"Omdat u zich op het spannende kruispunt begeeft van creatief en reflexief denken en behoort tot de generatie van bijna-dertigers die verandering dichtbij brengt, willen wij u uitnodigen deel te nemen aan ons discussiefeest Denkers van Morgen." Ik kijk naar de datum en zie dat het vanavond is. Toen ik de mail een paar weken geleden ontving, was ik met mijn hoofd ergens anders, maar blijkbaar had dat hoofd er wel een memo van gemaakt, waardoor ik er nu opeens aan moest denken. Ik heb dan wel niet laten weten of ik kom, maar juist de verrassing van mijn aanwezigheid zal grote indruk maken. De organisatoren hebben mij vast op hoop van zegen uitgenodigd, ervan uitgaand dat een denker als ik zijn eigen zolderkamer slechts bij hoge uitzondering verlaat. Net als bijvoorbeeld Immanuel Kant, die zijn huis alleen verliet voor zijn dagelijkse wandeling, mag ik mijn denkproces niet door futiliteiten laten verstoren. Ik leg mijn iPhone op de wastafel en veeg mijn billen af. Dan trek ik door.
Terwijl ik mijn handen was, hoor ik een geluid dat mij op vervelende wijze bekend voorkomt. Het is het geluid van een wc die wat hij net heeft ingeslikt vol afkeer weer uitbraakt. Ik besluit te doen alsof ik niets gehoord heb, hopelijk is het zo weggezakt en is de pot na een paar keer doorspoelen weer de oude. Ik loop naar de keuken, waar een grote afwas op mij wacht. Die moet gedaan zijn voordat mijn dochter wakker wordt. Daarna gaan wij samen stofzuigen. Als mijn vriendin terugkomt van haar werk en ziet dat het huis er netjes uitziet, zal zij er geen bezwaar tegen maken dat ik vanavond de deur uit moet om aan mijn plicht als Belangrijk Denker te voldoen.
Op de keukenvloer ligt een bruine streep. Ik volg de streep en kom uit bij de kattenbak. Poezen zijn hygiënische wezens, alleen als kreet van protest zullen zij zich tegen hun eigen natuur keren. Uit de bak komt een penetrante lucht. Ik probeer te bedenken wanneer ik hem voor het laatst heb schoongemaakt. Met een schepje haal ik de drollen uit de bak, maar het zijn er vrij veel en sommige zitten vastgekoekt aan de bodem. Die drollen zijn op zich het probleem nog niet, het is vooral de ammoniakgeur die uit de bedorven pisballen opstijgt waar mijn maag van omkeert. Ik zet een raampje open, om even op adem te komen. Dan pak ik de zware kattenbak, kantel hem boven de vuilnisbak en kieper het ding leeg. Even lijkt het goed te gaan, maar met een plof zakt de vuilniszak als een mislukte pudding ineen in de vuilnisbak, een stofwolk stijgt op waardoor mij het zicht ontnomen wordt en terwijl ik mijn evenwicht probeer te bewaren voel ik het strooigoed op mijn sloffen storten.
Dankzij een bruisende cocktail van verscheidene schoonmaakmiddelen blinkt de keukenvloer als nooit tevoren. In een nieuwe vuilniszak heb ik de oude met grote nauwkeurigheid overgegoten. Ik loop naar de wc om te plassen. Daar word ik verwelkomd door een familiaire walm. Met ingehouden adem doe ik de deksel omhoog en zie daar drollen van verschillende data en afkomst rond elkaar drijven in een bassin dat net niet over de rand druipt. Ik trek twee plastic zakken over mijn arm en met ingehouden adem, terwijl het bruine water over mijn sloffen klotst, boor ik mij een weg door de poel des onheils. Ik stel mij voor dat ik een boer ben die een kalf ter wereld laat komen, terwijl ik met mijn plastic vuist tast naar de beruchte bocht waar de boosdoener zich moet bevinden. Met een enorme bal van papier en stront komt mijn hand weer omhoog en in een gulzige draaikolk wordt het bassin ingeslikt. De bal deponeer ik samen met de plastic tassen in de vuilniszak. Dan ga ik een nieuwe cocktail brouwen, het kleine kamertje is er aan toe.
Terwijl ik mijn handen voor de tiende keer was, hoor ik mijn dochter een gesprek voeren met haar konijn. Ik heb maar geluk gehad dat zij niet eerder wakker is geworden, want met haar in de buurt had ik deze middag nooit goed kunnen coördineren. Ik loop naar boven en steek lachend mijn hoofd om de deur. Annika kijkt mij aan en vat in één woord samen wat mijn neus ook wel vermoedde: "Poep".
Er zijn poepluiers en er zijn poepluiers. De eerste categorie houdt de materie netjes binnenboord. De tweede categorie overstijgt de luier zelf. Dan speelt de bui van de luierdrager nog een grote rol bij de moeilijkheidsgraad van het verschonen. Blijft het kind in kwestie rustig op de rug liggen, dan zijn de meeste complicaties bij voorbaat al vermeden. Is het kind echter in een beweeglijke bui, of wil het domweg niet meewerken, behoed u dan voor stront aan de knikker. Annika laat zich door haar moeder, oma’s en oppassen doorgaans rustig verschonen en lijkt haast uitsluitend aan luiers uit de eerste categorie te doen, maar voor haar vader maakt ze graag een uitzondering.
Annika en ik staan samen onder de douche, met een washandje schrob ik de fecaliën van haar rug en uit mijn baard. Op de wasmand ligt een stapel besmeurde kleding. Haar kleding, mijn kleding, kleding uit onze kledingkast waar zij al gierend van de pret is ingedoken. Ik zal zo een nieuw sopje moeten maken, want de achtervolging heeft zich via stoelen en muren door het hele huis afgespeeld.
"Ik ga vanavond naar een zeer belangrijke bijeenkomst: Denkers van Morgen", zeg ik tegen mijn vriendin.
Zij schenk zichzelf een glas wijn in. Annika ligt op bed en het huis is brandschoon. Tenminste, het is zo schoon als het vanmorgen was.
"Huh?" zegt ze, "O ja, je had die uitnodiging natuurlijk gekregen."
"Wat weet jij daarvan?"
"Ja, lief, wat denk je nou, je weet toch dat ik al maanden bezig ben met de organisatie van die avond?"
Mijn vriendin organiseert ook zoveel. Ik organiseer alleen het huishouden.
"Ik heb ook geopperd om jou uit te nodigen. Dat leek me wel wat voor een luchtig geluid en dan kom jij ook eens de deur uit. Maar goed, had je natuurlijk eerder moeten laten weten dat je wilde komen, het is nu te laat om een oppas te regelen."
Ik kijk naar de moeder van mijn kind en vraag me opeens af of zij meer verzadigde melkvetten eet dan vroeger.
"Iets anders," zegt ze, "Wil jij die vuilniszak even wegbrengen? Je weet dat ik het niet prettig vind als dat in de gang staat wanneer ik thuiskom."
Zwijgend pak ik het loodzware ding en loop naar de trap die wij met de buren delen. Op de derde trede begint de zak te scheuren. Terwijl een lawine van luiers, papier, drollen en kattengrit naar beneden stort, vindt op het kruispunt van mijn creatief en reflexief denken een kettingbotsing plaats.