Op de laatste pagina van de VPRO gids is al sinds jaar en dag de rubriek Achterwerk te lezen, met daarin brieven van wanhopige, blije, verdrietige, grappige of angstige kinderen en tieners. Zodra ik bevangen word door mijn eigen leed en ellende is het altijd zeer ontnuchterend om deze brieven te lezen: het relativeert, bemoedigt en ontroert, en vaak nog allemaal tegelijk ook.
De kleinste problemen zijn voor de meestal nog onbedorven puberzieltjes levensbedreigende narigheden: pesten, scheve tanden, bang zijn om uit je mond te stinken, verliefd op beste vriend, naar de middelbare: allemaal even herkenbaar en relevant. Maar ook grotere problemen worden op aandoenlijke en vaak scherpe wijze opgeschreven. Verdriet om een overleden ouder, seksualiteitsdilemma’s, eenzaamheid, onzekerheid, levensmoeheid: de kinderen weten de lezers - mij zeker - bijna altijd te raken door hun openheid en vermogen om emoties te tonen, dwars door het papier heen. Het is maar goed dat ik de brieven niet selecteer, ik zou tijd te kort komen door de hulp die ik al die lieve, bange schatten zou willen bieden.
Behalve de reeksen die er ontstaan, waarin kinderen soms wekenlang reageren op een enkele brief (zo was het probleem ‘fan zijn van Michael Jackson’ een hele tijd onderwerp van discussie), houd ik erg van de kleine opstekers. Zoals deze korte brief van schrijver Kees:
Vakantie
‘Ik wens iedereen een fijne vakantie met veel lol en zon!’.
Lezen dus, die brieven van Achterwerk: een schat aan verhalen die je eigen leven in perspectief plaatst.