Aan tafel met Janine Abbring woog Louis van Gaal zijn woorden en liet niets aan interpretatie over. Het riep vaderlijke herinneringen op bij Suzanne Schönbeck.
Als we iets over Louis van Gaal leerden zondagavond, is het dat hij alles heel precies neemt. Daardoor heeft het begin van het Zomergasten-interview bijna iets absurdistisch. Als Janine Abbring hem vraagt of hij naast zijn drukke carrière tijd had om naar de bioscoop te gaan, beantwoordt Van Gaal de vraag letterlijk en veel te uitgebreid. Iets in de trant van: “Nou, in dat jaar ben ik twee keer geweest, en in een ander jaar ben ik één keer geweest, maar ik ben in dat jaar dan weer niet naar de bioscoop geweest.” Hij lijkt zelf ook enigszins verbaasd dat dit de eerste vijf minuten van zijn avond vult. Maar ja, het werd hem gevráágd.
Een van de eerste fragmenten die hij laat zien komt uit een aflevering van de spelshow Een kwartje per seconde, uit een tijd (1961) waarin een man nog een beschermende cape over zijn pak gedrapeerd kreeg voordat de derriedouche aan ging. In dit geval ging het om een pannenkoek met suiker die vanaf een lopende band op de man terechtkwam. Maar tot ergernis van het kritische oog van Van Gaal niet in zijn gezicht, maar op zijn borst: “De stoel stond te ver naar achteren!” Onbedoeld is hij ongelofelijk grappig.
Abbring sméékt of hij er niet heel even lekker in mee kan gaan.
Niet alleen neemt Van Gaal zelf alles nauwgezet, hij denkt dat zijn toehoorders dat ook doen. Daarom moet alles woord voor woord kloppen. Hij kan na Hero van Mariah Carey niet nalaten te zeggen dat de tekst natuurlijk niet één op één toepasbaar is. Na het pannenkoekenfragment zou je bijna denken dat dit rechtstreekse kritiek is op Carey, die verzuimd heeft een lied te zingen dat minutieus aansluit op de tragedie van Louis en Fernanda. Maar dat bedoelt Van Gaal niet; hij wil uitleggen hoe hun situatie afweek van de songtekst.
Desondanks probeert Abbring wat flexibiliteit bij Van Gaal te forceren. Als hij na het fragment uit Moneyball weer een nuancerende opmerking wil maken sméékt Abbring of hij er niet heel even lekker in mee kan gaan. “Nee, daar moet je juist enorm voor oppassen,” waarschuwt Van Gaal.
Zijn manier van praten roept vaderlijke herinneringen op. Het interview volgt de trant van gesprekken die ik vroeger thuis kon voeren. Bij mij en mijn vader ging het dan meestal over rode en blauwe draadjes, of over de boormachine. Ik wilde een doel bereiken (een lamp ophangen of een gat boren), mijn vader wilde mij iets leren. Daartussen gaapte een groot gat. “Ik wil gewoon weten hoe het moet,” riep ik dan, want ik wilde alleen de conclusie horen: welk draadje moet ik hebben? Wat is het aan-knopje? Maar dat stond mijn vader nooit toe, we moesten de hele gebruiksaanwijzing door.
Op diezelfde manier is Van Gaal bang dat mensen conclusies trekken zonder het volledige verhaal te kennen; het lijkt hem bijna persoonlijk te kwetsen als dat gebeurt. Als je wilt weten hoe iets zit moet je bij het begin beginnen. Abbring wil voortdurend stappen overslaan, dóór met dit interview, op naar de finish: “Ik probeer je alleen maar te laten versnellen,” aldus de vrouw die haar gesprekspartner kort daarvoor nog uitmaakte voor resultaatgericht ongeduldig mannetje.
Als kijker kun je niet anders dan je volledig overgeven aan sympathie voor deze man.
Tegelijkertijd kan Van Gaal de vragen die zijn uitleg onderbreken niet onbeantwoord laten. Daar is hij te correct voor. Het veroorzaakt kribbigheid: ‘Dat zei ik al’ en ‘Nee, nu moet je echt even luisteren.' Ieder ander zou de vragen naar de bekende weg, of vragen die de plank misslaan, waarschijnlijk gewoon negeren. Van Gaal blijft echter gehoor geven aan ieder fonetisch vraagteken, en blijft Abbring corrigeren. Hij kan het niet laten gebeuren dat zij zelf dingen invult, zelf conclusies trekt, want het zijn niet de juiste. Daarin spreekt ook een grote waardering voor Abbring door. Hij respecteert haar en vindt het daarom belangrijk dat zij hem begrijpt, net zoals hij oprecht blij is dat hij zijn wijn met haar kan delen.
Het is ontroerend, een Van Gaal die zo veel belang hecht aan het juiste doen, aan het bijstellen van zijn mening als dat nodig is, aan zijn familie, aan hoe anderen hem zien. Hij neemt zichzelf en het leven uiterst serieus. Het is allemaal zo bewonderingswaardig en bovenal menselijk. Als kijker kun je niet anders dan je volledig overgeven aan sympathie voor deze man.
‘Ik vind het jammer dat ik niet meer kan vertellen,’ zo eindigt Van Gaal het interview. Hij heeft ons deze avond alles willen leren over de totaalmens Van Gaal, middels fragmenten en verhalen. Hij is bezig met zijn legacy, hij worstelt met hoe mensen hem zien en wil daar nuance in aanbrengen. We moeten zijn hele gebruiksaanwijzing lezen. Maar in zijn zelfverklaring neemt hij zulke lange aanlopen dat hij, ondanks de inspanningen van Abbring, veel verhaallijnen niet naar eigen tevredenheid kan afronden.
Maar je hoeft niet meer te vertellen, Louis. Het is goed zo, we hebben je gehoord. We weten hoe je draadjes lopen, waar je aan- en uit-knopje zit. We begrijpen meer dan je denkt. En we houden van je.
Beeld: still uit Zomergasten