Asset 14

Biecht

Zondagsschrijver (III): Biecht

Zondagsschrijver Sara van Gennip zegende Hard//hoofd in 2017 zeven weken lang iedere zondag met een kort verhaal. Over geloof, en het gebrek daaraan. In het kader van de Biechtweek een herpublicatie van het derde deel: Biecht.

‘En ik dacht: ik blijf maar dansen, dansen tot ik durf. En ik draaide en ik tolde en ik deed een pas naar achter, naar voren en naar links. En ik draaide en ik danste en ik zwierde om mijn eigen as. Maar ik durfde nooit. En ik dacht: ik moet zitten, gewoon even zitten. En nu zit ik. Maar zie ik geen reden om ooit weer op te staan.’

Justus luistert maar half naar de dronken tor die zich nu al ruim een uur verschanst in een van de toilethokjes. Zorgvuldig neemt hij de wastafels af met een vochtig doekje. Daarna sopt hij ze in met een schuursponsje en laat het middel inwerken terwijl hij de spiegels poetst. Van een paar doorgesneden uien in het water gaan ze weer mooi glanzen en de strepen wrijf je het best weg met een schone droge theedoek, weet hij inmiddels. Op een van de grote spiegels is met rode lipstick een hart getekend. Hij schudt zijn hoofd. Het spul is vet en lastig te verwijderen, een vaatdoekje neemt het niet op maar smeert het simpelweg uit. Justus dacht altijd dat de mannenwc’s het ergst zouden zijn. Hij had zich voorbereid op pis naast de pot, kots op de bril en sperma op de deuren. Nu hij hier drie jaar werkt weet hij dat vrouwen de smerigste wezens op aard zijn.

‘Ze is jarig vandaag. Of: zou zijn geweest. Ze hield van glitter, van regenbogen, van dansen tot de zon opkwam, van chocoladetaarten met mokkacrème, van meeliften met vrachtwagenchauffeurs naar god weet waar. Ze hield van risico. Ze hield van mij. Je zou zeggen: ze hield van leven. Ja. Zo klinkt het toch?’

Justus kan het niet helpen dat hij knikt. Het is te hopen dat ze zo uit zichzelf opstaat en vertrekt. Hij neemt de lipstick af met een rol keukenpapier en spuit wat Glassex op de spiegel. Het rood verdwijnt maar de contouren van het hart blijven zichtbaar. Met een sponsje draait hij rondjes tot het vet is opgelost. Na een paar halen met het vaatdoekje, gevolgd door het drogen met de theedoek, is het hart verdwenen.

‘De waarheid is: we zouden samen springen. Ja. We zouden samen gaan.’

Hij bukt zich en kijkt door de opening onder het hokje door. Hij ziet twee halfhoge veterlaarsjes van zwart leer. Een panty met een polkadotpatroon. Stevige kuiten. Als hij stem en voeten combineert, schat hij haar een jaar of dertig. Vijfentwintig misschien. In ieder geval iets ouder dan de meeste meisjes die hier komen plassen voor vijftig cent. Hij probeert haar te herinneren. Welk hoofd past bij een polkadotpanty? Als hij overeind komt moet hij plots de neiging onderdrukken om op de wc naast de hare te gaan staan, en over het muurtje heen te kijken. Hij legt zijn hand op haar deur en beeldt zich in dat zij hetzelfde doet.

‘Het was op de kade, vanaf waar de jongens springen. We waren voorbereid. Van tevoren zware stenen uitgezocht, en voor haar een anker, voor mij een oude magnetron. Alles verstopt achter het strandwachtershuis. Op de nacht zelf – de zomer was bijna voorbij – droegen we allebei dezelfde lange jas die we samen in de uitverkoop hadden gekocht. Er zaten zeven zakken in en een rits van kin tot knie. Zij had een draagbare cd-speler mee en draaide heel zachtjes liedjes over liefdes. Al draaiend en wiegend, tollend en zwierend, sleepten we de keien naar de kademuur. Het anker bond ik met een touw om haar middel, zij de magnetron met een ketting om de mijne. We zagen er belachelijk uit. We dansten en we kusten, we dansten tot we durfden. Zij sprong als eerst. Ik keek haar na.’

