Het nieuwe jaar is begonnen en de goede voornemens vliegen ons weer om de oren.
Nu ben ik niet zo’n fan van goede voornemens, aangezien deze vaak gepaard gaan met grote teleurstelling aan het einde van het jaar (weer niet gelukt, volgend jaar beter, oh jee het is al zover, wat nu... et cetera).
Toch wil ik in het kader van de goede voornemens mijn steentje bijdragen.
Ik zeg: bezoek dit jaar minstens één museum.
Een museumbezoek zorgt voor positiviteit alom: je hebt het idee dat je goed bezig bent, het houdt je scherp, je leert nog eens wat, het verbetert je onderscheidingsvermogen en prikkelt dikwijls je creativiteit.
Als een tentoonstelling tegenvalt, kun je daar dan ook heel makkelijk weer een positieve draai aan geven: “Nou, ik weet in ieder geval wat ik niet mooi vind” (onderscheidingsvermogen) of: “Als het aan mij lag, had ik het heel anders aangepakt” (stimulus creativiteit).
Vind je iets van nature snel saai (lees: je hebt geen geduld), dan lijkt een museumbezoek waarschijnlijk een helse activiteit. Maar niets is minder waar! Je kunt jezelf uitdagen tijdens je bezoek!
Zo is het leuk om je te focussen op de bordjes bij de tentoongestelde ‘kunst’. Nu kun je bijvoorbeeld jaartallen uit je hoofd gaan leren (waar je dan weer leuk over kunt oreren op feesten en partijen) of zelf vervangende titels bedenken.
Ook kun je net doen alsof je een peuter bent (pas nadat je de kassa bent gepasseerd) die alles voor het eerst aanschouwt. Vraag jezelf voortdurend af: “Wat is dat?” en je zult zien dat je veel meer ziet.
En je voelt je weer even kind, dat kan sowieso geen kwaad.
Na afloop mag je als beloning nog even naar de museumwinkel, waar je dan één ansichtkaart moet uitzoeken als herinnering. En aan het einde van het jaar zal die kaart je doen beseffen dat je het toch maar mooi geflikt hebt: weer een voornemen waargemaakt!