Asset 14

Waarom walgen wij?

Filosoof Farid Zahnoun vraagt zich af wat walging is. Pis, stront, snot, puisten en smegma: het zijn vaak menselijke stoffen die ons doen walgen. Maar tranen dan weer niet. Waarom walgen wij?

“Heeft u misschien een sigaretje voor me?” Het station van Luik, ik ben op zoek naar de trein die mij terug naar Antwerpen moet brengen na een conferentie over mijn onderzoeksonderwerp: walging. Een man, niet echt een fris type, vraagt mij om een sigaret. Ik steek net mijn laatste op, dus ik moet hem teleurstellen. Hij vraagt me of ik het sigaretje misschien wil delen. Zo te zien heeft deze man al een tijd geen tandenborstel meer ter hand genomen. Niet dat hij nog veel tanden heeft, wel enkele bruine stompjes. Ik neem nog een laatste haal van de sigaret. “Je mag ’m houden,” doe ik joviaal. De sigaret, of is het de aanblik van de man, werkt op mijn darmen, en ik rep mij naar het stationstoilet. De wc-bril is, zoals het hoort in een station, smerig. Tot overmaat van ramp is hij ook warm. Hier heeft net iemand lang op gezeten.

Waarom delen we zonder aarzelen een sigaret met een vriend, maar niet met een vreemde? Waarom vinden we het gezellig om uren met de krant op de pot te zitten, maar willen we niet geconfronteerd worden met het feit dat een vreemde dat ook doet?

illustratie: Canan Yurdakul

Illustratie: Canan Yurdakul

Waarom walgt een mens? Wat is walging? Is het bijvoorbeeld een emotie? Daar is binnen de psychologie nog steeds geen consensus over. Het lijkt in de eerste plaats een intuïtieve en reflexmatige reactie: je van het walgelijke afwenden is haast even natuurlijk als de reflex om opzij te springen voor een auto die je omver dreigt te rijden. Toch is er meer aan de hand. Walging mag dan wel een heel natuurlijke reactie lijken, andere zoogdieren kennen dit gevoel niet. En ook bij de mens duikt walging niet op tijdens de eerste levensjaren. Een peuter zou met plezier zijn koekje delen met die vieze oude man met z’n bruine tandenstompjes.

De ene walging is de andere niet

Walgen om een warme wc-bril of de geur van uitwerpselen moeten we ook onderscheiden van voedselgerelateerde afkeer. Die is wél aangeboren en blijkt zowel bij zoogdieren als bij baby’s voor te komen. Witlof is gezond, de meeste peuters lusten het niet. Dat is niet toevallig: veel bittere zaken die we in de natuur tegenkomen zijn inderdaad giftig. Mochten we niet over dit aangeboren vermogen beschikken, waren we waarschijnlijk al lang uitgestorven.

Hoewel beide ongetwijfeld met elkaar verbonden zijn, is deze evolutionair nuttige afkeerreflex niet hetzelfde als walging. Ook bepaalde beelden of handelingen kunnen iemand doen kokhalzen. In evolutionair opzicht is je neus snuiten in je hand volstrekt ongevaarlijk, maar wanneer we iemand het op straat zien doen, zullen we weinig geneigd zijn nader kennis te maken met deze persoon. Kortom, walging is meer dan een biologisch-evolutionair mechanisme dat ons voor het eten van schadelijke stoffen moet behoeden.

Ook in antropologisch opzicht is walging een vreemd verschijnsel. Het lijdt geen twijfel dat walging een universeel menselijke reactie is. Er zijn geen culturen bekend waar de walgrespons niet voorkomt, wat opnieuw wijst op een biologische verankering. Maar wat we dan als walgelijk beschouwen, verschilt van mens tot mens en van cultuur tot cultuur. Los van een paar ‘universals’ die blijkbaar overal mensen doen kokhalzen (feces, speeksel, menstruatiebloed, braaksel...) is ‘het walgelijke’ ontzettend divers. Een paardenbiefstuk is bij ons heel normaal, in de Angelsaksische wereld is paardenvlees eten ondenkbaar. Boeren aan tafel vinden de meeste mensen in het Westen degoutant, in China heeft niemand er problemen mee. En dan hebben we het nog niet over de talloze religieuze voorschriften die bepalen wat wel of niet mag gegeten of aangeraakt worden. Sla er Leviticus maar even op na. Samengevat: walging is universeel, het walgelijke is dat niet.

