Kinderen schijnen je leven mooier te maken, omdat ze alles voor het eerst zien. Jij kijkt mee door hun ogen en daardoor valt je gewenning weg. Opeens is een broodrooster weer een magisch apparaat, en is de smaak van een peer het meest spectaculaire wat je ooit hebt meegemaakt. Het moet een drugs-achtige ervaring zijn. “Wow man, check dat borduurpatroon in het tafellaken. Zo… Mooi…”
Ik maak hetzelfde mee als ik voetbal kijk met mijn vriendin. Hoewel zij voor haar geslacht bovengemiddeld geïnteresseerd is in de sport (buitenspel hoef ik haar niet uit te leggen), dwaalt haar oog toch regelmatig af van de tweeëntwintig mannetjes die verwoede pogingen doen om elkaars doel te bereiken. Terwijl ik geconcentreerd ben op een mooie sliding, zegt zij dan: “Hé wat gek, die jongen heeft z’n broekje achterstevoren aan.” Verdomd. Wat gek inderdaad. Zoals de tv-regisseur een wedstrijd soms opfleurt met beelden van een gekkerd of lekker wijf op de tribune, zo beschikt mijn eega over een haviksoog voor grappige randzaken. “Die trainer is een plekje vergeten bij het scheren.”
Illustratie: beeldredactie.
Dankzij haar valt het me nu ook op dat voetbalcommentatoren een vreemd archaïsch jargon gebruiken. “Daar wordt hij lelijk in de luren gelegd! Tja, dan ben je de pineut. De Jong gaat er mee aan de haal! Hij stuurt zijn tegenstander het bos in! En ja! Wat een poeier! 1-0! Ajax aan de leiding in deze kolkende wedstrijd.” Het zijn uitdrukkingen en woorden uit de jaren ’50, die sindsdien in de monden van de verslaggevers zijn blijven hangen, en die ik jarenlang klakkeloos geaccepteerd heb.
Nu kan ik soms ook zelf met een frisse blik naar mijn lievelingssport kijken. Plotseling zie ik in hoe mindful voetbal eigenlijk is. In het verslavende voetbalnieuws schuilen mooie levenslessen, als je tussen de regels door leest. Na een gelijkmaker in de laatste minuut zei ADO-trainer Henk Fräser: “Het gaat er niet om hoe vaak je valt, maar om hoe vaak je opstaat.” Liverpool-aanvaller Luis Suarez is soms bang voor een ernstige blessure. “Maar je leeft in het heden en je doet altijd je best, dus je kunt er niet de hele tijd aan denken. Het WK is een unieke kans, maar ik leg mijn focus nu liever op de Engelse competitie. Het moment om aan het nationale team te denken komt nog wel.” Leef in het nu, doe je best, maak je niet teveel zorgen over de toekomst. Ajax-trainer Frank de Boer is ultiem zen als hij weer eens benadrukt dat zijn team “van wedstrijd tot wedstrijd” leeft. Het klinkt misschien saai wanneer Lionel Messi weer benadrukt dat het om “het team” draait en niet om hem persoonlijk, maar eigenlijk is dat gewoon een aanklacht tegen het individualisme.
Wijsheid zit in de simpelste dingen. Als je maar goed kijkt, soms met een beetje hulp.