonnen (‘shell-shock’), die worden aangevallen (“Ook zonder shells kun je er last van hebben”). Vervolgens worden er nieuwe labels bedacht (’PTSS’), die op hun beurt ook weer worden aangevallen.

Ik zei het al eerder, en velen met mij: die labels zijn constructies, uitkomsten van onderhandelingsprocessen. We moeten niet doen alsof ze naar een vaststaand ding verwijzen. Maar wat we al helemaal niet moeten doen is de onderliggende klachten wegschuiven als ‘modeziekte’.

Een beetje burn-out

Juist om te bewijzen hoe ‘echt’ burn-out is, wordt nu druk geprobeerd het zichtbaar te maken in de hersenen: Nijmeegse onderzoekers vonden op EEG-testen andere patronen van hersenactiviteit bij mensen met een burn-out dan bij gezonde proefpersonen. Patronen die ook weer net iets anders zijn dan wat je ziet bij mensen met een depressie. Hulde, zou je zeggen, maar nog los van bezwaren tegen dit specifieke onderzoek hebben zulke onderzoeken in het algemeen een gevaarlijke boodschap. Alsof er pas bij een uitschietende grafiek of oplichtend hersendeel werkelijk bewijs is dat klachten bestaan, alsof wat mensen zelf aangeven niet te vertrouwen is.

Wat als je bij iemand die zegt de klachten te hebben en die zichtbaar lijdt de verwachte patronen in de hersenen niet terugziet, noem je hem dan een leugenaar en stuur je hem terug naar zijn werk? Niet alles is meetbaar. De norm wanneer een klacht ernstig genoeg is om een stoornis genoemd te worden verschuift voortdurend, aan de hand van wat we als maatschappij bereid zijn te accepteren. Bovendien is wat voor de een ‘matig’ aanvoelt, voor de ander ‘ernstig’. Die tweede persoon stelt zich niet aan: hij of zij heeft om allerlei niet-verwijtbare redenen minder weerstand, minder reserves. Het gaat bij psychische klachten juist om die subjectieve ervaring.

Kennelijk kunnen we daar niet meer tegen, tegen subjectieve ervaringen. Het moet kristalhelder zijn wie ziek is en wie niet, voor verzekeraars in de eerste plaats en werkgevers en arbo-artsen in de tweede, maar ook voor de samenleving als geheel. Een label als ‘burn-out’ maakt een definitief onderscheid: degenen zonder diagnose zijn ‘slechts’ moe, degenen met diagnose zijn serieus ziek. Deze diagnose biedt een excuus voor gedrag of de afwezigheid van gedrag: “Ik zou graag met je afspreken, maar ja, mijn burn-out hè?” Aangezien een diagnose privileges kent, moet je die verdienen: je moet écht ziek zijn. Er is geen middenweg, een beetje burn-out is nog minder acceptabel dan een beetje verliefd (ook al zijn beide varianten wel degelijk mogelijk).

Misschien moeten we het vaker proberen, zeggen: “Ik heb een beetje een burn-out”. Gewoon om van anderen te horen: “Wat bedoel je, ‘een beetje’?” en het dan samen over de glijdende schaal van klachten te kunnen hebben. “Ja, ik heb last van emotionele uitputting die waarschijnlijk veroorzaakt is door een langdurige blootstelling aan stress. Ik ga nog wel naar mijn werk, maar niet meer elke dag.” “Goh, dat herken ik wel, maar wat is dat bij jou dan, ‘uitputting’?” Enzovoorts enzoverder.

Mail

Emy Koopman was jarenlang Hard//hoofd-redactielid en is literatuurwetenschapper, psycholoog en schrijver. Ze debuteerde in 2016 met de roman Orewoet. Haar meest recente boek Tekenen van het universum verscheen in januari 2022 bij uitgeverij Prometheus.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Rocher Koendjbiharie ligt in zijn essay het probleem toe: 'Homonationalisme is niks meer dan de voorwaardelijke acceptatie van mensen uit de regenbooggemeenschap ten behoeve van een nationale identiteit en een nationalistische ideologie.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer