Asset 14

Wij hebben nood aan toekomstverhalen

Er is een groot tekort aan toekomstverhalen, aldus Pim Cornelussen. De hoogste tijd om hier verandering in te brengen.

Schrijvers, waar blijven de verhalen van de toekomst? Je zou denken dat in onze confrontatie met een financiële crisis, een ecologische crisis, een existentiële crisis, een socio-politieke crisis en een culturele crisis de toekomstverhalen voor het oprapen liggen. Niets lijkt minder waar. Sterker nog, we kunnen ons er nauwelijks een voorstellen. Toch is de nood aan toekomstverhalen groot. Om verder te kunnen kijken dan vandaag hebben we verhalen nodig die ons vertellen welke uitvalswegen uit het heden er zouden kunnen zijn. De toekomst is op dit moment een grote onbekende monoliet die we het liefst willen ontwijken. Terwijl we in het heden druk bezig zijn met het verhelpen van de noodtoestanden, worden we doodgegooid met onheilsberichten. We hebben de strijd al verloren, er rest ons letterlijk geen tijd meer. Daarbij ervaren we een extreme gelatenheid. Het is namelijk al te laat, en het ligt in de lijn der verwachtingen dat de toekomst slechter zal zijn.

De gedachte dat de toekomst op een sisser uitloopt is gemeengoed geworden. Een effect van deze gedachte is dat we een onbehagen voelen. Een onbehagen bij dat wat buiten onze macht toch wel op ons af komt. Hoewel er buiten de literatuur om mondjesmaats alternatieven worden geformuleerd, blijft het op literair vlak verdomd stil. Terwijl de universiteitsmuren in Amsterdam kraken en er een feestelijke parade wordt gehouden in Brussel, komt er vanuit de literatuur niet direct een teken van hernieuwd engagement. Waar vinden we heden ten dage verhalen die deze impasse doorbreken?

Onlangs werd de Amerikaanse auteur Dave Eggers uitgenodigd door de Universiteit Gent om de Amnesty International leerstoel te bekleden. Hier gaf hij een lezing met de titel Amplifying Unheard Voices waarin hij zich sterk maakte om de stemmen die in de randen en kieren van de samenleving fluisteren, stemmen die nu nauwelijks gehoord worden, een microfoon te geven. Een microfoon waardoor ze hoorbaar en zichtbaar worden voor anderen en waardoor ze zichzelf horen praten. Eggers pleitte ervoor om dit als een oefening in emancipatie te zien. Wat Eggers deed was eigenlijk heel simpel. Hij gaf de mensen die hij opzocht twee dingen: tijd en een luisterend oor. Daarnaast hadden ze de garantie dat ze in een boek terecht zouden komen, en dat het verhaal dat ze vertelden er dus toe deed. Tijdens de lezing gaf hij als voorbeeld een school met veel Afro-Amerikaanse leerlingen. Hier had hij de oefening gedaan na een incident tussen de politie en de leerlingen, waar sprake zou zijn geweest van racisme. De leerlingen werden door de media weggezet als relschoppers en bajesklanten, zonder dat ze zelf ooit hun versie van de feiten hadden kunnen geven. Door de oefening kregen zij eindelijk de kans om hun perspectief te verwoorden. Hetzelfde herhaalde hij ook met gevangenen. Wat al deze mensen gemeen hadden was dat in een uitzichtloze positie zaten. Doordat ze eindelijk het gevoel hadden dat ze gehoord werden, kwam er een ongelofelijke sociale dynamiek op gang en werd hun gevoel van eigenwaarde weer aangesproken. Eggers zag in deze oefeningen een kans om alternatieven te bieden tegen de heersende narratieven in – een kans om ‘empowerment’ toe te passen door mensen een verhaal te laten vertellen en de verhalen de gemeenschap in te gooien. Deze verhalen waren alle documentair; ze vertelden de werkelijke verhalen van mensen.


