Daar zitten ze dan. Als heksen met gekromde ruggen en toegeknepen ogen buigen ze zich over het flauwe schijnsel. Soms groen, soms wit, soms blauw. Ze zitten daar. Al twee uur met dezelfde sinas, geconcentreerd en afgezonderd. Ze zien niet hoe het meisje aan het tafeltje in de hoek rode wijn morst op de bermuda van de jongen. Of hoe de man met de snor al lezend bierviltjes aan flarden scheurt. Of hoe de dame vingerhoedjes van kaarsvet maakt en daarmee haar manicure verwoest. En hoe het groepje jongens en meisjes door elkaar heen lacht en kwebbelt.
Noem het de eenentwintigste eeuw, noem het ambitie, noem het ‘ongezellig’. Ik vind ze gewoon onaantrekkelijk. Mensen achter een laptop in een café. En ik begrijp het niet. Waarom zou je naar een dranklokaal gaan, in essentie een sociale plek, om vervolgens cocongedrag te vertonen? Drie jaar geleden was het nog wel okay, maar nu de kroeg steeds meer op een kantoor begint lijken, moet het maar eens afgelopen zijn. Ook als je een freeleinsurr bent. En als je echt zo nodig moet, ga dan in ieder geval naar yuppencafé met een truttig bordje als ‘we vinden laptops niet zo gezellig’. In ieder geval nog een beetje rebels.
Dus, laptop uit, in de tas (niet casjoewel op de tafel) en als de sodemieter wijnkringen maken in iemands bermuda. Dat is pas sexy. Laptop uit = broek uit.