Asset 14

Luisteren als spelen met jezelf

Een genre dat vooral lijkt te bestaan uit muziek die niet binnen een bepaald genre past. Floris laat zien dat Nieuwe Muziek meer is dan een kakofonie aan willekeurige geluiden.

Laten we beginnen met een vraag: wie van de lezers bezoekt er wel eens concerten van Nieuwe Muziek?

Hopelijk roept die vraag verwarring op.

Ik bezoek nu al zo’n tien jaar concerten voor Nieuwe Muziek, maar nog altijd vind ik het moeilijk om uit te leggen wat ‘Nieuwe Muziek’ nu eigenlijk inhoudt. De term is misleidend, want letterlijk genomen is alles wat de afgelopen jaren gemaakt is ‘nieuwe muziek’, maar dat is niet waar het begrip Nieuwe Muziek op slaat. Het is niet zoals met jazz of heavy metal; dat je maar het maar gewoon moet horen en dan weet je ’t wel, want daarvoor hebben de verschillende soorten ‘Nieuwe Muziek’ te weinig gemeen.

‘Hedendaags klassiek’ suggereert naar mijn smaak te veel dat het pas serieus te nemen is als het in een klassieke traditie staat. ‘Modern gecomponeerd’ vat de inhoud nog het beste samen, in elk geval in de zin dat je bij die concerten niet zelden de vraag krijgt 'are you also a composer?'. Maar musicals kun je ook componeren. Vroeger kon je nog zeggen: Nieuwe Muziek is wat er in het Muziekgebouw aan ’t IJ geprogrammeerd wordt, maar dat gaat niet meer op want het Muziekgebouw programmeert steeds conservatiever.

Verwarring

In zekere zin is juist die verwarring de beste illustratie voor wat Nieuwe Muziek is: een genre van muziek die niet in een duidelijk genre past. Als er alleen wat elektroakoestische effecten in zitten of aan de snaren van de piano geplukt wordt, dan is het een tam concert. Het wordt eigenlijk pas echt Nieuwe Muziek als je je afvraagt: WTF was dat? Als je door de elektronica niet meer weet hoeveel handen er op de piano zitten, als je van je sokken geblazen wordt door een experimentele klompendansperformance, of wanneer het componistencollectief Monoták een fabriekshal omtovert tot een klankkathedraal met behulp van wat oud schroot en onttakelde orgelpijpen.

Even een bekentenis tussendoor. Anders dan de meeste mensen die over muziek schrijven ben ik geen musicoloog. Ik speel geen instrument, ik kan amper noten lezen en van alle honderden concerten die ik in de afgelopen tien jaar heb gehoord heb ik qua klank nauwelijks iets onthouden. Misschien vragen mensen zich nu af: maar waarom ga je daar dan heen? En dat vraag ik me om eerlijk te zijn zelf ook wel eens af. Uiteindelijk is het antwoord vrij simpel: juist daarom. Omdat er in de Nieuwe Muziek allemaal dingen gebeuren die ik niet na kan neuriën en die zelfs op cd vaak niet goed overkomen.

Toen ik net naar Nieuwe Muziek begon te luisteren, had ik een baantje als portier waarbij ik vooral betaald werd om niets te doen. Maar er was gelukkig wel een cd-speler. Van mensen die mijn portiershok binnenkwamen kreeg ik wel eens verbaasde opmerkingen als: 'O, is dat muziek, ik dacht dat dat geluid van buiten kwam.' Of: 'Nou, die deur piept wel behoorlijk, zeg.' Dat was dus de klarinetsolo uit Messiaens Quatuor pour la Fin du Temps. Overigens was dat niet ironisch bedoeld. Die man dacht écht dat hij de deur hoorde piepen. Ik had het zelf ook wel eens: hoort dát nou ook bij de muziek, of niet? En dat is iets positiefs. Daardoor ga je op een andere manier naar de geluiden om je heen luisteren. Tenslotte is ook een piepende deur heel sonoor complex.

Illustratie: Mirjam Laater

Het muzikale vermogen

Eigenlijk is luisteren naar muziek sowieso een raar fenomeen. Het is zo wijdverspreid dat niet van muziek houden geldt als een afwijking: amuzikaliteit. Vergelijk dat eens met de liefhebbers van sport, van poëzie of van roken. Het zou wat zijn als we iedereen die niet rookt ‘afumie’ zouden verwijten, of iedereen die niet van poëzie houdt een ‘apoëtische stoornis’. In elk geval valt het niet samen met het vermogen om op de maat te dansen, want dan zou mijn hele familie en de helft van mijn collega’s een cognitief defect hebben. De psycholinguïst Steven Pinker heeft muziek ooit omschreven als een 'auditory cheesecake': een bijproduct van onze cognitieve ontwikkeling dat, net als kwarktaart, nergens goed voor is maar toch wel heel lekker.

