Richard Pryor
Mensen reageren altijd hetzelfde als ik zeg dat ik aan stand-up comedy doe: “Wauw, dat zou ik nooit durven!” Maar natuurlijk is stand-up comedy niet een kwestie van durven, zoals bungeejumpen of insecten eten of naakt over straat rennen. Het is niet zo dat comedians na elk optreden giechelend van het podium rennen en tegen hun vrienden zeggen: “Oh jezus, zag je dat? Ik heb het gedaan! En het voelde gááf!” Stand-up comedy heeft niets met durven te maken, maar met moeten. Mensen lijken wel eens te vergeten dat het een kunstvorm is, in plaats van een onderdeel van “Try Before You Die”.
Wat is stand-up comedy? De comedian wordt aangekondigd door de MC (de host van de avond), pakt de microfoon en vertelt de mensen in het café tien minuten lang verhalen waar ze (als het goed is) om moeten lachen. Die verhalen zijn vaak persoonlijk, soms absurd, maar er wordt in elk geval zo min mogelijk geacteerd. Op het moment dat het publiek voelt dat iets niet echt is, niet in het moment ontstaat, dan is het optreden mislukt en kan de comedian inpakken. Terwijl hij natuurlijk wel degelijk iets heeft voorbereidt; het is die illusie, die spanning die stand-up comedy zo ongelofelijk bijzonder maakt. Geen optreden is hetzelfde: elke keer bepaalt de zaal, de MC, de volgorde en natuurlijk de comedian waar de minieme nuances liggen. Je kunt getuige zijn van een briljant, uniek moment. Stand-up comedy is, anders dan het theatraal omlijste cabaret, rauw en in-your-face.
Stand-up comedy wordt vaak in een adem genoemd met jazz. Het is vaak gezegd dat de twee de enige originele Amerikaanse kunstuitingen zijn. Ze bedienen zich van dezelfde technieken: zowel stand-up comedians als jazzmuzikanten improviseren op een vaststaand thema. Bij beide disciplines is het ‘live’-element ook essentieel: vanuit de basis (in het geval van de jazz de muzikant met zijn instrument, bij stand-up comedy de verteller met zijn verhalen) moet de performer zich in een directe confrontatie met het publiek zien te redden. Dit levert de meest originele en prachtige momenten op, maar mensen kunnen ook totaal door de mand vallen. Bovendien vindt het vaak plaats in rokerige kelders.
Maar nog steeds bestaan er in Nederland grote misvattingen over stand-up comedy. Het wordt geassocieerd met durven, Moppentoppers, 'lekker lachen' of de slechte comedians op Youtube en Comedy Central. Richard Pryor, de legendarische Amerikaanse comedian, is hier alleen bekend van zijn slechte komediefilms. Het fenomeen kent dan ook nog een korte Nederlandse geschiedenis.
Raoul Heertje introduceerde stand-up comedy begin jaren ’90 in Nederland, terwijl het in Amerika en Engeland al jaren een belangrijke subcultuur was. Hij begon een gezelschap genaamd Comedytrain en een club die zijn definitieve locatie in een kelder onder het Amsterdamse Hilton Hotel vond. Theo Maassen, Hans Teeuwen, Jan Jaap van der Wal, Najib Amhali, allemaal begonnen ze daar met grappen maken. Toomler is het kloppende hart van de Nederlandse stand-up en ook de cabaretwereld. Het is een legendarische plek, waar elke week helden worden geboren om een avond later weer ten onder te gaan. Hier kun je, als je geluk hebt, de romantiek van stand-up comedy live meemaken.
En zeg na afloop niet: “Wat knap dat ze het durven”, maar: “Wat fijn dat het er is.”