"En dit is voor de club sandwich!"
T. is boos. Hij is mooi als hij boos is. Pietje rekende zichzelf doorgaans niet tot het leger der fantasielozen, de clichérijders of infantielen, of in ieder geval niet tot de eerste twee, maar ze vond T. simpelweg knapper als hij kwaad was. Met zijn wenkbrauwen zo loodrecht naar beneden leek zijn neus een stuk kleiner. De manier waarop T. uiting gaf aan deze razernij, vond Pietje dan minder aantrekkelijk. Ze keek naar de gebaksvork die hij zonet, toch redelijk kordaat, in haar hand had geramd. Waar was de tijd gebleven dat een man een vrouw gewoon een flinke mep verkocht, dacht Pietje. In het gezicht. Midden op het jukbeen. Zo hard dat, als het in slow motion werd teruggekeken, de wangzak zichtbaar een paar keer van rechts naar links zwabberde en je de bloedvaten hoorde knappen.
Laatst zei Loes Bijl dat je aan de wangen van een mens kunt zien wat voor vorm hun billen hebben. De wangen van Loes Bijl hadden in ieder geval precies dezelfde vorm als haar kont. Ze hadden er eens goed naar gekeken. “Je hebt gelijk, Loes Bijl,” zei Pietje, “Net appelwangen, maar dan met een anus in plaats van een neus.” “Als ik tussen de Braeburns bij Albert Heijn ga liggen, in mijn blootje en met mijn derrière zo,” Loes Bijl was nogal bourgeois en heette eigenlijk Louise Eva Baudelaire-Van IJlenburg, “dan zou iemand ze zo in een zakje kunnen stoppen.” Loes Bijl was de wereld altijd een stapje voor. “Leg dat maar eens uit thuis. Zitten ze aan de salontafel te kijken hoe je de fruitschaal bijvult, zit er zomaar een bil bij. Haw haw.” Nadat Loes Bijl was uitgelachen, had ze Pietjes hand gegrepen.
“Serieus ma cheri. Bilverzakking is een algemeen esthetisch probleem in het blanke ras. Kijk maar naar gouvernante Anna. Ineens helemaal vierkant. Dat komt niet alleen omdat het onderste gedeelte is verzakt, maar ook door het gebrek aan volheid in het bovenste gedeelte van haar derrière. Weert Gilders heeft het bij het verkeerde eind, we moeten mixen! Mixen voor onze bipsen. Haw haw.” Loes Bijl was haar snel gaan vervelen. En haar kut smaakte naar cake. Pietje hield niet van cake. Ze moest Loes Bijl dumpen. Demain.
T. daarentegen had pafferige wangen. In de vorm van Sri Lanka. Voordat Valentein ziek werd, vond T. het lekker als Pietje er op mepte. Dat was dan wel weer modern. Dat het vrouwtje je mept. Pats pats, op de harige Sri Lanka's.
“Luister je, Pietje?” T. helikoptert met zijn hand voor haar gezicht. De vork doet nu wel echt pijn. Dat komt ook omdat T. erop is gaan hangen. Mooie, woedende T.
“Kun je de gebaksvork misschien uit mijn hand halen? Ik probeer te eten.”
“Hoe durf je!”
“Hoe bedoel je hoe durf je?”
“Het doet je niets. Ik heb geen eetlust, al een week niet, moest zelfs last minute naar het Poolse naaiatelier om mijn broek in te laten nemen,” T. trekt woest aan zijn bandplooibroek. “En jij zit hier verdomme met gezonde blossen een club sandwich te verorberen! Ik vind je hele houding respectloos. Tegenover mij én tegenover Valentein.”
Illustratie: Mirjam Dijkema
Toegegeven, voor iemand die net haar echtgenoot had begraven, voelde Pietje zich een stuk beter dan sociaal acceptabel is. In retrospect had ze de radio in de auto misschien niet harder, maar zachter moeten zetten toen Tinie Tempah door de DJ werd aangekondigd. Ook het meetrommelen op het dashboard van de lijkwagen leek, achteraf gezien, ineens spectaculair ongepast. Godzijdank had ze zich tijdens de kerkdienst kunnen inhouden en de sterke drang tot neuriën kunnen onderdrukken. I’ve got so many clothes I keep them in my aunts house… Yeah, yeah, … toast of celebration let’s get our glass out. Mmm-mmm-mmm.
Natuurlijk had Pietje zich ook liever belabberd gevoeld. Ze had meteen na het overlijden van Valentein op Youtube naar een interview met Halbe Zijlstra gekeken om zo enige vorm van emotioneel letsel te stimuleren. Pijn, eenzaamheid, woede, zelfs geen zweempje onbehagen kon er van af. Pietje deed haar best, maar het ging nog steeds prima. Daar voelde ze zich nog het meest rot over. De lichtheid van het bestaan was bijna ondraaglijk. En dat, dacht Pietje tevreden, was in ieder geval iets. Langzaam laat T. de vork los. De woedende Dragonball Z-wenkbrauwen zijn verdwenen. Ineens veegt T. de bloederige vork van tafel en staat op. Dit ging helemaal niet de goede kant op. Ze moest nu snel iets ‘weduwachtigs’ doen om nog een beetje emotioneel betrokken over te komen. Een zachte snik, een gesmoorde brul. Ook omdat ze de hele dag al had uitgekeken naar The Wire en T., de man die op het punt stond weg te stormen, was de enige die ze kende met een The Wire DVD-box.
“Een gezonde eetlust respectloos? En precies hoe hoog op de schaal van respect, mijn beste Tomas, scoort de man die de vriendin van zijn beste vriend heeft gepaald?” Palen, een uitstekende woordkeuze. Helemaal een werkwoord dat iemand in een waas van verdriet en verbolgenheid, zou gebruiken. T. ging weer zitten. Als een katholieke koorknaap wierp ze zich in zijn schoot en snikte: “Hoe durf je!”
“Dat was voor de kanker van Valentein,” fluisterde T. Zichtbaar verslagen zou Kluun nu schrijven. Volgende keer moest ze niet Halbe Zijlstra, maar Kluun raadplegen. Daar werd ze beslist onwel van. T. had overigens wel een punt. De hele affaire stopte meteen, op aandringen van T., toen duidelijk werd dat Valentein ziek was. Arme gevoelige T. Ineens voelde ze een steek van medelijden. Puntje voor sensibele Pietje, dacht Pietje.
“Tomas, het spijt me van de club sandwich.”
“Ierh,” piepte T. met waterige ogen. Ze moest nu doorpakken, voordat ze T. verloor aan de hysterie die zelfverwijt heet.
“Ik heb een ideetje! Hee, hee. Kijk me eens aan. Zullen we anders, fijn samen, The Wire kijken? En alles voor heel even vergeten. Valentein had het zo gewild.”
“Denk je?” piepte T.
“Fuck yeah nigga.”