Illustratie: XF&M

De vraag is of deze methode ook niet op een fictief niveau plaats kan vinden. Op welke manier zou een ‘stille stem’ zoals de toekomst een microfoon kunnen krijgen? Weliswaar ontbreekt ons het niet aan eigenwaarde, maar wel aan een toekomstperspectief. Ook de toekomst is namelijk iets wat we niet kennen en onbewust vrezen. Door verhalen te vertellen kunnen we deze angst collectief te lijf gaan. Het gaat er niet om dat iedereen nu ineens science-fiction gaat schrijven, maar dat de toekomst aandacht krijgt en verschillende stemmen ontwikkelt. Zij staat namelijk alles behalve vast. Fictie biedt bij uitstek de mogelijkheid om verschillende narratieven op te bouwen rond de toekomst, juist omdat zij zich niet niet aan de kaders van het heden hoeft te houden. De vraag naar de waarschijnlijkheid van wat er geschreven wordt is daardoor niet zozeer van belang. Wat belangrijker is, is dat het onze verbeelding tart. Fictie hoeft zich niet per se politiek of economisch uit te spreken, maar kan door de toekomst te fictionaliseren een ander beeld van de politiek en economie schetsen. Een beeld dat de verbeelding opent en onze horizon verbreedt.

Literatuur is de kunstvorm van de toekomst

Het is belangrijk dat we eens stil staan bij de toekomst, ook al lijkt dit op het eerste gezicht een tegenstrijdigheid. Door haar niet weg te redeneren met berekeningen en voorspellingen maar haar juist te verbeelden, worden we geconfronteerd met de vraagstukken van de toekomst. En door haar niet over te laten aan de loop van de tijd, maar door het representeren van alternatieven provoceren we haar onvermijdelijkheid. We zijn het aan ons heden verplicht om onze verbeelding hiervoor te gebruiken. Door de verbeelding bieden we onszelf de vrijheid om te fantaseren en met creativiteit de vraagstukken van de toekomst te benaderen. Niet door een helse voorspelling, maar door de lichtheid en het plezier van het verbeelden. Hoe moeten we anders ervoor zorgen dat zij ooit verandert? We hebben verhalen nodig die over de crises heen een perspectief bieden. Literatuur is hiervoor het ideale medium omdat zij bestaat bij de gratie van de dialoog tussen lezer en verhaal. Literatuur is bij uitstek de kunstvorm die een beroep doet op de verbeelding van de lezer. De lezer wordt actief betrokken om de wereld die wordt opgeroepen mee vorm te geven. Zo heeft iedere lezer die Don Quichote leest een andere Sancho Panza voor ogen. En ziet iedereen die 1984 leest een andere totalitaire wereld voor zich. Het vermogen van literatuur om via de interpretatie van de lezer een eigen verbeeldingswereld te scheppen, zorgt ervoor dat er een ruimte ontstaat die tegelijk uniek en mededeelzaam is. Vanwege deze kracht moet de literatuur worden ingezet om utopische samenlevingen te beschrijven. Niet om dat wat beschreven staat in de praktijk om te zetten, maar om de verbeelding van ons allen aan te wakkeren.

Schrijven is een daad van verzet

Literaire utopieën volgen uit momenten van crisis. Deze crisissen kunnen gelezen worden als momenten waarop de dominante ideologieën niet meer alle antwoorden bieden op de behoeften en verlangens van de mens.
In de vroege 16e eeuw zag de eerste utopie het licht. Thomas More schonk de wereld toen een beschrijving van hoe het er in de meest ideale samenleving aan toe ging. Hij deed dit in een maatschappij die gekenmerkt werd door godsdienstoorlogen, armoede en hongersnood, vroeg kolonialisme en extreme ongelijkheid. More gebruikte in deze tijd de literaire satire om een reactie op de staat van Engeland te geven. De satire moest een spiegel zijn waarin de lezers een vervorming van de werkelijkheid zagen. Niet alleen moesten ze daardoor ontzag krijgen voor de staatsinrichting van de utopieërs, ze moesten ook gaan nadenken over de samenleving waarin ze zelf leefden. Utopia was vanaf zijn conceptie een vorm van literair verzet.