Walging is universeel, het walgelijke is dat niet.

Een derde eigenaardigheid heeft te maken met de verschillen tussen welke dingen precies ons doen walgen. De Britse filosoof Colin McGinn onderscheidt in zijn boek The Meaning of Disgust een negental categorieën van dingen die walging oproepen. Twee elementen uit zijn betoog vallen op: het walgelijke blijkt vrijwel altijd uit organisch materiaal te bestaan. Zelfs wanneer dit niet het geval is, duikt de walging op via associatie (denk aan plastic namaakstront). Ten tweede blijkt het object van walging erg vaak met het menselijk lichaam te maken. Dat laatste vind ik interessant.

Ik ben ook mijn drol

Dat er zoiets bestaat als ‘een ziel’ is wetenschappelijk op zijn zachtst gezegd erg onwaarschijnlijk. Toch kennen we allemaal het gevoel van niet samen te vallen met ons lichaam. Ik bedoel niet een of andere spirituele belevenis, maar de ervaring dat je jezelf niet meer in je eigen lichaam herkent. Als ik mijn lichaam ben, ben ik dan ook de nagel aan mijn kleine teen die traag maar zeker verder groeit? Ben ik dan ook de eerste grijze haar die buiten mijn weten om wortel heeft geschoten op hoofd? Ben ik dan ook de bruine substantie die nu nog in mijn endeldarm zit, maar zo dadelijk van het stationstoilet zijn tocht naar de oceaan zal beginnen? Walging bevindt zich op dit spanningsveld tussen het ‘ik’ en de betekenisloze materialiteit van ons eigen lichaam.

Dingen die we vies vinden aan het lichaam kunnen we opdelen in:
- zaken die door het lichaam worden uit- of afgescheiden (feces, urine, sperma, menstruatiebloed, etter, oorsmeer, snot, speeksel, smegma, boeren, winden);
- dingen die normaal deel uitmaken van het lichaam, maar die zich losgemaakt hebben (nagels, haren, huidschilfers, roos, afgepelde korstjes);
- zaken die zich normaal in het lichaam bevinden, maar om de een of andere reden aan de buitenkant zijn terecht gekomen (naast braaksel en bloed ook alle menselijke organen waar we doorgaans gelukkig niet mee geconfronteerd worden: darmen, maag, nieren, lever, galblaas, baarmoeder, … en ook de hersenen zelf);
- ten slotte kunnen we ook vies zijn van dingen die het lichaam ‘tekenen’: wijnvlekken, wratten, mee-eters, acne, brandwonden, littekens, haargroei op vreemde plaatsen of extreme zwaarlijvigheid.

Zweet interpreteren

Een goede strategie om te achterhalen waarom we al die dingen in meer of mindere mate walgelijk vinden, lijkt mij om ook eens de omgekeerde vraag te stellen: is er een lichamelijk product waar we onze neus niet voor ophalen?

Is er een lichamelijk product waar we onze neus niet voor ophalen?

Het beste voorbeeld dat ik hier kan bedenken zijn tranen. De vloeistof die uit de ogen stroomt van iemand die huilt, vinden we niet vies. Waarom? Voor zover ik weet zijn hier twee verklaringen voor in omloop. Zo zou onze tolerantie voor tranen te maken hebben met het feit dat ze zo op water lijken. Water wordt nu eenmaal geassocieerd met zuiverheid, waardoor ook tranen een zuiver karakter krijgen.

