In de tweede aflevering van Zomergasten hield Hanna Bervoets de touwtjes stevig in handen. Dat was niet onaangenaam, vond Job Kramer: zeer beheerst hengelde de schrijver de kijkers naar zich toe.
Ze schreef haar eerste betaalde recensie toen ze zeventien was. Hanna Bervoets besprak jarenlang televisieprogramma’s voor de Volkskrant, waaronder Zomergasten – niet zo verwonderlijk dus, dat ze tot in de puntjes had uitgedacht hoe ze haar eigen perfecte televisieavond in zou vullen. Bervoets had haar lijstje met fragmenten al jaren klaar liggen, en leek minutieus te hebben uitgedacht welke boodschap ze wilde overbrengen.
Het resultaat had soms iets weg van een lesje televisiekijken onder professionele begeleiding. Bervoets stak haar voorkeur voor psychologische fragmenten niet onder stoelen of banken, maar wilde haar publiek vooral kritisch laten kijken. Bij het eerste fragment, waarin walrussen zich van een rotswand stortten (‘Misschien niet geschikt voor jonge kijkers’), werden we gewezen op de narratieve technieken van de documentairemakers. Een documentaire over Céline Dion diende als aanleiding voor een uitgebreide bespiegeling op fandom, en Xena: Warrior Princess werd getoond om het over lesbisch-zijn in populaire cultuur te kunnen hebben.
Telkens wierp Bervoets de kwijlende Abbring wat kruimels toe in de vorm van een kleine anekdote of een nietszeggend detail
Bervoets toonde zich een begenadigd spreker, die zich regelmatig tot de camera richtte om een punt kracht bij te zetten. Opvallend was haar hang naar nuance, en de voortdurende onbereidheid om vlug punten te scoren: de invloed van internet is niet alleen maar positief of negatief, en mensen zijn niet alleen maar goed of slecht. Ondertussen leek Janine Abbring zich vooral druk te maken om wat de kijker ervan zou denken: ‘Lekker bruggetje’, ‘Ik heb nu heel veel mensen beledigd met deze opmerking’ en ‘Hahahaha, de nu.nl-kop is binnen!’
Met enig dedain benadrukte Bervoets het verschil tussen Temptation Island – dat vooral om het spektakel gaat – en het inhoudelijk diepgravende Expeditie Robinson, waar ze naar eigen schatting al ruim 250 uur van haar leven naar gekeken heeft. Halverwege de aflevering leek Abbring echter het idee te krijgen dat de kijkers toch behoefte hadden aan een beetje meer Temptation Island, waarna ze met onbeholpen vragen het gesprek richting Bervoets’ onderbuik probeerde te sturen. Deze had de teugels echter stevig in handen: telkens wierp ze de kwijlende Abbring wat kruimels toe in de vorm van een kleine anekdote of een nietszeggend detail uit haar jeugd, om vervolgens stoïcijns haar hoorcollege te vervolgen.
Deze scheiding der geesten leidde tot licht ongemak, maar vlak voordat het echt snibbig werd, bleek Bervoets’ gedegen voorbereiding de reddende engel te zijn. Blijkbaar had ze zelf van tevoren ook wel ingezien dat de Zomergasten-kijker zichzelf weliswaar graag ziet als intellectueel, maar stiekem toch het liefst wegdommelt bij wat oprechte emotie. In het laatste uur voorzag Bervoets perfect in die paradoxale behoefte: met verschillende fragmenten over ziekte en dood dwong ze zichzelf om over haar eigen chronische ziekte te spreken, en zo alsnog een diepere gevoelslaag aan te boren.
Dat de hakken even niet meer in het zand stonden, leek voor de twee vrouwen een even grote opluchting als voor de televisiekijker
Abbring, die door inmiddels bekende oorzaak zelf ook weet hoe het is om voortdurend pijn te hebben, haakte hier goed op in, wat eindelijk voor wat warmbloedigheid in de studio zorgde. ‘Hier ga ik morgen voor betalen,’ bekende Bervoets, voor wie het lange zitten fysiek zwaar was. Het voelde niet gemaakt, niet gekunsteld: de verdedigingslinies vielen weg, plotseling begrepen interviewer en geïnterviewde elkaar moeiteloos en versmolten inhoud en emotie alsof het nooit anders was geweest.
Dat de hakken even niet meer in het zand stonden, leek voor de twee vrouwen een even grote opluchting als voor de televisiekijker. ‘Als je niks deelt, ontstaat er een afstand tussen jou en de wereld, maar als ik elke keer dat ik pijn heb het tegen mensen zeg, dan worden ze me gauw zat,’ beschreef Bervoets de dagelijkse koorddansact van de chronisch zieke. Die koorddansact was ook te zien in deze aflevering van Zomergasten, die maar ternauwernood zijn evenwicht vond. ‘Liefde is gekend worden,’ citeerde Abbring guitig. Daar zit wat in. Het was een prettige kennismaking.