Wat nou speciaal zo leuk is aan het muzikale vermogen: je kunt er mee spelen. Je bent er niet passief toe veroordeeld om Beethoven’s Negende of de opstarttune van Windows mooi te vinden. Dat spelen kan trouwens met je taalvermogen of met je visuele waarneming ook, dus zo speciaal is dat niet, daarom is het een vermogen en geen reflex. Het resultaat is dat je een soort getrapte ontwikkeling van de muzikale ervaring hebt. Zowel op persoonlijk als op macroniveau, pin me daar nu even niet op vast.

Aan de basis heb je simpelweg geluiden, of combinaties van geluiden, die je aanspreken. Bim bam bim bam, dat werk. Dat blijft dan hangen en dat ga je dan proberen na te doen. Stap twee is dat je dan een speciale situatie creëert om die ervaring op te rekken. ‘Situatie’ mag je hier zo ruim opvatten als je wilt: instrumenten, podia, geluidsinstallaties, kerkdiensten, regendansen, balboafeestjes. Hoe dan ook: een geconstrueerde situatie. En nou komt het leukste: je kunt die muzikale ervaring ook ontregelen. Een klein beetje off-beat swingt altijd net wat lekkerder. Een stuk zonder dissonanten is klotesaai en er zijn meer manieren waarop een toon vals kan zijn dan waarop ‘ie zuiver kan zijn.

Alleen is dat leukste ook meteen het meest frustrerende. Want hoe leuk is muziek nog als je het niet meer na kunt neuriën? Als je te veel ontregelt, krijg je alleen maar herrie, ruis en geluidssoep. Nu kun je jezelf leren dingen mooi te vinden, en zelfs jezelf afleren om bepaalde dingen niet mooi te vinden. Maar hoe ver wil je gaan in het jezelf africhten dat je zo ruimdenkend wordt dat er geen verschil meer is tussen iets mooi vinden en vinden dat je iets mooi moet vinden?

Spelen met jezelf

Eigenlijk is het een soort Humpty Dumpty-dilemma. Voor wie niet weet wat het Humpty Dumpty-dilemma is, dat komt uit Alice in Wonderland. Humpty Dumpty zegt tegen Alice: een woord betekent wat ik wil dat het betekent. Het gaat erom wie de baas is: we or the words. De grote gein is natuurlijk dat je nooit echt de noten de baas wordt.

Zelfs bij de meest vergezochte avant-gardecomposities geeft uiteindelijk een gevoel de doorslag: werkt ‘t, of werkt ’t niet? En dat gevoel zelf is niet per se verschrikkelijk interessant. Gevoelens zijn meestal niet zo verschrikkelijk interessant los van de dingen waar ze over gaan. Maar de mechanismen waarmee dat gevoel wordt opgeroepen, die zijn verdomd prikkelend om te ontleden of te ondergaan. Op die manier wordt luisteren een soort van spelen met jezelf.

Om terug te komen op de vraag: hoe leuk is muziek nog als je het niet meer na kunt neuriën? Nou, behoorlijk leuk. Kijk maar wat er gebeurt als je een piano gebruikt als een resonator voor een ander instrument, zoals Boulez in Dialogue de l’Ombre Double. Of als je het raamwerk van die piano ophangt en gebruikt als slaginstrument, zoals Champ d’Action ooit deed.

Ik zou het zelfs willen omkeren: zodra je muziek na kunt neuriën, is het voor mij niet interessant meer om geconcentreerd naar te luisteren. Wat ik verder thuis als muzikaal behang opzet en op mijn MP3-speler heb staan, daar gelden weer andere criteria voor. Nono in de trein luisteren heb ik al lang geleden opgegeven.

Op het programma voor de avond waar ik deze tekst voor schreef, stond ik eerst aangekondigd als ‘moderne klassieke muziekkenner pur sang’. Daar was ik niet heel blij mee, want ik heb het niet zo op connaisseurschap. Natuurlijk helpt wat achtergrondkennis, maar het boeiende is juist wat je nog niet weet. Een paar jaar geleden was er een serie debatten over hoe we de Nieuwe Muziek aan het publiek moesten ‘uitleggen’.

Daar werd ik behoorlijk chagrijnig van. Het is godverdomme geen levertraan die je door moet slikken omdat het goed voor je is. Een bevriende componist zei het snediger: 'mijn vrienden komen niet om de muziek, maar ondanks de muziek.' Dat is niet zo ironisch als het klinkt. Want het gaat echt niet om de muziek, het gaat erom wat je er mee doet. De vraag is: hoe maak je er méér van dan georganiseerd geluid?

Immense mogelijkheden

Die vraag wordt des te prangender door de wijze waarop muziektechnologie en geluidsdragers onze manier van luisteren hebben veranderd. Ten eerste: De consequentie van muziek opnemen en afspelen is dat muziek minder bijzonder wordt. Het is overal! Waarom zou je dan nog in een concertzaal gaan zitten?

Ja, misschien voor een extra complexe en geconcentreerde ervaring, maar dan wordt het net een geluidsinstallatie-plus. Maar ook omdat je in een zaal iets anders met muziek kunt doen. Je kunt er theater van maken. Je kunt stukken in elkaar laten overlopen of door de ruimte versnipperen. Je kunt het combineren met video of met lichteffecten. Of zelfs helemaal niet in een zaal doen, maar in een kraakpand of een oude loods. Want dat is punt twee: de mogelijkheden zijn immens!

Niet dat alles wat je met die immense mogelijkheden doet daardoor ook goed wordt. Integendeel, het vak van componist wordt er alleen maar moeilijker door. Eigenlijk zijn er drie mogelijkheden: of je omarmt die nieuwe mogelijkheden - en dan moet je je een heel nieuw scala nieuwe vaardigheden aanleren en meer budget lospeuteren; of je negeert ze - en dan moet je iets vinden wat daar tegenop kan bieden; of je gaat back to the basics.

Veel componisten doen trouwens alle drie. Al is het maar omdat je inkomen toch uit compositie-opdrachten moet komen. Maar er is nauwelijks een componist meer die niet in een bandje gespeeld heeft, en dat is precies de mentaliteit die je ziet in de Nieuwe Muziek die het meest Nieuw is. De nieuwe ensembles van het afgelopen decennium zijn vaker een soort bands, en componisten en uitvoerenden worden in bredere zin makers.

Ter afsluiting. Los je daarmee nu het Humpty Dumpty-dilemma op? Er blijft nog altijd de weerbarstigheid van het materiaal, iets wat je ‘de weerstand van de noten’ zou kunnen noemen. Maar je brengt het spelletje wel naar the next level, in de zin dat het niet meer gaat om wat de noten doen, maar om wat je met de noten doet. Je krijgt er wel een nieuw dilemma voor in de plaats: alles kan! Wat nu? Maar dat mogen de musici oplossen.

Dit artikel is een bewerking van de lezing die Floris gaf tijdens de Buma Classical Convention 2014.

Mail

Floris Solleveld is Hard//hoofd-redactielid en overdag historicus en filosoof. Tussendoor tekent hij met inkt en penseel en schrijft over interdisciplinaire podiumkunsten. Of over politiek. Soms ook poëzie.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Tussen de randen van een aquarium

Tussen de randen van een aquarium

Wie ben je als je alles kunt zijn? In het fragmentarische afstudeerwerk van Ettie Edens veranderen mensen onder andere in een hoopje, een steen, een natuurkundedocent, water, iemand die limonade drinkt en een lantaarnpaal. Lees meer

Automatische concepten 71

We hebben een probleem met de derde helft

Een voetbalwedstrijd stopt officieel misschien op het veld, maar Marthe van Bronkhorst merkt in de trein dat het slinkse spel doorgaat. Lees meer

Mycelium

Mycelium

Wat als schimmelsporen zich met iedere adem dieper in je longen graven? Met ‘Mycelium’ won Olga Ponjee de juryprijs van Het Rode Oor 2023, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Bösendorfer 1

Bösendorfer

Bij Snelders blinkt de piano van het poetsen en de handen van de vijftigjarige eigenaar zijn door ouderdom stram geworden. Wat gebeurt er als een twintiger op bezoek komt om de Bösendorfer te bezichtigen? Met ‘Bösendorfer’ won Nick De Weerdt Het Rode Oor 2023, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Een villa voor het onbekende

Een villa voor het onbekende

Floris Tesink bezocht het FOMU, waar Grace Ndiritu door associatieve combinatie een expositie invulde. "Dit conflict tussen de fotografie en de ruimte brengt je op een plek die niet te begrijpen is, maar toch verslavend voelt voor degene die zich hieraan overgeeft." Lees meer

Zeker weten dat hij een super goede vader wordt

Zeker weten dat hij een supergoede vader wordt

Eva wil blij zijn voor haar vriend, die na een halfjaar weer van zich liet horen, maar merkt dat het haar moeite kost. Lees meer

In mijn droom besta ik uit pixels

In mijn droom besta ik uit pixels

Terra van Dorst keek maandenlang naar livestreams van pleinen en stranden. Dit vertaalde ze naar gedichten over een straat waarin ze haar ouders vindt, een man die haar een sjaal wil verkopen waar je in kan wonen en de zee. Het resultaat is de bundel 'in mijn droom besta ik uit pixels' waarmee ze deze zomer afstudeerde bij de opleiding Creative Writing aan ArtEZ. Lees meer

Ondraaglijk gewicht

Ondraaglijk gewicht

Een opmerking van een kennis activeert bij Aisha een stroom van onzekere gedachten. Waarom wordt ons zelfbeeld zo beïnvloed door externe standaarden? Lees meer

Hard//hoofd zoekt een nieuwe Chef Essay en Opinie

Hard//hoofd zoekt een nieuwe Chef Essay en Opinie!

Hard//hoofd zoekt vanaf 1 november een enthousiaste en assertieve kritische denker (x/v/m) die de redactie wil komen versterken als Chef Essay en Opinie! Lees meer

Pulpa

Pulpa

Ileen Rook schreef een afstudeernovelle over autoriteit, de supermarkt en een teveel aan tanden. Wie is Aline, waar komen al die tanden vandaan en hoe kan ze grip krijgen op een realiteit die steeds verder van haar verwijderd raakt? Lees meer

Wat dondert het of fossiele subsidies ‘echt subsidies zijn’?

Wat dondert het of fossiele subsidies ‘echte subsidies’ zijn?

‘De grootste catastrofe in de geschiedenis van de mensheid is niet het moment voor afleidingsmanoeuvres.’ Lees meer

Wegwerpliefde

Wegwerpliefde

Liefde overwint niet alles, en zeker niet het kapitalisme, merkt Marthe van Bronkhorst. Lees meer

Stuur je pitch in voor ‘Sorry’, het vierde Hard//hoofd Magazine! 1

Stuur je pitch in voor ‘Sorry’, het vierde Hard//hoofd Magazine!

We zijn weer op zoek naar nieuwe inzendingen van literaire virtuozen, opiniërende vedetten en visuele vagebonden. Stuur uiterlijk zondag 8 oktober een pitch naar magazine@hardhoofd.com onder vermelding van ‘Magazine 4: Sorry’. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 7

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel vier. Lees meer

Une Belle Histoire

Une Belle Histoire

Als Aisha haar moeder vertelt over haar vakantieplannen in Bretagne reageert ze nuchter. ‘Dan kun je gelijk wel tante Ans uitstrooien’. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 6

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel drie. Lees meer

Bibi Dumon Tak in Zomergasten

Bibi Dumon Tak was in veel opzichten een perfecte Zomergast

De vierde Zomergast van 2023 nam vanaf het eerste fragment de regie, maar schrijver Bibi Dumon Tak verloor haar kijker (en presentator) geen moment uit het oog. Marte Hoogenboom zag in haar de ideale Zomergast, die er niet op uit was briljant of eloquent over te komen. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen 3

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel twee. Lees meer

Khadija Arib in Zomergasten

Kat-en-muisspel tussen Arib en Maassen in Zomergasten

Net als andere zomers bespreken we ook dit jaar de grootmoedige, strijdbare en soms stroeve gesprekken die in Zomergasten worden gevoerd. Marthe van Bronkhorst over het gesprek tussen zomergast Khadija Arib en Theo Maassen: Arib de machtige, tevreden kat, Maassen een nieuwsgierig muisje. Lees meer

Zomercolumn: Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

Tussen swipes en onverwachte ontmoetingen

In een zinderende zomerhitte deelt Stefanie Gordin, in een reeks van vier columns, haar persoonlijke gedachten en ervaringen over liefde, identiteit en kwetsbaarheid. Dit is deel een. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier! 

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we voortaan twee keer per jaar verschijnen en daardoor nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer