Renee Kelder was zes jaar verslaafd aan GHB, ze schreef er een boek over. Maartje Wortel kende haar via-via en besloot Renee en haar moeder te interviewen.
Binnen een halfuur nadat ik een g’tje had genomen, kwam ik in een staat van totale ontspanning. Het voelde alsof ik in een warm bad ging liggen, mijn spieren ontspanden, mijn hoofd werd leeg. Bij de juiste dosis reageerde mijn hele lichaam op een weldadige manier. Ik voelde me verbonden met de mensen om me heen. Er stond niets meer tussen mij en de ander in. Ik dacht er niet meer over na hoe ik overkwam. De gesprekken gingen als vanzelf, vloeiend. Tijdens etentjes kon ik het hoogste woord voeren door de hoogmoed die de GHB in me losmaakte. Ik vertelde mooie verhalen en stond versteld van mijn eigen grappen. – Uit: de Parttime-junkie.
Renee Kelder woont, met haar hond Flip en haar vriend Jeroen, boven een snackbar in Amsterdam-Oost. Als ze, bij ons eerste gesprek, de deur opent, lacht ze. Flip rent rondjes om ons heen. Renee vult een glas met water en neemt plaats aan de grote tafel in de woonkamer. Ze zegt dat het goed met haar gaat. Dankzij het schrijven van haar boek De Parttime-junkie kan ze nu een periode achter zich laten. Zes jaar lang heeft Renee, van goeden huize - “Ik kom uit een Volvo rijdend VPRO-gezin”, zegt ze zelf – een dubbelleven geleid. Ze gebruikte dagelijks GHB, een zwaar verslavend narcosemiddel dat in de jaren zeventig werd gebruikt als medicijn tegen slapeloosheid, en wat in de volksmond ook wel olifantenverdovingsmiddel of verkrachtingsdrug wordt genoemd. GHB zorgt voor een euforisch gevoel. “Het lijkt op aangeschoten zijn. Je voelt je extra verbonden met de mensen om je heen en je wordt er heel zelfverzekerd van.” Er was een aantal jaar geleden nog maar weinig over de drug en de effecten ervan bekend. Op internet staan vooral jubelverhalen. Het zou zorgen voor een betere seksbeleving en hetzelfde effect hebben als XTC. GHB is gemakkelijk zelf te maken. “Je hoeft er alleen even voor langs bij de Gamma.” Belangrijke bestanddelen zijn gootsteenontstopper en het agressieve schoonmaakmiddel GBL, dat via internet besteld kan worden.
De drug verdooft het centrale zenuwstelsel; je kunt er gemakkelijk van buiten bewustzijn of in coma raken. “Het gebeurde geregeld dat er iemand 'out' ging. We legden matrassen op de grond om beter te kunnen chillen. Het bewustzijn verliezen hoorde erbij. We lachten erom. Ik vond dat nooit eng, en was nooit bang dat er iemand aan dood zou gaan. Er was gewoon weer eens iemand out gegaan. Die zou vanzelf weer wel wakker worden.” Op de grond kropen de vrienden van Renee rond als baby’s. Ondertussen werkte Renee zelf in de verslavingszorg. Daar hadden ze er uiteraard geen idee van dat ze verslaafd was. Ook haar familie wist van niets.
Foto: Jan Postma.
Je bent opgegroeid in Heemstede. Je moeder is therapeut en kunstenares, je vader maakt documentaires voor de televisie. Hoe kon het dat niemand doorhad dat je gebruikte?
“Mensen hebben een bepaald beeld van zichzelf en van de mensen van wie ze houden. Mijn familie kon mij niet zien als iemand die gebruikte, dus zagen ze het niet. Zo werkt het in de maatschappij; mensen die drugs gebruiken zullen wel bepaalde mensen zijn, uit de onderklasse. Mijn moeder zei ook weleens: “Logisch dat iemand die een slechte jeugd heeft gehad gaat gebruiken.” Ik gebruikte ook stiekem op familiefeesten en tijdens diners, niemand stelde vragen bij het gedrag dat ik vertoonde, ik had altijd wel smoesjes. Ik viel een keer tijdens het eten in slaap. Dat is niet normaal, als iemand tijdens het eten in slaap valt, is dat meestal een teken dat iemand GHB gebruikt. Maar goed. Mijn familie vond me soms wat hysterisch, en mijn zus zei een keer: “Wat zijn je pupillen groot.” Maar als je vanuit je eigen beeld fundamenteel niet aan de ander twijfelt, kom je simpelweg nooit op het idee dat er iets mis zou kunnen zijn. En verslaafden zijn arrogant en onaantastbaar. Niemand kan je wat maken.”
Zo begint ons gesprek. De hond is op een zitzak gaan liggen. Ik raak nieuwsgierig naar hoe de moeder van Renee deze periode heeft beleefd. Een paar dagen na ons eerste gesprek gaan Renee en ik daarom samen op bezoek bij haar moeder in Heemstede. Ze haalt ons op van het station en rijdt ons naar een hoekhuis met uitzicht op het water. Het huis is kleurrijk en hangt vol met kunst. Tegen de muur staat een boekenkast vol met klassieke werken. Renees moeder is een knappe, rustige vrouw. Ze zet koffie voor ons neer, en praat weloverwogen en met veel aandacht.
Hoe is het voor een moeder als ze niet doorheeft wat er zich in het leven van haar kind afspeelt?
“Ik heb er wel van geleerd dat het een illusie is dat je je kind ten diepste kunt kennen. Ik ben er nederiger door geworden. Wat weet ik eigenlijk? En vooral: wat weet ik niet? Ik kan me herinneren dat Renee op de mavo zat en veel dronk met vriendinnen. In mijn ogen hadden we daar goede gesprekken over. Ik dacht dat mijn zorgen wel effect hadden, maar dat hadden ze dus niet. De geheime wereld van Renee was schijnbaar veel krachtiger dan de rationele wereld. Ik heb geleerd dat ieder mens autonoom is, dat ik een bepaalde zelfingenomenheid had als moeder, maar dat ik dus niet over een ander kan oordelen.” Renee knikt
Renee, was dat eenzaam voor je? Probeerde je contact met je familie te zoeken door te gebruiken?
“Ja en nee. Het is paradoxaal: ik wilde onzichtbaar zijn en intussen verlangde ik naar aandacht. Ik heb van kinds af aan al een ding met het er wel of niet willen zijn. Met het wel of niet willen leven. Bij mijn geboorte was ik bijna dood en daardoor denk ik vaak: wat betekent het überhaupt om te leven? Dan zit ik bijvoorbeeld op een stoel en dat denk ik: ik zit op een stoel. En daar begrijp ik dan helemaal niets van, snap je?”
Snapte je het beter door GHB te gebruiken?
“Eigenlijk wil ik overal de controle over houden, misschien omdat ik nogal angstig was in die tijd. De verslavingsarts zei dat juist control freaks vaak verslaafd raken, omdat dat de enige manier is om aan de controle te ontsnappen. Ik begreep het leven niet beter, ik hoefde er alleen wat minder over na te denken. En het hielp tegen de onzekerheid. Ik vond eigenlijk alle normale mensen saai. Ik had het gevoel dat ik erboven stond. Als ik in de auto zat met mijn toenmalige vriendje, en wij helemaal raar waren van de drugs en liedjes aan het zingen waren in de auto, dan keken we naar de mensen die met uitgestrekte gezichten achter het stuur zaten. We dachten: zo zijn wij niet. Zo willen we niet worden. Het voelde alsof we boven al die saaie burgers stonden.”
En hoe is dat voor je nu je niet meer gebruikt? Ben je nu zelf ook saai?
Renee lacht. “Nee. Ik wil niet saai zijn. Volgens mij ben ik niet saai omdat er binnenin mij zoveel gebeurt, ik heb een rijke fantasiewereld.”
Niet saai willen zijn of het werkelijk niet zijn, zijn twee heel verschillende dingen.
