Ik heb een hekel aan optimisten. Een al te positieve voorstelling van zaken leidt onvermijdelijk tot teleurstelling – zie Obama. Mensen die met een brede glimlach beweren dat het leven een grote opeenstapeling van liefde en vreugde is, zijn blind voor de realiteit. Het is een terugkerende discussie tussen mijn vriendin en mij. Als we tijdens een wandeling de weg kwijt raken, ziet zij het van de zonnige kant: dit is goed voor onze conditie, het is een mooie dag, we vinden de weg wel terug. Voor mij is dat een naïeve ontkenning van de feiten, die het alleen maar moeilijker maakt om het probleem op te lossen. Ik benoem liever de kloterigheid van de situatie met een grap (“Ik heb nu al zo’n medelijden met de andere wandelaars die onze levenloze lichamen morgenochtend zullen vinden!”) en ga er vanuit dat het allemaal nog wat erger wordt. Dan kan het alleen maar meevallen.
Dit is een misvatting. Een van de grootste problemen van ons mensenbestaan is het bestaan van negatieve spiralen. Negativiteit leidt altijd tot meer negativiteit. Het is nooit zo dat haat liefde tot gevolg heeft – hooguit agressieve seks. Woede zorgt - WEES GODVERDOMME TOCH EENS REDELIJK - voor méér woede. Angst is een self-fulfilling prophecy: doordat je bang voor reigers bent, kun je geen voet buiten de deur zetten of daar zit weer zo’n roeipotig monster vervaarlijk naar je te staren, vanaf het dak aan de overkant van de straat. In het geval van positieve gevoelens kan hetzelfde proces plaatsvinden (smile and the whole world smiles with you) maar net zo vaak het tegenovergestelde: vrolijkheid leidt tot irritatie, kalmte leidt tot jaloezie, liefde leidt tot haat.
Hersenonderzoek heeft aangetoond dat ons brein een voorkeur voor negativiteit heeft, zo schrijft Jonathan Haidt in The Happiness Hypothesis (2006). Voor negatieve ervaringen bestaat er zelfs een snelkoppeling, de amygdala, die een directe verbinding met ons ‘vermijdingssysteem’ heeft. Positieve ervaringen worden langzamer verwerkt, en minder snel in ons geheugen opgeslagen. Evolutionair gezien is dit logisch: gevaar dient direct vermeden te worden om te overleven, positiviteit kan wel even wachten. Een lieve e-mail heeft minder prioriteit dan een moordlustige clown.
De wereld lijkt eenzelfde zwak voor het kwaad te hebben. Je kunt er uren over doen om een grote taart te bakken, terwijl er maar één subtiele armbeweging nodig is om hem op de grond te gooien. Het is veel makkelijker om boos op je huisgenoot te zijn omdat hij de afwas weer eens heeft gebruikt om een enorme maquette van een futuristische stad te bouwen, dan een gesprek erover te beginnen. Het is fijn om liggend in je bed de wereld te haten, en het kost veel minder energie dan naar je werk gaan of een meisje om haar nummer vragen. Het negatieve is de meest voor de hand liggende keuze, in elke situatie weer. Deze gedachte is, vanzelfsprekend genoeg, verdomde deprimerend.
Dit is natuurlijk niet het hele verhaal. Anders zou je dit stukje niet hebben kunnen lezen, omdat je buren je ogen zouden hebben gebruikt als soepballen nadat je ze raar aankeek op de gang. Hoor daar, het engelengezang! Er is ook nog het Goede! Het positieve vergt moed omdat het tegennatuurlijk is, en wat is er menselijker dan het negeren van onze biologische impulsen? Wij kunnen de negatieve spiraal doorbreken. Niet door onrealistisch optimisme, maar door soms over onze eerste terughoudende neiging heen te stappen. Door je fout toe te geven, ondanks dat je boos bent. Door een verdrietig persoon een knuffel te geven, ook al vind je diegene niet zo aardig en stinkt hij of zij een beetje. Door dit stukje gewoon uit te lezen, terwijl het nu wel iets te sentimenteel wordt, naar jouw smaak. Doe het.