Hij houdt zijn adem in. Weet ze dat hij hier is, dat hij luistert? Zachtjes ademt hij uit, bang haar te doen schrikken. Zijn hand houdt hij op de deur, alsof hij haar hand vasthoudt. Verlangend kijkt hij naar zijn emmer sop, de spons, de droge doek. Ze moet hier weg, zodat hij verder kan. Gewoon verder kan. Het ingewerkte sop moet van de wastafels worden genomen. Ze moeten drooggewreven en de vloer moet nog gedweild. Eerst bezemen met een harde borstel, dan gedweild. Sommigen vergeten dat, soppen al het vuil de voegen in. Hoe laat is het? Hoe lang nog voor de beveiliging komt? Gelukkig zijn de wc’s al schoon. Alle wc’s, behalve die van haar.

‘Het stopt nooit. Het malen, het stampen, het zuchten tot ik door mijn knieën knik. Ik haal adem, nog steeds, kan er niks aan doen. Elke dag als ik weer wakker word en denk: “godver, godverdomme, weer een dag.” Dan sluipt de lucht als vanzelf mijn longen in, op automatische piloot. Het stopt niet, stopt nooit. En ik doe zo mijn best. De dagen te stoppen, de tijd te stillen. Voor even, voor eeuwig. Omdat ik niet kan verdragen dat ik gewoon maar dooradem, als de eerste de beste idioot. Ik heb zo vaak gedacht: ik ga, ik spring. Ik doe het verdomme alsnog. Maar ik doe het niet, ik doe het nooit.’

Voorzichtig haalt Justus zijn hand van de deur, drukt dan even zijn hoofd ertegen. Bonkt drie keer, wacht. Even is het stil. Dan snuit ze haar neus.

‘Ik had haar bij me moeten houden, tegenhouden, nog meer van haar houden.’ Nogmaals snuit ze haar neus. ‘En nu? En wat moet ik nu? Ik kan niet blijven zitten, blijven knikken, tot ik barst.’

Justus beweegt zijn handen naar boven, tot zijn vingers het boveneinde van de deur vastklemmen. Dan hijst hij zich op. Het is zwaarder dan hij dacht. Zijn biceps spannen aan, zijn nek trekt, hij houdt zijn lijf stijf als een plank. Even ziet hij haar, haar kruin en de bolling van de laarsjes. Ze staart voor zich uit, weet misschien niet eens dat hij er is. Haar beide handen houdt ze tegen de deur gedrukt, haar nagels roodgelakt. Ze haalt haar neus op, kijkt dan plotseling omhoog. Niet verrast, niet boos of opgelucht. Ze kijkt hem aan, haar ogen zwart omrand.

‘En ik dacht: ik blijf maar dansen, dansen tot ik durf. En ik draaide en ik tolde en ik deed een pas naar achter, naar voren en naar links. En ik draaide en ik danste en ik zwierde om mijn eigen as. Maar ik durfde nooit. En ik dacht: ik moet zitten, gewoon even zitten. En ik ging zitten op de kademuur. Maar nooit zag ik een reden om weer op te staan.’

Hij laat zich zakken. Zijn armen tintelen en zijn benen voelen slap. Hij wankelt naar de emmer sop. Pakt dan de dweil. Hij vergeet de bezem. Hij vergeet de ingeweekte wastafels. Hij vergeet dat er nog een laatste wc te poetsen is. Hij vergeet het legen van de prullenbak bij de entree. Hij giet de emmer sop over de vloer en dweilt.

Oorspronkelijk gepubliceerd op 19 maart 2017.



Mail

Sara van Gennip schrijft verhalen waarin mensen discussiëren, liefhebben en geloven tegen beter weten in. Ze studeerde in 2012 af aan de (drama)schrijfopleiding van de HKU en schreef sindsdien o.a. theater voor Oerol, Over het IJ, Festival Boulevard en het Kameroperahuis, en korte verhalen voor ShortReads. Ze won diverse prijzen voor haar werk.

Lune van der Meulen is illustrator, schilder en schrijver. In haar werk staat de mens en zijn onvermogen vaak centraal. Ze weet eigenlijk nog niet precies wat ze wil, dus doet ze maar zoveel mogelijk van alles.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

[Deadline verstreken] Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

In welk harnas hul jij je? Stuur voor 14 september je pitch in en draag met een (beeld)verhaal, essay, poëzie of kunstkritiek bij aan het magazine ‘Harnas’. Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer