Wat speelt er zich in de hoofden van muzikanten, dichters en ander gespuis? In de tweede aflevering van Het proces geeft dramaturg Roos Euwe een kijkje in het maakproces van de voorstelling BOG. Een poging het leven te herstructureren.
De theatervoorstelling BOG. is de eerste voorstelling die Lisa Verbelen, Sanne Vanderbruggen, Judith de Joode en Benjamin Moen als viertal hebben gemaakt. In deze voorstelling met de ondertitel ‘Een poging het leven te herstructureren’ beschrijven ze het gehele leven, van de geboorte tot de dood, bijna uitsluitend in werkwoorden.
1. Het plan komt in eerste instantie van Lisa, die in maart 2012 voorstelt om als viertal in een voorstelling een overzicht te maken van dat ding dat achteraf je leven wordt genoemd, om de onmogelijke complexe veelheid die een leven is te structureren. Ze vertrekken vanuit het idee dat er misschien wel momenten en ervaringen zijn die we allemaal kennen en die ons als mensen binden. Benjamin, Judith, Sanne en Lisa zijn allemaal 24 jaar oud en hebben het gevoel dat ze op een schakelmoment in hun leven staan.
“Het is raar, ik kijk uit op iets groots dat ik niet kan beschrijven, een bocht met de zekerheid van een lange weg daarna. De ongeduld weegt ineens zwaarder dan daarvoor. Mijn benen trillen onder het besef dat ik leef, dat de zon opkomt en weer ondergaat zelfs als ik hier blijf zitten en me niet langer beweeg…”
- Lisa in een brief aan Sanne
Het werk van de Franse schrijver Georges Perec is één van de inspiratiebronnen, vooral zijn boek Ruimten Rondom uit 1974. Hierin structureert hij de wereld door middel van persoonlijke observaties, zoals de herinneringen aan zijn oude slaapkamers.
2. In briefwisselingen aan elkaar en aan vrienden, familie en bekenden onderzoeken de makers de tijd, het verloop van een mensenleven en de schakelmomenten die er in een mensenleven kunnen zijn. Er ontstaat een verzameling tekeningetjes van hoe de tijd eruit ziet.
De eerste lijst van schakelmomenten in een mensenleven ziet er zo uit:
- geboren worden
- voor het eerst naar school gaan
- naar een nieuwe school gaan en weer de kleinste zijn
- de middelbare school afronden en moeten beslissen wat je daarna gaat doen
- een studie afronden en aan een volwassen leven zonder schoolstructuur beginnen
- een kind krijgen
- je levensstijl drastisch veranderen (iets dat je omgeving als een midlifecrisis omschrijft)
- met pensioen gaan
- voelen dat het bijna klaar is, de uitgang al kunnen zien
4. In de herfst en winter wordt er geschreven aan de tekst met als regel dat alle ervaringen en schakelmomenten enkel in werkwoorden worden beschreven. Iedereen schrijft aan bepaalde momenten en periodes: de basisschool, het krijgen van een huisdier, de middelbare school, de eerste keer seks, enzovoort. Als dramaturg help ik Benjamin, Judith, Sanne en Lisa met het schrijven van de tekst en het kiezen van welke momenten worden beschreven. We merken dat er bepaalde dingen terugkomen: op een nieuwe plek komen (je struikelt over de drempel, je weet niet waar de wc is) of iets verlangen dat je niet meer hebt, en we zoeken naar manieren om die loops erin te schrijven.
5. Ik neem ook, als inspiratie, voorbeelden mee van kunstenaars die zich ook over het leven als één geheel hebben gebogen, zoals het personage Tristram Shandy uit een achttiende-eeuwse roman die verschillende levens voor zichzelf uittekent. We structureren onze eigen levens en gebruiken de beelden uiteindelijk voor de flyer van de voorstelling.
6. Terwijl de tekst groeit, praten we, we praten tot we er bijna gek van worden en tot de repetitieperiode begint. Niet meer aan tafel maar in een repetitieruimte van de Theaterschool. Het is dan vier weken voor de première. In de eerste week is de rode draad van de hele voorstelling al duidelijk:
1. Dat wat we wel weten: van geboren worden tot nu
2. Nu
3. Dat wat we nog niet weten: van nu tot de dood
Het eerste deel bestaat uit de tekst die inmiddels flink is uitgebreid. Het ‘Nu’ is het moment waarop de voorstelling wordt gespeeld - een cadeautje wanneer je theater maakt. ‘Dat wat we nog niet weten’ is de toekomst. Hoe gaan we dit verbeelden? Misschien niet meer in woorden maar enkel in beweging?
7. Als decor wordt er gedacht aan een soort uitklapdecor dat gedurende de voorstelling steeds groter wordt. Dan overlijdt op 4 februari Mies, een buurvrouw van Benjamins ouders. Enkele van haar waardevolle spullen die ze in haar leven als secretaresse van een antiekhandelaar had verzameld worden weggeven. De vier makers gaan haar woning binnen en staan plots midden in het ding dat achteraf haar leven wordt genoemd. Ze gaan er zorgvuldig doorheen en nemen vooral platte, kleine dingen mee. Zo is Mies na haar dood decorontwerpster geworden.
8. In de derde repetitieweek komt regisseur Erik Whien langs. Hij helpt met een aantal belangrijke beslissingen. "Waarom gaan jullie na het ‘Nu’ niet door met tekst?", vraagt hij. "Jullie weten ergens wel wat er komen gaat, of hebben tenminste ideeën en dromen."
De woordeloze improvisaties gaan van tafel en razendsnel wordt er meer tekst geschreven: nieuwe lijstjes en opsommingen: een baan, wel of geen kinderen krijgen, in een midlifecrisis raken.
We hebben nooit alleen kaasfondue gegeten
We hebben nooit een cd opgenomen
We hebben nooit een auto gerepareerd
We zijn nooit echt lang weggelopen van huis
We hebben nooit moeten zorgen voor onze ouders
We hebben nooit moeten afkicken van iets
We hebben nooit moeten vluchten uit een land
We hebben nooit niets gedacht, denken we
We hebben nooit iemand vermoord
We hebben nooit een klomp goud vastgepakt
We hebben nooit aan tafel gezeten bij de wereld draait door
We hebben nooit een boek geschreven
We hebben nooit een dier geslacht
We hebben nooit heroïne gebruikt
We hebben nooit een voet op de maan gezet
We hebben nooit 3 geliefden tegelijkertijd gehad
We hebben nooit een oorlog meegemaakt
We hebben nooit een gebouw zien instorten
We hebben nooit een kind gekregen
We hebben nooit geen eten gehad
De lijst met dingen die we nooit hebben gedaan sneuvelt. Er moeten snel keuzes worden gemaakt (dit erin, dit eruit) want alles moet ook nog uit het hoofd geleerd worden in anderhalve week. Dat betekent heel veel Italiaantjes - officieel theaterjargon voor een ‘droge’ tekstrepetitie.
9. In de laatste week geeft Erik de laatste regieaanwijzingen. Het is de kunst om de poëzie te creëren in de lange opsommingen en om een subtiele balans te vinden tussen de tekst opzeggen, spelen en elkaar afwisselen, zoals deze scène over een avond in het café.
10. De try-out is doodeng, de première is uitverkocht. "Een voorstelling die je stilzet en laat verbazen over al die handelingen, al die gedachten, al dat gedoe dat alles bij elkaar genomen ook jouw leven vormt," lezen we de volgende dag in een recensie. In de reacties van oma’s, vrienden en recensenten merken we dat, ondanks de experimentele en consequente vorm, het onderscheid tussen een geoefend theaterpubliek en een niet-geoefend theaterpubliek wegvalt. Mensen gaan mee in de beschrijvingen en herkennen het (of niet), in plaats van dat ze proberen iets te snappen.
11. Daarna gaat het snel: de voorstelling wordt geselecteerd voor een tournee in Vlaanderen; we richten het collectief BOG. op; we krijgen een mooie recensie in de krant en de Jongtheaterprijs op Theater aan Zee in augustus; we staan op het Theaterfestival in september; we worden genomineerd voor de Toneelschrijfprijs in oktober. Maar bovendien: de premièredatum van onze nieuwe voorstelling staat al in de agenda. Zomer 2013. Titel: MEN.
BOG. speelt komende maanden nog in Nederland en België (bijvoorbeeld 23 november in Hasselt en 25 november in Groningen). Zie hier voor alle speeldata.