De idealen van ouders en hun kinderen komen niet altijd overeen. Schrijver Michael ter Maat legt zich daar niet bij neer en neemt zijn vader mee naar het Krölller Müller. Een tip om het niet bij 'ok, boomer' te laten.
Hij gelooft me wel, maar hij begrijpt het niet. ‘Pap,' zeg ik, ‘soms voel ik me een attractie, iets buitenissigs waar je ongegeneerd naar kan staren en ik weet niet wat ik beschamender vind: de hoofden die zich omdraaien, de blikken die langer dan nodig blijven hangen, of dat ik steeds zo vriendelijk terugkijk.’
Ik heb hem hoog zitten, mijn vader. De kloof die de idealen van ouders en kinderen zo vaak doormidden splijt en die groter wordt naarmate die laatsten zich afzetten, wil ik liever overbruggen dan verwijden. Dus ik zeg niet, ‘ok, boomer’ maar neem hem mee naar het Krölller Müller Museum. Of beter: hij neemt mij mee, want ook al is het voor anderen misschien niet zichtbaar, ik ben zijn zoon.
Zelden leren we iets van wat anderen ons vertellen. Ik herinner me hoe mijn ouders vroeger, als ik mezelf weer eens bezeerde, met een nauwelijks verholen genoegen zeiden dat wie niet horen wil, moet voelen. Nu is het de beurt aan mijn vader, ook al zorgt dat misschien voor ongemak.
Drukte in het Kröller Müller, zelfs op dit vroege uur. Het publiek dat paradeert langs Van Gogh, Signac, Monet, versmelt met het smetteloze wit van de expositieruimten. Ik niet: ik steek af en licht op en dat straalt onbarmhartig af op mijn vader. Zijn kinderlijke verwondering over al dat schoons (het mooist vindt hij Een lelietak van Mondriaan, met zijn hoofd schuin blijft hij er tien minuten naar kijken) maakt stilaan plaats voor onbehagen. Hij voelt de blikken, ik voel dat hij ze voelt.
Op het internet circuleert een video waarin een vader het Huis van Afgevaardigden in de Amerikaanse staat Missouri toespreekt. In een pleidooi tegen wettelijke transgenderdiscriminatie vertelt de man hoelang het duurde voor hij zijn dochter begreep, hoe hij en zijn vrouw eisten dat ze jongenskleren droeg, hoe ze haar langzaam zagen verwelken. Hij vertelt ook over de omslag (hier pleng ik een traan): hoe ze opbloeide toen ze eindelijk van dat knellende korset werd bevrijd. Hij zegt: ‘As a parent the one thing we cannot do… is silence our child’s spirit.’
Het is van een onvergelijkbare orde, maar spreekt juist daarom zo tot de verbeelding. De video toont ons wat er kan gebeuren als we vragen om begrip. Dat uit ervaring inzicht kan groeien en een drang naar verandering, zodat we een meerstemmig koor van revolutie kunnen laten klinken.
Dus neem je ouders mee naar dat museum, naar die klimaatmars, kijk die documentaire met ze, maak ze ongemakkelijk, confronteer ze. Maak ze deelgenoot, ook als dat in eerste instantie pijn doet.
In de beeldentuin staat een drom toeristen druk kwebbelend voor een Rodin en voor even zijn zij de blikvangers, niet mijn vader en ik. We zijgen neer op een bankje in de schaduw en zeggen niets, we hebben nooit veel woorden nodig gehad. Hij haalt een meegebrachte boterham uit zijn tas en scheurt hem doormidden, ieder de helft. We blijven tenslotte Nederlanders.
Beeld: Diogo Fagundes (Unsplash)