Maar stel, je ziet een mooi meisje huilen. Je hebt met haar te doen en vraagt wat er scheelt. "Niks”, zegt ze gemoedelijk, “ik heb alleen een ontstoken oog.” Op dat moment kan het oogvocht, dat we aanvankelijk interpreteerden als uitdrukking van verdriet, wel degelijk iets afstotelijks worden. Iets gelijkaardigs is er aan de hand met zweet. Het zweet van een atleet na een intensieve inspanning is oneindig minder walgelijk dan de okselvijvers van een vreemde op de tram. En we willen misschien wel geloven dat het hier om een ander soort zweet gaat, louter fysiologisch gezien is er geen verschil.

De tweede verklaring stelt dat we geen probleem hebben met tranen omdat ze uniek menselijk zijn. Misschien dat bepaalde primaten kunnen lachen, huilen lijkt enkel voor de mens te zijn weggelegd. Kan dit onze mildheid ten aanzien van het oogvocht verklaren? Dat zou betekenen dat alles wat lichamelijk gezien uniek menselijk is, immuun zou zijn voor onze walgrespons, wat absoluut niet klopt. Bovendien vinden we bepaalde ‘viezigheden’ veel minder storend bij dieren dan bij mensen. Uitglijden in een koeienvlaai is minder vies dan uitglijden in een mensendrol.

Een koeienvlaai is minder vies dan een mensendrol.

Tranen, in tegenstelling tot al onze andere secreties en excreties, hebben dus een symbolisch karakter. Ze betekenen iets: verdriet, ontroering. Ook zweet kan een symbolische lading hebben. Als we zweet interpreteren als uitdrukking van iets waardevols (noeste arbeid, sport, seks) vinden we het niet meer walgelijk. We lijken dus problemen te hebben als het lichaam zich ‘buiten ons om’ als louter lichaam manifesteert, en niet als symbolische uitdrukking van iets anders.

De geur in het toilet van dit station betekent niets meer dan het resultaat van een darmreflex. Daar valt niets meer aan te interpreteren. Er zit weinig anders op dan mijn adem inhouden en snel te doen wat mijn lichaam moet doen. Ik denk aan de ouwe stakker op het perron, en hoe ik ook probeer, ik zie geen symboliek in smerige oudemannentanden. Ik vraag me af: als hij zou huilen, zou de theorie dan ook omgekeerd werken:  dat mijn walging verwijnt en ik troostend mijn sigaret met hem zou delen?

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Tussen de randen van een aquarium

Tussen de randen van een aquarium

Wie ben je als je alles kunt zijn? In het fragmentarische afstudeerwerk van Ettie Edens veranderen mensen onder andere in een hoopje, een steen, een natuurkundedocent, water, iemand die limonade drinkt en een lantaarnpaal. Lees meer

Automatische concepten 71

We hebben een probleem met de derde helft

Een voetbalwedstrijd stopt officieel misschien op het veld, maar Marthe van Bronkhorst merkt in de trein dat het slinkse spel doorgaat. Lees meer

Mycelium

Mycelium

Wat als schimmelsporen zich met iedere adem dieper in je longen graven? Met ‘Mycelium’ won Olga Ponjee de juryprijs van Het Rode Oor 2023, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Bösendorfer 1

Bösendorfer

Bij Snelders blinkt de piano van het poetsen en de handen van de vijftigjarige eigenaar zijn door ouderdom stram geworden. Wat gebeurt er als een twintiger op bezoek komt om de Bösendorfer te bezichtigen? Met ‘Bösendorfer’ won Nick De Weerdt Het Rode Oor 2023, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Een villa voor het onbekende

Een villa voor het onbekende

Floris Tesink bezocht het FOMU, waar Grace Ndiritu door associatieve combinatie een expositie invulde. "Dit conflict tussen de fotografie en de ruimte brengt je op een plek die niet te begrijpen is, maar toch verslavend voelt voor degene die zich hieraan overgeeft." Lees meer

