De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Terwijl de aarde warmer wordt dan goed voor ons is, ziet Iris Blaak dat mensen naar uitersten grijpen om hiermee om te gaan. Waar de een zijn kop in het zand steekt, neemt de ander juist het drastische besluit om zich niet meer voort te planten. Iris wendt zich echter liever tot de kunsten voor duurzame oplossingen.
Adam en Eva schitteren naakt aan de wanden van zo’n beetje ieder toonaangevend kunstmuseum. Witte muren omheinen de haast kerkelijke oases van verstilling waar we de bronzen, ivoren en olieverf-op-doek antihelden uit Genesis maar al te graag bewonderen. Ondertussen voltrekt zich buiten de museummuren een zondeval 2.0. Want hoe gulziger we van de kennisboom genaamd wetenschap snoepen, des te hardnekkiger het besef dat we onszelf hebben verstoten uit een klimaatevenwichtig paradijs.
De vernuftige mens kon bij het uitvinden van de industriële en technologische snufjes die twee eeuwen lang vooruitgang beloofden, ook niet weten dat hij als bijproduct ‘global warming’ en ‘nucleaire straling’ lanceerde. Vandaag de dag is de stikstofdeken die plantensoorten en vogeleitjes bedwelmt keer op keer de door de mens bedachte maatregelen te slim af, stelt ecoloog Andre Jansen. Ook het hellevuur dat Australië vernietigt blijkt te groot om eigenhandig te blussen. ‘Vlammen die boven de boomtoppen uitkomen, kun je niet stoppen’, verklaart natuurbranddeskundige Cathelijne Stoof.
Ons superieure zelfbeeld heeft een deuk opgelopen die groter is dan het gat in de ozonlaag, aldus filosoof Timothy Morton
We schrikken steeds opnieuw van de onbevattelijke uitingsvormen waarmee de aardopwarming ons verrast, en die natuurlijk nooit onze bedoeling waren. Pleit dit ons vrij van schuld? Nee. Zijn we hiermee naïef? Ja. Ons superieure zelfbeeld heeft een deuk opgelopen die groter is dan het gat in de ozonlaag, aldus filosoof Timothy Morton. Decennialang schoven we dieren, planten en grondstoffen naar hartenlust van hot naar her als pionnetjes over een maquette. Nu die maquette een kansloze fantasie blijkt, (de wereld onderwerpt zich niet aan ons ontwerp!) zoeken we verloren naar een nieuwe betekenis van onze omgeving en onze verhouding daartoe.
Je hoeft maar om je heen te kijken en je ziet hoe velen het symbolische vijgenblad voor hun geslachtsdeel schuiven en de ‘trots’ op het ‘menszijn’ van zich afwerpen. Ze stoppen collectief met het consumeren van dierlijke etenswaren, laten zich steriliseren om bevolkingsgroei en daarmee extra CO2-uitstoot tegen te gaan en adoreren de ‘exclusion zone’ rondom Chernobyl, waar als gevolg van menselijke afwezigheid glimpen van het verloren natuurparadijs lijken terug te keren. Met de staart tussen de benen zouden ze het liefst van de aardbol afdruipen.
Maar de klimaatproblematiek blaast ook nieuw leven in de trotse tegenhanger van schaamte. Talloze wetenschappers, politici en gewone stervelingen, intensiveren het hoogmoedige vooruitgangsdenken dat juist leidde tot de huidige klimaatproblematiek. Door ‘nu’ en op ‘grote schaal’ in te grijpen, denken ze het kapotte ecosysteem te kunnen fixen met alle desastreuze gevolgen van dien. Of nog erger: ze slaan in de wind dat de klimaathel er überhaupt toe doet en vliegen net als premier Scott Morisson naar Hawaii om van magische zonsopkomsten te genieten, terwijl voor sommigen aan het thuisfront de zon voorgoed ondergaat.
Het vergelden van onze zonden door ons radicaal van de planeet terug te trekken enerzijds, en het terugvallen op de onnozele trots waarmee we de planeet denken te kunnen redden anderzijds, laten twee kanten van dezelfde medaille zien: het onvermogen om te accepteren dat het paradijs wat we dachten te bezitten niet meer is (en buiten de narratieven van de Bijbel en De Verlichting nimmer een echt paradijs is geweest).
Het lijkt me dat er in het hart van een vlammenzee geen plek is voor sentimenten naar weelderig groen waar een glinsterend watervalletje tussendoor sijpelt...
Willen we op een of andere manier betekenisvol samenleven met onszelf en onze mede-aardbewoners (ja), dan moeten we allereerst de idee opgeven dat we op een veilige afstand onder, of juist boven de ‘aarde’ kunnen staan. We staan er namelijk middenin. Naakt. Zonder overzicht. En het lijkt me dat er in het hart van een vlammenzee geen plek is voor sentimenten naar weelderig groen waar een glinsterend watervalletje tussendoor sijpelt, laat staan voor het smeden van snode toekomstplannen om die over honderd jaar te realiseren.
Ik zou een god zijn als ik kon verwoorden hoe dat ‘naakt in de wereld staan’ dán precies in zijn werk moest gaan. En toch: in tijden van crisis is het denk ik nooit verkeerd om je tot de kunst te wenden. Dan bedoel ik niet de goed geconserveerde portretten van Adam en Eva, maar de romans, installaties en theatervoorstellingen van deze tijd. Want zij weten onze categoriserende breinen uit te schakelen, dwingen ons om te experimenteren met onze feilbaarheid in chaotische situaties en doen hardvochtig een beroep op onze gevoelens van klimaatschaamte en -trots, die wel wat cultivering kunnen gebruiken.