Toen Katy Snow (Essex, 1984) in 2001 debuteerde met de maagdelijke folkpop van How Did The Willow Catch My Name? kon niemand bevroeden dat dit frêle meisje tien jaar later met een plaat (Zingaballs) zou komen die bol staat van de kreunende gitaren. Toch is dat het geval, al doet ze het deze keer niet helemaal alleen. Katy Says No is de naam van de band waarmee Snow zich op het muzikale pad herbegeeft, nadat zij zeven lange jaren door een winterdepressie binnenskamers werd gehouden.
Het laatste wat we van Snow vernamen was de verstilde EP The Heart Is A Toothpick, die zij in 2004 uitbracht met cultorganist Will McPhew (Hollow Sister, The Backsplash, Uh!, Grown Men Like Cards). In het slotnummer daarvan zong ze treffend: ‘‘I’ll be back someday, you know I will, like grass erupting from the bottom of your sandal.’’ De aandachtige luisteraar wist daarmee dat het laatste woord nog zeker niet gezongen was.
Behalve dat Snow anno 2011 in uiterlijke zin onherkenbaar veranderd is (de rossige krullen hebben plaatsgemaakt voor een gitzwarte pony, het kenmerkende fladderjurkje is verruild voor een uitdagende heupbroek) klinkt zij op Zingaballs als een herboren songschrijfster en vocaliste. Alleen in het afsluitende ’Springtime Came At Last’ - veelzeggend genoeg het enige nummer waarin onomwonden wordt gerefereerd naar haar persoonlijke crisis - wordt de akoestische gitaar van stal gehaald voor een troostrijk wiegenliedje. In de overige tien tracks van dit op de kop af drieëndertig-en-een-halve-minuut klokkende meesterwerk horen we Snow in een lawine van shoewavende west-coast-distortion en zo nu en dan een verdwaalde polkabeat compleet onverstaanbare teksten kirren.
De mannen die Snow voor dit project om haar heen heeft verzameld zijn zeker niet de minsten. Haar huidige geliefde en tevens producer Bob Slim bespeelde elektrische klittenband in avant garde-collectief Wngrxxx%. Bassist Charlie ‘The Hung’ Lewis liet zijn onverbeterlijke slaptechnieken eerder horen bij de controversiële slitmetalband Anal Auschwitz. Toetsenist/tromboneman WiWi Go kennen we van het monopolyritmische Lego Curse en drummer Access, overigens de enige neger van het gezelschap, natuurlijk van zijn bronstige werk met The Access Brothers. Toch is het de parmantige Katy zelf met haar duizend-en-een gitaarpedalen en galmende stem die het hart vormt van deze bonte bezetting.
De invloeden van alle uiteenlopende projecten die de muzikanten met zich meebrengen komen haast vanzelfsprekend samen in de nummers van Katy Says No, en er ontstaat daarmee iets nieuws dat eigenlijk alleen omschreven kan worden als waarlijk uniek. Je moet het met eigen oren horen om het te begrijpen.
Behalve de muziek is er nog iets anders opvallends aan Zingaballs, en wel de vormgeving. Wie de vinyleditie in huis haalt, krijgt deze verstopt in een wassen kaaspannenkoek aangeleverd. Het vergt nog heel wat precisie om de langspeler onbeschadigd los te wrikken, maar het spreekt voor zich dat dit proces symbool staat voor de wedergeboorte van een unieke artieste die elke muziekfanaat in zijn hart dient te sluiten.