Het afgelopen jaar werd ik ermee om de oren geslagen. Op elk verjaardags-, reünie- of afscheidsfeestje kwam het op een bepaald moment ter sprake. Zodra de sfeer wat gemoedelijker werd en de tongen ― geholpen door enkele glazen wijn ― wat radder, was het prijs. En werd het niet uitgesproken, dan overschaduwde het elk gesprek als een onzichtbare donderwolk: de quarterlifecrisis.
“Wat ga jij volgend jaar doen?” was een vraag die liefst uit de weg gegaan werd en indien dat niet mogelijk was, onthaald werd op schouderophalen of gezucht. Natuurlijk doolt iedereen maar wat rond in het leven. Maar mensen in deze leeftijdscategorie worden gegijzeld door het plotse besef dat het stilaan tijd is geworden om een, als niet dé koers van dat leven te bepalen. Na het behalen van een eerste, tweede of in sommige gevallen zelfs derde diploma gaapt het grote zwarte gat.
Het probleem was vooral dat alles eigenlijk mogelijk was. L’embarras du choix.
Maar één optie viel te mijden: gaan werken. Daar was je toch nog veel te jong en dolende voor! Rond mij ontstonden steeds concretere plannen om de quarterlifecrisis tegen te gaan ― succesvol op korte termijn maar in feite enkel uitstel van executie: lange en verre reizen maken (een vaak gekozen remedie), een extra master in het buitenland, doctoreren, snel geld verdienen om later alsnog zo lang mogelijk te kunnen backpacken in een of ander ver continent.
Zelf deed ik natuurlijk vrolijk mee. Ik meldde me aan voor een taalcursus in China, een vrijwilligersproject in Zuid-Afrika, een studie in Amsterdam en tot slot nog een nieuwe master in Berlijn. Helaas werd ik voor alles geaccepteerd. Dat vergemakkelijkte het kiezen natuurlijk niet. Stiekem had ik gehoopt dat een externe kracht (God dan wel de bureaucratie) voor mij zou beslissen. “Kies vooral wat je zelf wilt” is zowat het nuttelooste advies ooit wanneer je juist niet weet wat je zelf wilt.
Uiteindelijk heeft die externe kracht me toch niet in de steek gelaten. Na deze zomer opnieuw vakantiewerk te hebben verricht op de redactie van een voorname Belgische krant, gebeurde dat wat ik gevreesd en tegelijk gehoopt had: ze boden me een vast contract aan. Eindelijk hakte ik de knoop door. Het enige nadeel van mijn impulsieve en vrij onverwachte beslissing zijn de vervelende gesprekken achteraf: “Hoezo zit jij niet in China/Zuid-Afrika/Amsterdam/Berlijn?”
Wie met een quarterlifecrisis kampt, geeft dat beter gewoon toe in plaats van zichzelf en zijn omgeving wijs te maken “dat ik nu écht weet wat ik volgend jaar met mijn leven ga doen". Of je houdt gewoon je mond en bespaart jezelf de existentiële smalltalk. Ik heb mijn lesje nu wel geleerd.