Derk Fangman gaat op pad nog voordat de zon op is, want hij houdt van de ochtend. De zesde uit een reeks van acht belevenissen die hebben plaatsgevonden terwijl jij lag te dromen.
Op de wc van de Raststätte langs de Duitse Autobahn stinkt het naar kattenpis en Bockworst. De geur van kattenpis is in feite gewoon mensenpis maar ruikt toch anders, misschien omdat het tijdens de rit in de auto zo lang is opgehouden. Of mensen nemen hun huisdieren mee op vakantie en het is toch kattenpis. De geur van Bockworst komt niet van dit vuige wc-hok maar van de hoer in de hoek. Ik weet dat zij een hoer is omdat haar rok kort is en haar lieslaarzen lang. Ik heb nog nooit een vrouw met lieslaarzen gezien, wat dat betreft ben ik mijn moeder dankbaar.
Ik wilde namelijk helemaal niet pissen.
Moest niet.
Ik wilde wel het tankstation inlopen om een broodje hotdog te kopen (wat raar is om half zeven ’s ochtends, maar op vakantie, of op weg daarnaartoe, niet) maar mijn moeder duwde me in de richting van de wc’s.
- Eerst plassen, jij.
Mijn vader en mijn zusje en mijn moeder zelf waren al geweest en samen op vakantie betekent nu eenmaal volgens hetzelfde ritme plassen. Daarbij krijg je met het kaartje van de wc in het tankstation gratis koffie. We zijn Nederlanders en we zijn op vakantie en bonnen voor gratis koffie gaan we dus mooi niet laten lopen, tenminste, zoiets moet mijn moeder gedacht hebben. Ook al moet je voor die bon eerst zeventig cent in de machine gooien om door het poortje van de wc te kunnen.
De hoer in de hoek is op geen enkele manier geïnteresseerd in mij, zij weet: ik kom pissen voor gratis koffie. Nadat ze me even van top tot teen heeft opgenomen, vist ze een viltstift op uit haar lieslaars en tekent ze een groot zwart hart op de smoezelige tegeltjes aan de muur. Eronder schrijft ze: Fuck me in the streets and call me Selma, een boodschap die zeker niet voor mij bedoeld is.
Om door het metalen poortje te komen moet je de muntjes in de gleuf gooien. Er is ook een manier om gratis binnen te komen maar dan moet je passen door het uitgezaagde figuur ernaast, alleen geschikt voor dwergen met een bochel, Duitse kinderen vermoedelijk. Bovendien levert het geen gratis koffie op.
Eenmaal door het poortje moet ik natuurlijk gewoon wel pissen. Op familievakanties word je iedere keer weer pijnlijk geconfronteerd met het eeuwige gelijk van moeders.
- Die hotdog zou ik niet nemen, hoor, die ziet er hartstikke vies uit, zegt ze even later nadat ik braaf het bonnetje bij haar heb ingeleverd.
En opnieuw heeft ze gelijk, natuurlijk, de hotdog stinkt naar prostitutie zoals de hoer in de wc naar Bockworst, en smaakt niet veel beter.
Die hoeren zijn trouwens een dingetje op zondag langs de Autobahn, buiten staat een troep afgepeigerde trottoirmadeliefjes te vernikkelen in de Duitse ochtendkou. Zondag is big business voor die meisjes omdat vrachtwagens in Duitsland dan niet de weg op mogen. Het parkeerterrein rond het tankstation staat vol met vrachtwagens, opgesteld als grafstenen op een kerkhof. Niet dat er geen leven is want er gaan constant portieren open en dicht, meisjes die naar binnen en naar buiten klimmen. Bij het grasveld hangt een trucker zijn was op aan een picknicktafel, vlak daarnaast hangt er eentje uit zijn cabine en pist tegen een boom.
Als ik mijn broodje op heb en de rest hun koffie vervolgen we onze reis. Het is mijn beurt om de muziek te bepalen en mijn ouders bediscussiëren of er in Duitsland tegenwoordig wel of niet sprake is van een snelheidslimiet. Na tien minuten rijden begint het schoppen van mijn zusje tegen de achterkant van de chauffeursstoel. Steeds sneller. Het zeurstemmetje:
- Papa kunnen we stoppen? Ik moet weer plassen.
Ik draai het volume van de muziek harder. Ik denk: Fuck me in the streets and call me Selma.