“Ik probeer het tegen te gaan. Ik háát burgerlijkheid. Dat komt misschien door mijn vader. Als we op vakantie gingen naar een warm land gaf hij af op alle mannen met afritsbroeken. Hij trok zijn lange broek aan. Hij wilde anders zijn. Geloofde dat hij anders was. Dat heb ik ook. Als ik voor een week boodschappen ga doen met mijn vriendje, wat ik heel burgerlijk vind, wil ik ervoor zorgen dat we dat op een andere manier doen. We gaan heel hard zingen, of zoiets.”
Dat klinkt best wel burgerlijk.
“Ja?”
Wat is er eigenlijk mis met burgerlijkheid?
“Misschien niets. Maar dat is zo moeilijk toe te geven. Ieder mens wil uniek zijn. Het is nu in ieder geval belangrijk dat ik rust en regelmaat heb. Daar heb ik voor gekozen en misschien moet ik daar ook wel voor kiezen.”
Renees moeder: “Het leven is, als je het op een spirituele manier benadert, nooit saai. Je moet je leren verhouden tot je ziel op een ander niveau. In alle mensen schuilt een onbenoembare duisternis. Renee heeft een wending gemaakt van de negatieve duisternis (vernietiging) naar een positieve duisternis. Eentje die transparant is en in verbinding met het doel van het leven staat.”
Wat betekent die transparantie voor u? Nu kan iedereen lezen hoe Renee u ziet als moeder en hoe ze zich gevoeld heeft in relatie tot u en uw gezin. U bent therapeut. Uw cliënten kunnen dit lezen.
“Dat klopt. Het gaat om Renee. Zij wilde dit boek schrijven. Mijn grootste zorg ligt bij haar. Hoe gaat de buitenwereld hierop reageren? Niet op mij als moeder of als therapeut, maar op haar. Zij is mijn dochter. Ik wil haar in zekere zin beschermen. Het is een erg kwetsbaar boek, tegelijkertijd is het daarom zo relevant. Het gaat niet alleen over een verslaving, het gaat om een groter verhaal, dat het leven eenzaam is. En dat het moeilijk is om te weten wanneer je erbij hoort, en om er achter te komen wie je bent. Het schrijven heeft Renee ongelooflijk geholpen. Daar gaat het om. Het gaat verder niet om mij. Ik ben een mens net als alle andere mensen, daar ga ik niet moeilijk over doen. Ik ben ondergeschikt in dit geval.”
Renee had ook het boek kunnen schrijven en voor zichzelf kunnen houden. In ieder gezin gebeuren privédingen en dat blijft meestal iets binnen het kader van het gezin. Berokkent ze u op geen enkele manier schade door dit boek te publiceren?
“Nee. Ik ben wel van bepaalde passages geschrokken, natuurlijk. Soms dacht ik tijdens het lezen: ‘O jee, o jee.’ Maar zo is het, zo was het. Wat kan ik daaraan doen? Nogmaals: ik geloof dat dit boek belangrijk is en kan zijn. Ik realiseerde me tijdens het lezen dat het meest gruwelijke in ons allemaal zit. Er zit een levensles in het boek over de waarheid. Schaamte en schuld horen erbij. Ik denk ook dat het belangrijk is om open te zijn. Geen enkel leven is perfect.”
Dat klopt. Maar u heeft letterlijk herbeleefd wat Renee heeft moeten doormaken. Dat lijkt me uitermate pijnlijk.
“In eerste instantie heb ik alleen het begin en het einde gelezen. Ik merkte dat Renees loyaliteit naar mij en haar vader toe groter was dan haar eerlijkheid over ons als gebroken gezin. Ik vind het belangrijk dat het verhaal in een goed kader staat. Anders begrijpen de mensen er niets van. Ik vind dat de uitgeverij Renee daar niet goed in heeft begeleid. Als je een persoonlijk verhaal publiceert, is dat ook een vorm van ‘gebruik’ en hebben beide partijen daar een verantwoordelijkheid in. Het boek van Renee kan overkomen als sensatie, terwijl het over het leven gaat. Ik wilde het met haar hebben over de vorm. Er moest een bepaalde achtergrond zijn waartegen haar verhaal verteld kon worden. Pas toen dat stond, ben ik het laatste gedeelte van haar boek gaan lezen, waarin zij haar verslaving beschrijft. Hoewel ik over de meeste zaken al gesproken had met Renee, was dat inderdaad het allermoeilijkste stuk om te lezen. Opnieuw komt het besef dat je kind stelselmatig gootsteenontstopper heeft gedronken. Het is onbeschrijfelijk wat er dan door je heengaat. Het is een wonder dat ze nog leeft.”
