Nu de feestjes voorzichtig weer op gang komen, beseft Rijk Kistemaker hoeveel hij níet heeft gemist. Gestrand tussen veganistische sneakers en gesprekken over Jeff Bezos verzint hij voor zichzelf een stiller leven. Een tip over verlangen naar lauwe thee en warme cocons.
Aan tafel, gevaccineerd. Ik zit rustig dertig te zijn. Ik fantaseer dat ik een aangespoelde potvis ben. Dat mijn vrienden me betraand opblazen en de stukken die uit de hemel vallen, opvangen met een net. Iemand spreekt.
Een klein varken likt voer op van de stoel van een Tesla. Waar zag ik het? Wie stuurde het me? Het is blijven hangen. Ik deins mentaal weg voor interactie, heb vaag heimwee naar de geurkaars die thuis op me wacht. Misschien kan ik thuis ook dat plaatje vinden. Ik verlang ernaar.
Je hoeft tegenwoordig maar een stap buiten de deur te zetten voordat iemand over bitcoins begint
Ergens ver weg, aan de andere kant van de tafel, doet iemand uit de doeken wat een NFT is, spuugt spetters natuurwijn over de tafel, mijn handen. Ik vorm een diffuse gedachte over besmetting. Vervolgens reflecteer ik op mijn eigen onverschilligheid. Nu zegt hij iets over Jeff Bezos. Ik hoor mezelf ademen. Wat vindt hij van mij? Ik word waargenomen en huiver.
Hij onderbouwt grondig dat [buurt die ik niet zal onthouden] eigenlijk echt een leuke plek is om te wonen. Dat je dat niet zou verwachten. Ik vraag me af of ik een draaiduizeling voel aankomen. Je hoeft tegenwoordig maar een stap buiten de deur te zetten voordat iemand over bitcoins begint.
Ik denk aan baby's in het park. Hun onschuld. Hoe ze over het gras rollen, etc. Ik denk aan Clarice Lispector die haar bed in brand steekt met een sigaret. Ik ben blij dat ik niet ook nog aangeschoten ben. Iemand in veganistische sneakers vertelt me nu dat het minder moeilijk is om een hypotheek te krijgen dan je zou denken.
Op de wc lees ik hallucinerend lang een wiki over flagellanten, koop ik onderbroeken op ASOS. Ik bedenk dat ik al lang niet in een kathedraal ben geweest. Ik mis de geur van wierook. De afwezigheid van een toilet. Iemand vertelde me eens over een oord waar je voor honderd euro met een raketwerper op een koe kan schieten. Of een ander dier. Hoeveel zou het kosten om nooit meer verveeld te zijn?
Buiten wankelen we onwennig, glimlachen we naar het zwaard boven ons hoofd
Ik overweeg mijn bestaan terwijl ik mijn handen was. Ik wacht op een goede bui. Ik aanvaard de huidige. Als ik thuiskom verwijder ik Instagram van mijn telefoon en raak tegen beter weten in geïnspireerd door de jasmijn die de voordeur dreigt te overwoekeren. Ik bedenk een nieuw leven.
Een leven waarin niemand me uitlegt wat sportvasten is tenzij ik dat helemaal zelf google. Waarin ik soms vergeet hoe mijn eigen stem klinkt en schrik als ik spreek. Een leven waarin ik in slaap val met podcasts over sektes, waarin mijn dorstige mond continu is gevuld met lauwe thee. Een leven vol fermentatie en verlangen. Weinig geld. Meer zorgen. Alle tijd.
Een verdwaasd dwalen tussen de dingen, in stilte. Buiten wankelen we onwennig, glimlachen we naar het zwaard boven ons hoofd, glijdt binnenkort een enkele traan over onze collectieve wang wanneer we weer de hete adem van onze medemens in het gezicht voelen in een propvolle sprinter. Ik knijp mijn ogen dicht en voorzie een terugkeer naar mijn cocon. Het is zo makkelijk om te liggen, zo moeilijk om een boek vast te houden. Vrees de cocon niet: ze is nog warm.
Beeld: Artem Gavrysh via Unsplash.