Ik herinner me een periode toen ik plots op feestjes, in binnen- en buitenland nota bene, vreemd genoeg frequent werd aangesproken door dames met de melding dat ik gelijkenissen vertoonde met Robbie Williams. Ik zal meteen met de deur in huis vallen: aanvankelijk was ik hier niet zo heel erg blij mee. Een – laten we eerlijk wezen – blokkerig, opgepompt boybandmannetje? Ik heb het nooit zo gehad op Robbie, de klik is er nooit gekomen. Niet in het begin maar ook daarna niet, toen het leek of de hele wereld hem plots hip wilde maken en hij zowaar op respectabele podia verscheen als die van Pinkpop en Werchter.
Dat dergelijke muzikale associatie niet altijd gelukzalige gedachten oproept, mocht ik jammer genoeg aan de lijve ondervinden. Het was al ver na middernacht op een Antwerps mojitofeestje. Een duidelijk aangeschoten blondine kwam naar me toe en vertelde me dat ik op de zanger leek. Ik weet niet of het aan de uitlopende hittegolf of de combinatie van alcohol en hormonen lag, maar mijn haatgevoelens voor de Take That-man schoof ik ineens bijzonder makkelijk opzij. Luttele momenten later leek ik plots te acteren in een sitcom, toen ze vroeg of ik nog iets wilde drinken in haar flat. Dat wilde ik wel want de mojito's waren best wel lekker, maar voldoende dorstlessend zijn ze zelden, dus ook toen niet.
Haar woonkamer voelde krap en benauwd. Het overaanbod van zwaar kringloopmeubilair in combinatie met Ikea-decoratie oogde, net als de bewoonster, een beetje gek en chaotisch. Vanaf de bank zag ik hoe ze eerst verwachtingsvol de lichten dimde en vervolgens traag als een model richting haar iPod-speakers liep.
"Muziekje?" vroeg ze.
Met pretoogjes knikte ik goedkeurend. Een stoute glimlach verscheen op haar gezicht en vervolgens klonk luid:
Me with the floorshow
Kickin' with your torso
Boys getting high
And the girls even more so
Wave your hands if you're not with the man
Can I kick it (yes you can)
Ik schrok me te pletter. Niet alleen een Robbie Williams-nummer, maar de meest etterige song die ik me op dat moment kon inbeelden knalde door de boxen. In een fractie van een seconde veranderde mijn verwachtingsvolle blik van pure nieuwsgierigheid naar een van ongeloof en verbazing. Ik strompelde me half excuserend en mompelend naar de gang. Het ging gewoon niet meer. Een blauwtje en permanent litteken op de ziel.
Het was al langer duidelijk en sindsdien nog meer. Robbie en ik, het wordt nooit wat. Muziek kent vele helden maar het zijn de vijanden waarvoor je moet opletten. Geef ze geen kans om onverwacht toe te slaan.
Geoffrey Jorissen (1977) is werkzaam als IT-beheerder, maar schrijft liever. Hij werkt momenteel aan een verhalenbundel en een kinderboek.