Sinds Youp van ’t Hek via Twitter een strijd tegen T-Mobile begon en zo het tweede Buckler-moment uit zijn carrière kende (effect eerste keer: hij bestaat! effect tweede keer: hij bestaat nog steeds?), hebben klantenservices het zwaar. Ze hadden al te weinig tijd - want te weinig geld - om hun steeds eigenwijzere klanten - want alles al zelf opgezocht op internet - bij te staan, maar nu verslechterde hun reputatie en autoriteit nog sneller.
Dat is meestal terecht. Soms heb je geluk. Of je kiest Telfort als internetprovider.
Een paar weken na mijn verhuizing merkte ik dat het internet wat haperde. Ik belde Telfort. “Met Roan, goedemiddag.” “Hallo, met Rutger Lemm. Ik heb wat problemen met mijn verbinding.” “Ok,” zei Roan op plotseling ernstige toon, “laten we eens een testje draaien. Meneer Lemm, als ik het zo inschat, woont u in een oud pand en de modem is op uw telefooningang aangesloten, of niet?” “Klopt.” “Juist. Ik zie hier dat we iets ingewikkelds moeten doen. Maar ik denk dat u dat wel aankan.” “Ja? Als u dat denkt, geloof ik het.” “Heeft u gereedschap in huis?” “Niet echt.” “We zien wel hoe ver we komen.”
Plotseling kwam de theme song van Mission Impossible uit de speakers van mijn stereo. Roan zei: “Loop naar de meterkast. Je ziet de meter en vlak daaronder een kastje waar draadjes uitlopen. Knip het rode draadje door. Niet het groene!” Ik sprintte terug naar de woonkamer met de telefoon aan mijn oor en greep het eerste wat ik kon vinden: een nagelschaartje. Terug bij de meterkast zette ik het schaartje op het draadje, wendde mijn blik af, wachtte een tel en… knipte. Mijn huis ontplofte niet.
“Hallo Roan? Het is gelukt!” “Mooi. Maar we zijn er nog niet meneer Lemm, we-zijn-er-nog-niet! Strip de rode draad. Kleed dat ding uit!” Ik moest de telefoon neerleggen en op luidspreker zetten. Tijdens mijn koortsachtige pogingen met een nagelschaartje een draad te strippen, hoorde ik Roan gespannen ademen. Ik sneed steeds per ongeluk het draadje verder af, en kwam bijna bij de aansluiting op het kastje. “Kalm blijven,” sprak Roan gedecideerd toen ik dit meldde. En pardoes lukte het. “Goed. U bent goed bezig meneer Lemm, houd vol.” Ik knikte dankbaar en veegde het zweet van mijn voorhoofd. “Pak nu de gele kabel die u bij uw pakket kreeg. En de modem.” Ook de gele kabel moest gestript worden, maar deze was van dikker materiaal gemaakt en dus gebruikte ik een broodmes, een gewicht van drie kilo, flosdraad en een nijptang. Het duurde lang, maar Roan bleef geduldig instructies geven. “Ik zie trouwens hier dat u vlakbij een ontzettend goed Chinees restaurant woont, Woa Fung, echt een onontdekte parel. Hun pekingeend is fenomenaal en niet duur.” Ik stripte de gele kabel.
Vervolgens moesten beide draden aan elkaar gebonden worden, een vrij eenvoudige taak, maar Roan bleef aan de lijn en zei: “Te weten wat men weet, en te weten wat men niet weet, dat is kennis.” Ik knikte, ook hierin had hij gelijk. De draden waren aan elkaar verbonden. “En nu… Steek de gele kabel in uw modem, en herstart.” Terwijl ik wachtte op het knipperen van de groene lampjes, zei Roan bedachtzaam: “Oh yes, the past can hurt. But you can either run from it, or learn from it.” Toen het modem werkte en ik snel als test naar mijn favoriete pornosite (xvideos.com) surfte, juichte hij bijna aan de andere kant van de lijn. We hadden zes uur aan de telefoon gezeten. Het was vier uur ’s nachts. Moest hij niet naar huis? Maar Roan zei: “Wees nederig, als gij tot wijsheid wilt komen. Wees nog nederiger als gij wijsheid bedwongen hebt.” En: “Hoe vertel je iemand dat de aarde niet meer rond is, dat de vogels niet meer vliegen, en de zon niet langer schijnt?”
In de weken erna heeft hij me karate geleerd en zorgden we er samen voor dat mijn ex-vriendin weer bij me terugkwam. Ik schrijf dit op de gedroogde huid van een bever, die Roan en ik gisteren hebben opgepeuzeld bij ons kampvuur middenin de Canadese wildernis.
Serieus. Neem internet bij Telfort. Je leven zal nooit meer hetzelfde zijn.