De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Wolter de Boer luisterde naar de kersttoespraak van de koning en was verheugd dat hij over onze geluksobsessie sprak. Wel liet de koning een paar belangrijke maatschappelijke factoren voor de ellende van individuen achterwege in zijn rede.
De koning zei in zijn kerstspeech: ‘Geluk laat zich niet dwingen. Het is ongrijpbaar. Het komt plotseling, als een geschenk uit de hemel.’ Ik denk dat hij daarin gelijk heeft, met de belangrijke kanttekening dat de hemel waar dat geluk uit valt voor sommige mensen op een net wat grotere kier staat dan voor anderen. De koning richtte zijn toespraak in het bijzonder tot jongeren. Of het terecht is om specifiek de jongeren op hun ‘geluksobsessie’ aan te spreken, is maar de vraag. Meer dan de generaties voor haar lijken juist jongeren in staat een collectieve vuist te maken tegen de toekomstige bedreigingen van haar welzijn.
Media, overheid en een welig tierende zelfhulpindustrie legden de afgelopen jaren de verantwoordelijkheid voor een gelukkig leven vooral bij het individu. Dat zorgt voor druk op mensen, die ze paradoxaal genoeg ongelukkiger kan laten voelen. Iedere stoot die de mythe van het maakbare individuele geluk een stap verder naar zijn einde helpt lijkt me er daarom een gewonnen. Het was prettig om te zien dat de koning daar zijn steentje aan bijdroeg.
Van alle kanten komen er signalen dat het er slecht voorstaat met de jongeren van nu. Een journalist van de Volkskrant schreef dat de speech van de koning over ‘de verslechterde situatie van jongeren’ ging. Die verslechterde situatie heeft de afgelopen jaren een steeds prominentere rol gekregen in het Nederlandse medialandschap. Met name een recent rapport van de Sociaal-Economische Raad gooide olie op het vuur. De conclusie was helder en alarmerend: de Nederlandse jongeren van nu staan onder steeds meer druk.
Gelijktijdig zijn er onderzoeken die het tegendeel aantonen. Uit studies onder jongeren en volwassenen die we in Nederland regelmatig herhalen, blijkt bijvoorbeeld dat het aantal psychische problemen onder jonge mensen redelijk stabiel is. Nu omvat ‘welzijn’ natuurlijk meer dan het wel of niet hebben van psychische moeilijkheden, maar er rijst wel een belangrijke vraag. Klopt het dat het slechter gaat met de Nederlandse jeugd, of denken we vooral dat het slechter gaat omdat we het er meer over zijn gaan hebben?
Het antwoord op die vraag ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Enerzijds heerst het beeld van jongeren die ten onder gaan aan de excessen van onze individualistische maatschappij zoals prestatiedruk, competitiedrang en faalangst. Tegelijkertijd mobiliseren jongeren zich steeds meer om zich hard te maken tegen onrecht. Wereldwijd rukken protestbewegingen tegen ongelijkheid op, en in die bewegingen zijn jongeren goed vertegenwoordigd. De klimaatprotesten in ons land laten zien dat ook Nederlandse jongeren de geest van het protesteren opgevat lijken te hebben. Wanneer hier ook het grote gehalte flexbanen en het geringe aantal betaalbare woningen aanleiding worden tot verzet, betekent dat een eerste stap op weg naar sociale hervorming.
Vooralsnog denk ik dat het geen kwaad kan, de koning die ons vertelt dat het oké is om de barstjes in ons bestaan aan elkaar te laten zien. Dat in zijn speech het tekort aan betaalbare huizen, de flexibilisering van de arbeidsmarkt of de dreigende ondergang van de aarde daarbij niet aan bod kwamen, was jammer. Hopelijk wordt 2020 het jaar waarin onze barstjes wat minder aanleiding geven tot individuele schuld en schaamte, en meer tot collectieve verontwaardiging.