Willem Waterschoot (1986) maakt onder de naam Akazeno zowel abstracte geluidscollages als warme, zachte liedjes, maar steeds met een onderliggend oor voor het klinkend detail, voor schijnbaar toevallig gevonden geluiden en onverwacht prikkelende momenten. Onconventionele thema's en voor de hand liggende muzikale cliché's. "Wie geduldig zoekt, vindt unieke dingen."
Willem Waterschoot (1986) is vierdejaarstudent op de Koninklijke ArtScience interfaculteit in Den Haag; hij maakt muziek onder de naam Akazeno. Niet dat hij zijn eigen naam wil verstoppen, maar hij ziet het niet als een onemanshow. Zelf beschrijft hij zijn werk als 'rommelig en instabiel'. Als hij in een notendop moet uitleggen waar hij mee bezig is, noemt hij de term ‘magnetiseerbare media’. Het is een verzamelnaam voor opslagmedia die gebruikmaken van magnetische lading. Meest voor de hand liggend zijn de harddisk en het cassettebandje, maar in de bredere zin van het woord zou je kunnen stellen dat een metalen trapleuning ook een magnetiseerbaar medium is: ook dáár kun je volgens Waterschoot prima een audioboodschap in opslaan. Hij doet alles zelf, soms met vrienden die even amateuristisch zijn als hij. Zoals hij zelf zegt “geen studiogelul en gelikte commercie, al zie ik het ook weer niet als een pact met de duivel.” Hij hoopt dan ook dat belangstellenden, nerds, muzikanten en andere creatieve figuren hem blijven mailen en zich blijven aansluiten bij zijn muzikale wereld. Hieronder licht Willem een aantal werken toe.
I'm Sending: Een voorbeeld van een analoge bandopname, waarin met moderne techniek een inbreuk wordt gepleegd op het authentieke analoge geluid. Alsof de toekomst zich laat zien in het verleden. Hier zing ik ook over: op welke problemen stuiten we wanneer we een poging doen te communiceren met iets dat we niet kennen? Hoe interpreteren we een bal in de tweedimensionale wereld van pacman? Wat verstaat een buitenaardse wel, en wat niet? Wat zou jij per schotel de ruimte in sturen? Wie goed luistert hoort niet alleen de digitale stemvervorming in het refrein, maar ook korte fragmenten van de geluiden die al op de tape stonden voordat ik er iets overheen opnam.
III: Een fragment uit een werk met 5 tapedecks. De defecten en mechanische bijgeluiden van de apparaten zelf zijn de bron van het geluid. Voor wie gebrom, gepiep, en geruis kan waarderen, is een tweedehands bandrecorder een must-have. Je kan er behoorlijk mee fucken: duwen, trekken, doorlussen, echoën, knopen. Natuurlijk is die tape een platte, lange sliert, maar er zijn tal van ruimtelijke toepassingen te bedenken, die overigens niet nieuw zijn. Er hebben vast nog wel wat mensen werk van de Nederlandse componist en theatermaker Dick Raaijmakers in de kast staan. Of wat meer van deze tijd: Wouter Van Veldhoven.
The Immune System: Een nummer over het filosofisch concept van ‘de binnenruimte als verlenging van het immuunsysteem,’ van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Een kamer met 4 muren, ergens op de zevende verdieping van een flat, je buren je grootste vijand, je televisie om op gezette tijden een vreemde wereld mee binnen te halen, en een laptop om op een strikt gefilterde wijze aan diezelfde wereld mee te doen. Dat vind ik fascinerend. Onlangs ben ik weer verhuisd en ik heb me lang afgevraagd of niet alle appartementen waar ik vanuit mijn slaapkamer op uitkijk onbewoond zijn. De gordijnen gaan nooit open en ik zie eigenlijk nooit licht branden. Toen bedacht ik me, waarom zou je ook? Je kunt de koorts beter buiten houden.
bin002: Een auditieve representatie van numerieke data op een floppy disk: je hoort ongeveer 20 meter floppy disk. Een bandrecorder schrijft met behulp van magnetische koppen, op een lineaire wijze, informatie naar een lange dunne tape die van afrolspoel naar oprolspoel loopt. De computer doet eigenlijk niet veel anders, wanneer hij informatie naar een floppy schrijft. In dat harde plastic dingetje zit een flubberig rond schijfje, dat qua materiaal niet zo gek veel verschilt van een tape. Ik beïnvloed het 'geluid' van de numerieke data, waarmee de computer een floppy beschrijft. Dat is een tijdrovende bezigheid, waarbij je je een weg baant door de mazen van die binaire data, gecombineerd met een hoop hands-on knip- en plakwerk. De vaak terugkomende tonen zijn vergelijkbaar met het principe van het in snel tempo krassen over een vinylplaat, maar dan dus met een floppy disk. Je hoort de ongelofelijke dichtheid van informatie.
Wat fascineert je?
Mijn eerste release (Wilderness) was nog losjes gebaseerd op de kunstfilms van Apichatpong Weerasethakul en mijn fascinatie voor R. Kelly. De cd FAN ging over mobiliteit en navigatie. Voor de muziek die ik op het moment maak zou je kunnen refereren naar filosoof Peter Sloterdijk én een andere hobby van me: vogels en planten bekijken. Er gaat niets boven een vroege ochtend waarop de houtsnip in baltsvlucht over de heide cirkelt en het ontdekken van een enkele klokjesgentiaan temidden van een hoop dophei en zegge-soorten. Zo kijk ik overigens ook naar de verspreiding van muziek. Wie geduldig zoekt, vindt unieke dingen.
Wat moet de muziek idealiter met de luisteraar doen & vice versa?
Ik vind het leuk om me voor te stellen welke ruimte(n) de luisteraar schept bij het luisteren naar muziek, eigenlijk een beetje op de manier waarop een literair werk tot de verbeelding spreekt. Ik schrijf toch over onconventionele thema's, al zijn die vaak uitgewerkt met voor de hand liggende muzikale cliché's.