Tijdens mijn werk als afwasser floot ik regelmatig. Althans, dat werd me verteld. Meestal was ik me er niet van bewust. Ongemerkt trakteerde ik de keuken op een onafgebroken blaasconcert met fragmenten top 40, sixties en klassiek.
Op een dag riep één van de koks me naar zich toe. Het gesprek was kort.
"He, Luuk. Niet fluiten."
Ik lachte. Zijn gezicht bleef strak.
"Ik meen het."
Beduusd liep ik terug naar m’n spoelhok.
Ergens snapte ik de kok wel. Misschien vond hij de sfeer van Vivaldi niet helemaal passen bij de situatie (het onder sergeantsbevel grillen van acht entrecotes de luxe per minuut en het met trillende vingers in elkaar vouwen van truffelenvelopes). Toch overheerste vooral de verontwaardiging.
Zonder fluiten kwamen de zwarte kanten van het bestaan als afwasser opeens in het volle daglicht te staan: dat ik als afwasser het lulletje van de zaak was, dat mijn outfit naar camembert stonk, dat ik pas om twee uur 's nachts klaar was met werken, en dat ik daardoor de afterwork borrels met de mooie meisjes van de bediening miste (wat toch stiekem wel de voornaamste reden was geweest dat ik in dat restaurant wilde werken). Daarnaast was er minder aanleiding tot gesprekken (“Hey, is dat Stayin' Alive?”).
En: fluiten werkt aanstekelijk. Het komt niet zelden voor dat je deuntje een half uur later is opgepikt door een collega. Het zou prima kunnen dat die invloed zich uiteindelijk nog duizenden kilometers verder uitstrekt, wat resulteert in een geluksketen met Stayin’ Alive-fluitende Argentijnen, aboriginals, en Alaskanen – en misschien zelfs in een teken van hoop voor mensen in oorlogsgebieden, of in gemeenschappen die geteisterd worden door orkanen of overstromingen.
Fluiten is dé manier om een vrolijke draai te geven aan een barre situatie. Het is het geluid van de huppelende postbode, die kerstkaartjes in de brievenbussen werpt tijdens een sneeuwstorm. Zelfs het quasi nonchalant fluiten na een ongelukje (sneeuwpop omver gehuppeld) werkt nog oppeppend.
Als iemand je ooit verbiedt te fluiten, negeer het! Fluit in plaats daarvan urenlang recht in z'n gezicht. Net zolang totdat hij inziet dat met fluiten miljoenen hoge hordes over de hele wereld zijn genomen. Dat fluiters, in plaats van verguisd, genomineerd zouden moeten voor de Nobelprijs van de Vrede.
Uiteindelijk heb ik maar ontslag genomen.
--
Luuk Hijne is 22 jaar en pas afgestudeerd in de sociale psychologie in Utrecht. Luuk wil stadsgids en schrijver worden.