Zeker weten dat hij een super goede vader wordt

Zeker weten dat hij een supergoede vader wordt

Eva wil blij zijn voor haar vriend, die na een halfjaar weer van zich liet horen, maar merkt dat het haar moeite kost. Lees meer

In mijn droom besta ik uit pixels

In mijn droom besta ik uit pixels

Terra van Dorst keek maandenlang naar livestreams van pleinen en stranden. Dit vertaalde ze naar gedichten over een straat waarin ze haar ouders vindt, een man die haar een sjaal wil verkopen waar je in kan wonen en de zee. Het resultaat is de bundel 'in mijn droom besta ik uit pixels' waarmee ze deze zomer afstudeerde bij de opleiding Creative Writing aan ArtEZ. Lees meer

Ondraaglijk gewicht

Ondraaglijk gewicht

Een opmerking van een kennis activeert bij Aisha een stroom van onzekere gedachten. Waarom wordt ons zelfbeeld zo beïnvloed door externe standaarden? Lees meer

Hard//hoofd zoekt een nieuwe Chef Essay en Opinie

Hard//hoofd zoekt een nieuwe Chef Essay en Opinie!

Hard//hoofd zoekt vanaf 1 november een enthousiaste en assertieve kritische denker (x/v/m) die de redactie wil komen versterken als Chef Essay en Opinie! Lees meer

Pulpa

Pulpa

Ileen Rook schreef een afstudeernovelle over autoriteit, de supermarkt en een teveel aan tanden. Wie is Aline, waar komen al die tanden vandaan en hoe kan ze grip krijgen op een realiteit die steeds verder van haar verwijderd raakt? Lees meer

Wat dondert het of fossiele subsidies ‘echt subsidies zijn’?

Wat dondert het of fossiele subsidies ‘echte subsidies’ zijn?

‘De grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid is niet het moment voor afleidingsmanoeuvres.’ Lees meer

Wegwerpliefde

Wegwerpliefde

Liefde overwint niet alles, en zeker niet het kapitalisme, merkt Marthe van Bronkhorst. Lees meer

Stuur je pitch in voor ‘Sorry’, het vierde Hard//hoofd Magazine! 1

Stuur je pitch in voor ‘Sorry’, het vierde Hard//hoofd Magazine!

We zijn weer op zoek naar nieuwe inzendingen van literaire virtuozen, opiniërende vedetten en visuele vagebonden. Stuur uiterlijk zondag 8 oktober een pitch naar magazine@hardhoofd.com onder vermelding van ‘Magazine 4: Sorry’. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 7

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel vier. Lees meer

Une Belle Histoire

Une Belle Histoire

Als Aisha haar moeder vertelt over haar vakantieplannen in Bretagne reageert ze nuchter. ‘Dan kun je gelijk wel tante Ans uitstrooien’. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 6

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel drie. Lees meer

Bibi Dumon Tak in Zomergasten

Bibi Dumon Tak was in veel opzichten een perfecte Zomergast

De vierde Zomergast van 2023 nam vanaf het eerste fragment de regie, maar schrijver Bibi Dumon Tak verloor haar kijker (en presentator) geen moment uit het oog. Marte Hoogenboom zag in haar de ideale Zomergast, die er niet op uit was briljant of eloquent over te komen. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 3

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel twee. Lees meer

Khadija Arib in Zomergasten

Kat-en-muisspel tussen Arib en Maassen in Zomergasten

Net als andere zomers bespreken we ook dit jaar de grootmoedige, strijdbare en soms stroeve gesprekken die in Zomergasten worden gevoerd. Marthe van Bronkhorst over het gesprek tussen zomergast Khadija Arib en Theo Maassen: Arib de machtige, tevreden kat, Maassen een nieuwsgierig muisje. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel een. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier! 

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we voortaan twee keer per jaar verschijnen en daardoor nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer