Hoe ziet het leven eruit voor mensen zonder legale verblijfsstatus in Nederland? Fahmi Ibrahim Mansur (47) uit Sudan heeft na twintig jaar nog steeds geen eigen plek. In het kader van Wereldvluchtelingendag een herpublicatie van deel twee uit een serie van zes interviews.
‘Met Nederlanders moet je voorzichtig praten. Pas als ze je een paar keer rustig hebben gezien kun je opener zijn en meer vertellen. Ik kan niet zomaar naar jou toelopen en mezelf zijn. Eerst moet je weten wie ik ben.
Dat is wat ik zie: dat het niet de bedoeling is dat ik mezelf direct laat zien.
Mijn naam is Fahmi Ibrahim Mansur, geboren in Sudan in 1969. Ik ben opgegroeid in het huis van mijn oma, een goede villa vlakbij het dorp. Overal om het huis stonden fruitbomen: sinaasappel, mango, guave. In 1985 kwam er een nieuwe regering en moesten wij ons huis afstaan. We hebben het fruit geoogst en zijn in een Jeep naar het zuiden gereden. Bij de grens ben ik opgepakt en gevangengezet. In '96 vroeg ik asiel aan in Nederland.
Ik houd van volleybal spelen. In mijn eerste jaar in Nederland viel ik tijdens het volleyballen met mijn achterhoofd op de stoep. Boem, wervelbeschadiging. Ik kreeg een verblijfsvergunning Medische Behandeling, ik begon een studie, en ik kreeg een huis in Bolsward. Friesland vind ik het mooiste deel van Nederland, dat komt ook omdat ik er het langste ben geweest. Er is fris licht, veel land, en het land is open. Je kunt de dieren van alle kanten bekijken. De mensen zijn er aardig. Als je in Den Haag 'hoi' zegt, zeggen sommige mensen niets terug. Maar in Friesland, echt, daar word je moe van 'hoi.' Iedereen zegt hoi.
'In 2004 miste ik het generaal pardon'
In 2004 was de sfeer hier lelijk, het was de tijd van Verdonk. Toen ik beter genoeg was, werd mijn verblijfsvergunning niet meer verlengd. Ik moest mijn huis uit en mijn studie stoppen. De dokter mocht me niet langer helpen. Mijn vrienden zeiden dat alles in Frankrijk beter en makkelijker was, ook naar de dokter gaan, dus ging ik naar Frankrijk.
Zodra ik hoorde van het generaal pardon kwam ik terug naar Nederland. Maar omdat ik naar Frankrijk was gegaan heb ik het gemist. Ik bleef in Nederland, maar kreeg geen verblijfsvergunning.’
‘Als ik nieuwe mensen leer kennen voel ik me ongemakkelijk, en dan moet ik lachen. Sommige mensen worden daar boos van: 'Waarom ga je nou lachen?', vragen ze me. Hoe kan ik uitleggen dat het is omdat ik me niet gemakkelijk voel? Sommige mensen krijgen na twee maanden een huis, ik ben twintig jaar bezig met het zoeken van een plekje en het is nog steeds niet gelukt. Dat doet zeer. Ik zie veel mensen met familie, kinderen, huis en werk. Mensen met een eigen leven. Ik ben nog steeds afhankelijk van anderen.'
'Vroeger kon ik goed nadenken, nu is mijn hoofd een probleem'
Verdriet is niet goed voor de gezondheid.
Vroeger kon ik goed nadenken. Nu is mijn hoofd een probleem. Sommige dingen vergeet ik, andere dingen kan ik niet vergeten. Ik ben altijd aan het denken. En hoe meer ik denk, hoe minder ik slaap. Vroeg slapen is een probleem: dan word ik in de nacht wakker en ga draaien, draaien, draaien. Laat slapen is een probleem: dan word ik wakker om 5 of 6 uur 's ochtends, en dan sta ik maar op. En altijd ben ik aan het zoeken: waar kan ik nu naar toe?
Ik ben moe, dat is wat er veranderd is tussen 1996 en nu. Ik weet niet meer wat ik wil. Ik zit tussen twee vuren: hier ben ik veilig maar ik kom niet verder. Terug gaan is ook moeilijk, want ik ben twintig jaar weggeweest en ik geloof niet dat Sudan nu veilig is. Ik heb rust nodig, en er is geen rust.
Ik mag veel dingen niet. Werken bijvoorbeeld, of een huis vinden. Ik snap die regels wel: als jullie de regels veranderen, krijg je ook problemen. Veel mensen en veel problemen. Maar mijn leven staat stil.
Ik zocht veiligheid, en het is hier echt veilig. Dus dat heb ik.
Maar meer heb ik dan ook niet.’
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op 21 april 2016. De naam van de geïnterviewde is gefingeerd.
Jantine Wijnja is kunstenaar en schrijfster. In 2014 verscheen haar boek 'Reisgids Den Dolder', over het mentale landschap van een psychiatrische instelling.
Falco Verholen werkt vanuit Haarlem, omringd door pluizige katten, rust en natuur. Zijn grootste passie is het vertellen van vreemde en melancholische verhalen door middel van strips, series van illustraties en sinds kort videogames.