Ik heb een zwak voor puntig geformuleerde zinnen die de werkelijkheid terugbrengen tot een behapbare leuze waar je je moreel kompas naar kan richten. Zo’n motto geeft je de indruk dat je de beestenboel kan temmen en een moment lang koning van de jungle bent.
Een dergelijke slagzin zou bovendien niet misstaan op mijn onderarm. Handig lijkt het me, zo’n geïnkte leidraad op je lijf. Even de weg kwijt? Mouwtje opstropen en hopla, licht in de duisternis. Een tijd lang was ik er dus van overtuigd dat ik op zoek moest naar die ultieme zin om in mijn vel te beitelen.
Als die waarheid vereeuwigd werd in onuitwisbaar pigment hoefde ik bij tegenslag en twijfel alleen maar mijn eigen lichaam af te gaan op zoek naar de bevindingen die ik daar eerder, in een helder moment, had neergepoot.
Maar na een korte gedachtewisseling met mijn moeder – geen aanrader als je keuzes van de lichaamsverminkende soort wilt maken – moest ik op zoek naar een minder onomkeerbare manier om slagzinnen te integreren in mijn voorkomen en mezelf raadpleegbaar te maken.
De uitkomst is customizen en betreft sportschoenen. NIKE ID is het alternatief voor zwarte inkt op bleke huid. Je moet wel bondiger zijn, een hele zin kan je je niet permitteren. Je hebt immers maar twee voeten en dus ook maar twee woorden waarin je je levensfilosofie moet zien samen te vatten.
Bij mijn eerste paar van het type Nike Air stond op de linkerschoen “struggle” en op de rechter “emerge”, gebaseerd op de gelijknamige dubbelschroefstoomboot van de Nederlandse oorlogsvloot uit bouwjaar 1915. Gebombardeerd door de Duitsers kon die echter nooit het tweede deel van zijn naam waarmaken. Ik daarentegen, geruggesteund door deze aanmoedigende woorden, worstelde me door alle stormen op mijn pad en kwam telkens terug aan de oppervlakte drijven.
Mijn tweede paar had links “stay” en rechts “true”, maar door een kleine onoplettendheid van mijn kant waren de letters afgewerkt in dezelfde kleur als de ondergrond (roze!). Hierdoor kon enkel de uiterst opmerkzame lezer, wanneer hij met z’n neus op mijn hielen gedrukt stond, deze immer toepasselijke wijsheid ontwaren. Maar ik voelde ‘m onzichtbaar inzinken in mijn ziel bij elke verende stap die ik nam.
De derde en voorlopig laatste stap in mijn persoonlijke ontwikkeling toont links “fear” en rechts “less”, met als extraatje de mogelijkheid tot verschillende interpretaties naargelang de constellatie. Als ik m’n hielen samen sla, als een saluerende sergeant, ben ik zonder angst. Als ik wijdbeens sta, beken ik mijn angstige natuur maar vuur ik mezelf tegelijkertijd aan om minder schrik te hebben.
Er zijn mensen die zich laatdunkend uitlaten over mijn vorm van zelfexpressie, die mijn copingstrategieën reductionistisch vinden. Zij zijn het soort mensen dat de complexiteit van de wereld kan aanschouwen en geen nood heeft om ‘m meteen terug te voeren tot harmonieuze eenvoud. Nee, zij zijn sterk, kijken met één wenkbrauw arrogant opgetrokken naar de chaos en spelen al bluffend het spel. Maar mijn natuur is angstig, en op zoek naar houvast. En laat dat nu zijn wat ik vind in mijn sportschoenen.
Barbara Serulus (1984) werkt bij een managementbureau voor (podium)kunstenaars en schrijft over eten op Alle Dagen Honger.