Renee, waarom heb jij dit boek eigenlijk geschreven? Waarom moeten mensen jouw verhaal lezen en hou je het niet voor jezelf?
“In eerste instantie heb ik het boek voor mezelf geschreven. En nu denk ik dat ik wat kan betekenen voor andere verslaafden als ervaringsdeskundige. Dat ik open heb kunnen zijn en van de drugs af ben gekomen, betekent dat anderen dat ook kunnen.”
Renee is in zekere zin gered door haar moeder. Na zes jaar was zij het die Renees verslaving ontdekte. In het boek staat dit zo beschreven:
‘En jij Renee, hoe zit het met jou, gebruik jij ook drugs?’
‘Ja, mama,’ piepte ik eruit. ‘Het is niet alleen Taco.’
Ik barstte in snikken uit. Stond op en liep naar de andere kant van de bank. Naar mijn moeder.
Ik voelde de warme tranen over mijn wangen lopen. Had ik deze zin hardop uitgesproken? Ik ging naast mijn moeder zitten, schoof tegen haar aan. Ze keek me verbijsterd aan. Haar ogen groot, geschokt, ze schudde haar hoofd. Kleine, snelle schokjes alsof ze de informatie uit haar hoofd wilde schudden. Teniet wilde doen wat er net was gezegd. Ik kon haar niet langer aankijken. Boog mijn hoofd. Prevelde: ‘Het spijt me zo, mama, het spijt me zo erg.’
Twee op de drie verslaafden grijpt al na drie maanden terug op de GHB. Recentelijk kwam in het nieuws dat er een nieuw middel op de markt is dat kan helpen af te kicken. Een spierverslapper die de naam Baclofen draagt. Er zijn al talloze verslaafden op die manier van de GHB afgekomen. Toen Renee moest afkicken wist vrijwel niemand wat GHB was. De huisarts had bijvoorbeeld geen idee wat er met haar moest gebeuren. Er kwam maar langzaam hulp op gang en zelf afkicken is levensgevaarlijk. Je kunt er een hartaanval van krijgen en in een psychose raken. Renee kickte - achteraf gezien nogal onverstandig - cold turkey af bij haar moeder thuis.
“Renee is ten diepste op haar knieën gegaan”, zegt haar moeder. “Dat kan ook niet anders. Je kunt alleen van een verslaving afkomen als je dat zelf echt wilt. En het gaat erom dat de omgeving er structureel voor die ander is. Want nu wordt er vanuit de zorg nog teveel uitgegaan van vooral het lichamelijke aspect van een verslaving en de sociaal-psychologische aspecten. En dat is maar een klein gedeelte van het hele probleem. Verslaving is een probleem van lichaam, hart en geest. Uiteindelijk gaat het over zaken als angst, verlatenheid en de zoektocht naar betekenis geven aan het leven. De inbedding hiervan kan je niet in zes weken doen.”
Renee: “Een liefdevolle omgeving is belangrijk.”
Niet iedereen heeft het geluk om terug te vallen op een liefdevolle omgeving.
“Nee.”
Denk je niet: 'eens verslaafd, altijd verslaafd'?
“Als ik terugdenk aan die periode of het dankzij het schrijven herbeleef dan voel ik met alles in me: dat nooit meer. Mijn naam betekent ‘herboren’ en zo voel ik me ook, alsof mijn leven opnieuw is begonnen. Ik probeer het genot uit andere dingen te halen. Zoals uit films en boeken en muziek.”
Kunst ter vervanging van de verslaving?
Renee lacht opnieuw en denkt lang na. Uiteindelijk zegt ze met een zachte stem: “Ja. Zoiets ja.”
-
Dit is een gastbijdrage van Maartje Wortel. Haar tweede roman IJstijd verscheen onlangs bij de Bezige Bij.