Hard//hoofd plaatst elke maand een ZKV (Zeer Kort Verhaal) van Constantijn Huygensprijs-winnaar A.L. Snijders. Deze maand: de belevenissen van de eenzame idealist Volker B..
Enige dagen geleden nam ik van verbazing een lifter mee. Je ziet ze weinig, ze zijn zeldzaam, tegelijk met de vooroordelen verdwenen uit de herinnering. Hij was op weg naar Polen, naar Miedzygorze, waar een geëmigreerde vriend woonde die hij dertig jaar niet had gezien. Hij zou Polen die avond niet meer halen, ik bood hem een maaltijd en een bed in mijn huis. Als hij een moordenaar was, zou ik die nacht als mensenvriend sterven, maar ik maakte me geen ernstige zorgen, de statistiek was in mijn voordeel.
Aan tafel vertelde hij over de PGI, de Partij Geluk voor Iedereen, aan het eind van de jaren zeventig opgericht door Volker B., een vriend van zijn vader. Zoals de partijnaam zegt, was deze man een idealist. Hij verkocht zijn huis en stak al zijn geld in de partij. Hij deed mee aan de Tweede Kamerverkiezingen, maar had weinig succes, met 250 stemmen haalde hij de kiesdrempel niet. Het vuur bleef echter branden, hij richtte zich op de wereld, telefoneerde met het hoofdkwartier van de Verenigde Naties en met Yoko Ono. De PTT sloot hem af toen hij de telefoonrekening van twintigduizend gulden niet kon betalen. Het was de tijd dat Nelson Mandela nog gevangen werd gehouden op Robbeneiland. Volker B. maakte bekend dat hij hem zou gaan bevrijden, maar werd bij een tussenstop op het vliegveld van Kenia door militairen opgevangen en teruggestuurd naar Nederland. Hier bleef hij niet, hij ging naar Frankrijk. Daar werkte hij op boerderijen en rookte hasj. Begin '97 gijzelde hij een kleuterklasje in het dorp waar hij woonde. Het dreigwapen was weliswaar van plastic, maar het was niet van echt te onderscheiden. Hij werd overmeesterd door een elite-eenheid van de oproerpolitie en in een gesticht geplaatst. (Hij was manisch-depressief, ik had het eerder moeten vermelden, maar het verhaal sleepte me mee.)
Hoewel Frankrijk een barbaars land is, werd Volker B. na enige maanden losgelaten en teruggestuurd naar Nederland, waar hij al gauw weer rondliep in een middelgrote landstad en zijn vroegere vrienden groette.
De kleuterleidster moest haar baan opgeven, zij bleef in de ban van de gijzeling. Ik vraag me af of je zulke spanningen niet met terugwerkende kracht van je kunt afwerpen als blijkt dat het machinegeweer van plastic was. Je bent immers niet in gevaar geweest. Is dit een vreemde gedachte? Vreemder dan wat ik lees bij E. Annie Proulx in Scheepsberichten? Daar zegt iemand dat je 's avonds beter kunt breien dan overdag, omdat schapen dan liggen. (Het herinneringsvermogen van wol.)