"Dat was een prosit... prosit..., shit, hoe zeg je dat nou?" Het is half vier 's nachts geweest en de taxichauffeur probeert iets te vertellen over de dame die we zojuist uit de auto hebben gelaten. "Ik pikte haar op, op de Nieuwmarkt, het is zo'n, hoe zeg je dat nou?" Ik weet wat hij bedoelt, maar zeg pas "oow, een prostituée!" nadat hij zelf eerst het woord "hoertje" in de mond durft te nemen. We rijden door Nieuw-West. "Ja, dat woord krijg ik er niet uit, prositut... Naja, je begrijpt het... Wil je nog een sigaret?" "Nee, het gaat wel weer..."
Mevrouw de prostituée en meneer de taxichauffeur hebben me zojuist opgepikt, vlakbij het station, nadat ik me een kwartier lang van de ene lege taxi naar de andere had laten sturen op die officiële taxistandplaats waar niemand me mee wilde nemen, alleen als ik iemand anders kon vinden die ook naar Oost wilde, of liefst twee eigenlijk want dan konden ze driedubbel verdienen, maar die waren er vannacht niet. Kennelijk verandert die standplaats 's nachts in de HEL en dat wist ik niet want dat had niemand me verteld. In plaats van heel boos worden, wat ook een reële optie was, droop ik uiteindelijk na alle frustraties af om eens lekker op een straathoek te gaan staan huilen.
De eerst taxi die daar stopte, uit nieuwsgierigheid waarschijnlijk, is de taxi waar ik nu inzit. Hij had al een klant, die precies de andere kant op moest, maar na mijn dramatische huilende uitroep: "Ze wi-hil-len me niet mee-hee-nee-hee-men..." nam hij me mee. De taxichauffeur stopte voor ik 'bedankt' kon zeggen een brandende sigaret in mijn mond, mevrouw de prostituée legde haar hand op mijn schouder en bezwoer mijn verdriet met haar Slavische accent: "Don't cry, please don't cry, it's all right..." Mijn gehuil werd er alleen maar heviger op nu ik bij nacht en vooral bij ontij deze zorgzame types had gevonden en om het toch wat gezellig te maken met z'n drieën werd de radio lekker hard gezet.
Thuisgekomen, de taxichauffeur beloofde me niet af te zetten, de meter ging uit en voor nog geen twaalf euro was ik thuis met zijn visitekaartje op zak, schaamde ik me rot. Pas de volgende ochtend realiseerde ik me dat dit zeker niet de eerste keer was dat mijn gehuil - ik doe dat nogal snel en ja ook best vaak - me uit een rotsituatie had gered en veilig had thuisgebracht.
Volgende keer dat je die brok voelt: laat het lekker lopen en wacht tot iemand je komt redden...