Enkele eeuwen later schrijft Aldous Huxley, te midden van de Vietnam oorlog, de opkomende consumentenmaatschappij, de dekolonisatie en de Koude Oorlog, Island. Ook hij gebruikt de utopische vorm om verzet aan te tekenen. Island is een roman over Pala, een fictief eiland in de buurt van Sri Lanka dat grotendeels ongemoeid is gelaten door de Europese kolonialisten. In navolging van More schetst Huxley een beeld van een ideale samenleving. Een utopische wereld die totaal tegengesteld is aan Brave New World, zijn bekende dystopische roman. Zo wordt de populatie in Brave New World door middel van de drug Soma onder controle gehouden, waar in Island drugs juist worden gebruikt om mystieke ervaringen te beleven. Zelfs Oedipus Rex, een van de meest fatalistische stukken van de Europese cultuur, wordt in Pala herschreven met een gelukkige afloop.

Beide schrijvers gebruiken de utopische vorm om commentaar te leveren op het heden. In hun beschrijving van een utopische samenleving halen ze de common sense onderuit en presenteren ze andere visies op de maatschappij die de verbeelding uitdagen en openen. Ze nemen de verantwoordelijkheid op om deze ontvankelijkheid te creëren. Daarmee houden ze zich ver van enige politiek engagement, maar nemen ze het engagement van de kunsten serieus.

Utopieën zijn lachspiegels

In een tijd waarin ook de verbeelding in crisis is, is het interessant om het voorbeeld van More en Huxley te volgen. Moeten we ons dan bezig houden met de beschrijving van een gelukkige en perfecte samenleving? Levert dat geen uiterst saaie kunstwerken op? Misschien, maar het is in ieder geval compleet het tegengestelde van onze huidige obsessie met het einde van de wereld. We schijnen de toekomst alleen nog maar dystopisch tegemoet te kunnen treden. Utopieën zijn daarentegen als lachspiegels. Ze spiegelen ons bestaan aan een wereld die herkenbaar, maar toch ook vreemd is. Wellicht hoeven we ons niet zozeer bezig te houden met een gelukkige toekomst, maar eerder met het leven in de toekomst. Science fiction is hier een goed voorbeeld van. Zo nemen de verhalen van Isaac Asimov de toekomst als speelterrein om vragen op te roepen rondom robots en ethiek. In zijn verhalen schept Asimov een fictieve toekomst waar relevante vragen voor het heden worden gesteld. Zijn werk roept de vraag op hoe we onszelf kunnen herschrijven en laat daarmee zien dat de beste spiegel de fictieve spiegel is.

De toekomst is fictief

Er zijn natuurlijk wel hedendaagse schrijvers te vinden die dit spanningsveld opzoeken. Michel Houellebecq is zijn hele oeuvre al toekomsthypotheses aan het uittesten, van Elementaire Deeltjes, waar hij de mensheid laat uitsterven ten voordele van een genetisch gemanipuleerd ras, tot aan zijn laatste roman Soumission, waar hij in de toekomst de Franse samenleving laat overgaan in een islamitische staat. In zijn werk wordt het verschil tussen utopie en dystopie opgeheven om een ambigu narratief te vormen en laat hij de lezer zelf beslissen of dit positief of negatief is. Want misschien vinden we het in een samenleving zonder idealisme wel voordelig om mensen aan de knoppen te hebben die precies weten hoe ze hun leven willen leiden. De satirische science fiction parabels van Kurt Vonnegut worden gekarakteriseerd door speculaties over hoe de wereld zou kunnen zijn. Hij stelt fundamentele vragen over de vrije wil, de (on)vermijdelijkheid van oorlog en het doel van de menselijke geschiedenis. Ook zijn werken worden gekenmerkt door utopische en dystopische elementen; zo vertelt Galapagos het verhaal van een terug evoluerende mensensoort, die eenzaam op een eilandengroep uiteindelijk tot zeehonden verwordt. In ons taalgebied kunnen De Keisnijders van Pieter de Buysser, Zwerm van Peter Verhelst en Efter van Hanna Bervoets gelden als voorbeelden van utopische literatuur. Zij bieden de lezer uitdagende perspectieven uit de hedendaagse impasse.

Dit zijn echter de uitzonderingen in een tijd van toekomstloze verhalen. Het wordt tijd om daar verandering in te brengen. Tijd om onze verbeelding open te breken en perspectieven te bieden in een uitzichtloze tijd. Want het is juist op deze manier dat een verhaal de toekomst vorm kan geven. Niet door er daadwerkelijk een blauwdruk voor te zijn, maar door er uitdagend tegenaan te schoppen.

--

Pim Cornelussen (1989) studeerde theaterregie aan het RITS en is momenteel bezig aan zijn master Wijsbegeerte in Gent. Hij schrijft proza, poëzie en theaterteksten. Daarnaast is hij hoofdredacteur van het Vlaamse literaire tijdschrift Kluger Hans.

Mail

XF&M zijn een illustratie duo uit Groningen. Vanuit hun studio/huis werken zij samen aan hun illustraties, laag voor laag, met pen en papier, wat potlood, verf, krijt, inkt, stiften…en misschien nog wat spuitbus…

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Voor de meisjes

Voor de meisjes

Terra van Dorst dicht over de passiviteit van het wachten op morgen en het uitstellen van keuzemomenten. ‘morgen gaan we een ijsje halen / zullen de bramen rijp zijn / maak ik een besluit’ Lees meer

Regenwormen 1

Als de bodem niet dragen kan

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Anouk von Seida schrijft over de betonplaten op een boerderij en het onverwachte leven dat zich daarin afspeelt. Lees meer

Grond & Ik

Grond & Ik

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. In 'Grond & Ik' zoekt Lisia Leurdijk naar manieren om een dialoog tussen het individu en de grond te openen. Lees meer

Regenwormen

Regenwormen

Afgelopen zomer namen tien aanstormende schrijftalenten deel aan het Schrijverskamp van Frontaal, waar ze werkten ze aan teksten rondom het thema Grond. Milou Lang graaft in dit tweeluik naar wormen, gangenstelsels en de geborgenheid die de grond kan bieden. ‘hier duw ik geil zijn in de kluiten aarde / durf mijn vingers te verliezen in slib en schimmeldraden’ Lees meer

Luchtspiegeling

Luchtspiegeling

'We bewegen log en lief.' Madelief Lammers onderzoekt in dit gedicht de onstilbare honger tussen twee mensen, een wankele relatie waaraan iets fundamenteels ontbreekt. 'Zie je hoe we ondanks die woede nog zo mooi zijn als een slapend paard dat met haar huid trilt om een daas te verjagen?' Lees meer

Stomwijzer

Stomwijzer

Marthe van Bronkhorst loodst je door het wispelturige politieke landschap aan de hand van haar alternatieve stemwijzer. Lees meer

Auto Draft 8

Programma: Ik wil, wil jij ook? - consent in illustratie

Vier samen met Hard//hoofd de publicatie van onze recent verschenen bundel over seksueel consent! Lees meer

Roze, wit, blauw

Roze, wit, blauw

Rechtse en nationalistische partijen laten in hun nieuwste verkiezingsprogramma’s zien dat hun ruimte voor de lhbtqia+-gemeenschap altijd voorwaardelijk is geweest. Journalist Rocher Koendjbiharie legt uit: 'Homoseksualiteit en vrouwenrechten zijn binnen rechtse kringen vaak pas relevant wanneer ze in relatie tot migratie besproken worden.' Lees meer

:Winnaar publieksprijs Rode Oor: Vespula vulgaris

Winnaar publieksprijs Het Rode Oor: Vespula Vulgaris

In een pot met schuimbanaantjes vecht een wesp om los te komen. Myrthe Prins portretteert een winkelbediende die in een snoepwinkel aan zoetigheid proeft. Met Vespula Vulgaris won zij de publieksprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Winnaar Stoute Stift 2024 1

Winnaars De Stoute Stift 2025

Cynthia Van Der Heyden won met haar illustratie de publieksprijs en Sarah Pannekoek won de juryprijs van De Stoute Stift 2025. Lees meer

Pekingeend

Winnaar juryprijs Het Rode Oor: Pekingeend

Twee personen blijven samen achter in de keuken, waar ze tijdens het bereiden van een pekingeend steeds dichter verstrikt raken in het spel van aanrakingen, blikken en opdrachten. Met Pekingeend won Fleur Klemann de juryprijs van Het Rode Oor 2025. Lees meer

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer