Asset 14

Een dag in het hospice

Een dag in het hospice

Als ik probeer uit te leggen wat mijn vader voor werk doet, vertel ik graag over het konijn. In het hospice waar hij dokter is, hadden ze eens een dame opgenomen die nogal weerbarstig was. Ze snauwde tegen de verpleging en tegen de vrijwilligers. Toen mijn vader aan haar bed stond tijdens zijn dagelijkse rondje langs de ‘gasten’ (geen patiënten, maar gasten of bewoners, heb ik geleerd) zei hij terloops dat zijn dochter, ik, een konijn had. Er veranderde iets in de blik van de vrouw. Mijn vader dacht zelfs dat hij iets zachts zag. Een paar dagen later kwam er in het hospice een jonge vrouw van de kinderboerderij langs. Met een konijn. Voor de boze vrouw, om even mee te knuffelen.

Mijn vaders werk is zijn leven. Ik ken hem niet anders. Ook buiten werktijd is hij altijd paraat als ‘de dokter in de zaal’. En iedereen die hem kent weet dat. Onze tandarts informeerde vorig jaar tijdens de controle: ‘Werkt je vader nog steeds zo hard?’ Met mijn mond halfopen gromde ik iets bevestigends. ‘Ja, dat is er zo een, die werkt zich uiteindelijk gewoon kapot,’ zegt hij droogjes, ‘wel overzichtelijk voor jullie, dan weet je ten minste waar hij dood aan zal gaan.’

Dat lijkt anders te lopen. Over drie weken gaat mijn vader met pensioen. Ik greep de laatste kans aan om zijn vreemde wereld, dat huis van stervende mensen, van dichterbij zien: vorige week liep ik een dag mee.

Mijn vader had me beloofd zijn werkdag precies te doen wat hij altijd doet. Samen gingen we kamer in kamer uit. Achter elke deur een leven dat heel klein geworden is. Wie in het hospice komt heeft een levensverwachting van drie maanden of minder. Sommigen houden het langer vol, de meesten korter.
De eerste keer dat zo’n brede zware kamerdeur openging hield ik even mijn adem in. Maar het wende snel, het praten met mensen die op het randje van de dood staan.
Het was een dag zonder konijnen.

Kamer 4
Brandwerend dekentje

De man van kamer 4 zit op een stoel naast zijn bed, zijn rug naar de tuin. Zijn ogen staan angstig. Mijn vader neemt plaats op het bed tegenover hem. De angstige ogen richten zich op. ‘Mag ik naar huis?’, vraagt de man. ‘Dit is nu uw huis’, zegt mijn vader. Of eigenlijk roept hij het. De man is hardhorend, maar dit verstaat hij. Hij gelooft het alleen niet, schudt zijn hoofd en kijkt de kamer rond. ‘Ik wil naar huis’, zegt hij. ‘Is uw vrouw er nog niet?’ roept mijn vader. Het is geen strikvraag. Even later komt de echtgenote binnen, ze geeft haar man een voorzichtige kus.
‘Hoe gaat het met het roken?’ wil mijn vader weten. De man heeft over zijn bovenbenen een glad wit dekentje dat hij met zijn linkerhand streelt. Het is een brandwerend dekentje, zegt mijn vader. ‘Hij rookt alleen nog met mij’, vertelt de vrouw. Mijn vader is tevreden: ‘Anders steekt hij de ene na de andere op.’ ‘Peukie roken?’ vraagt de man aan zijn vrouw. Er verschijnt een flauwe glimlach op zijn gezicht als hij ziet dat ze knikt.

Kamer 8
De stoel

De vrouw die vanochtend is overleden ligt op bed, haar familie staat er bij. Zoon en dochter houden elkaar stevig vast. De verpleegkundige leest een gedicht voor. Voor de deur staat de lijkwagen klaar. De vrouw was twee weken in het hospice. De eerste week wilde ze niet in bed liggen. Ze zat liever in haar stoel. Ze dacht dat ze doodging als ze zou gaan liggen. Uiteindelijk is ze toch gaan liggen en doodgegaan.

Kamer 2
Een slechte dag

De vrouw van kamer 2 is aan het ontbijten. Tussen de hapjes beschuit met hagelslag door vertelt ze: ‘Er zijn goede en slechte dagen.’ ‘En vandaag?’ informeert mijn vader. ‘Vandaag is een slechte dag. Ik lig al de hele dag op bed.’ Hoe een goede dag eruitziet wil mijn vader weten, maar de vrouw verslikt zich in haar beschuitje. Een hoestbui, een voorzichtig slokje water, nog een hoestbui, een hapje, een slokje. Of mevrouw misschien nog eens naar huis zou willen, vraagt mijn vader als ze weer op adem is. ‘Ik sta er niet om te springen, nee’, zegt de vrouw.
Als we op de gang lopen zegt mijn vader: ‘Ze komt bijna nooit uit bed, had je dat in de gaten?’ ‘Nee’, zeg ik. En ik spoel het gesprek dat ik dacht te begrijpen nog eens in mijn hoofd af. Uitzaaiingen in de hersenen, licht mijn vader toe.

Kamer 1
Met klompen aan

De oude dame van kamer 1 is blij mijn vader te zien. Vorige week had ze aan de verpleging gevraagd of ze hem een kaart kon sturen, zo dol is ze op hem. Ze straalt als hij naast haar bed komt zitten, maar ze voelt zich niet goed. Haar kamer is verduisterd, want ze kan het daglicht niet meer verdragen. En ze wil euthanasie. ‘Heel graag’, zegt ze. Dit kan niet in het hospice en mijn vader doet het niet, maar hij heeft net een formulier gefaxt om een procedure via de Levenseindekliniek te starten. Dat kan even duren. Ik hoor mijn vader zeggen: ‘Voor u hoop ik dat onze lieve heer u gauw komt halen.’
Dan vertelt mijn vader aan mij dat deze dame cancandanseres was. ‘Ja echt, ze danste met klompen aan en verder bijna niks,’ lacht hij. ‘U was danseres?’ vraag ik. ‘Jazeker! En nu zou je mijn benen eens moeten zien, er is niks meer van over!’ Ik ga niet op het aanbod in, maar vraag: ‘Luistert u nog graag naar muziek?’ Nee, dat doet ze niet meer. Er staat een gigantische flatscreen op haar kamer. Kijkt ze nog wel televisie? Nee, maar ze heeft een Franse film op dvd op het kastje liggen. En ze wil heel graag dat mijn vader die van haar leent. Hij vindt dat ze ‘m eerst nog een keer zelf moet kijken.
Als ik de kamer uitloop, zie ik een fotolijstje van een prachtige jonge vrouw op een paard.

Kamer 6
Even een beetje afstand

De man die net uit het ziekenhuis komt is onrustig. Tijdens de intake dwalen zijn woorden en gedachten af. Hij praat met dubbele tong, het liefst over zijn werk. ‘Het ging gewoon niet meer, er kwam te veel op me af. Je doet je best natuurlijk. En nu dacht ik, even een beetje afstand is wel goed, het is goed om gewoon even wat afstand te kunnen nemen.’
Mijn vader reageert kalm, laat zich niet van de wijs brengen. Complimenteert de man met wat hij allemaal al doorstaan heeft. Zegt hem dat het moeilijkste deel nu achter hem ligt. Ondertussen herhaal ik in mijn hoofd dat woord ‘even’. Zou de man het menen? Even wat afstand is binnenkort eeuwig wat afstand, realiseert hij zich dat dan niet?
Mijn vader belt later de huisarts van deze man. Vier maanden geleden werkte hij nog. De afgelopen maanden bevond hij zich tussen witte jassen, dat is nu voorbij. Ook hij heeft uitzaaiingen in de hersenen.

De bandrecorder
Na onze dag in het hospice neemt mijn vader me mee uit eten. Hij wil weten of ik me er iets bij kan voorstellen, werken in de zorg. Of ik begrijp wat de vrijwilligers drijft, vraagt hij. Misschien hoopt hij dat, maar ik moet hem teleurstellen. Ik vertel dat ik alleen betrokken zou kunnen raken bij deze mensen uit egoïsme, omdat ik iets bij hen zou willen halen: hun verhalen. Ik zou niet met de juiste beweegredenen komen, vind ik, niet echt om te helpen, zoals hij. Mijn vader zegt dat egoïsme misschien een gezonde motivatie is, pretentieloos. Ik vraag wat hij er zelf uithaalt: ‘Dat iemand blij is me te zien, omdat ik kan helpen. Die rol, die ligt mij.’
Ik wil weten hoe hij erachter kwam dat hij helpen fijn vindt. Ik ken hem niet anders. Hij vertelt me hoe hij vroeger soms zijn vader, die dominee was, assisteerde. De preek werd elke zondag opgenomen voor dorpsgenoten die er niet bij konden zijn, vooral oude en zieke mensen. ‘Ik liep elke week met onze bandrecorder door het dorp. De ene dag bracht ik de bandrecorder naar de ene zieke en de volgende dag haalde ik hem weer op, spoelde de band terug en ging naar de volgende.’ En al die mensen waren dolblij de zoon van de dominee aan hun deur te hebben.
Even kan ik in mijn vader dat jongetje met de bandrecorder zien. Ik zag in het hospice al dat hij even graag verhalen als medicijnen uitdeelt, misschien wel liever verhalen of in ieder geval aandacht. En als het echt nodig is, natuurlijk een konijn.


De verhalen uit dit artikel zijn gebaseerd op ontmoetingen met hospicebewoners. De verhalen zijn geanonimiseerd en de betrokken bewoners inmiddels overleden.

Mail

Anna van Leeuwen is Hard//hoofd-redactielid, freelance kunstjournalist en schrijft korte verhalen. Ze zou graag een alpaca hebben voor op haar balkon. Alvast bedankt.

XF&M zijn een illustratie duo uit Groningen. Vanuit hun studio/huis werken zij samen aan hun illustraties, laag voor laag, met pen en papier, wat potlood, verf, krijt, inkt, stiften…en misschien nog wat spuitbus…

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

Hoeveel Big Fashion heb jij in de kast hangen?

De dood van Giorgio Armani sluit een hoofdstuk in de mode, maar zegt ook veel over de toekomst van onze kleding. In deze column legt Loïs Blank uit hoe Big Fashion steeds meer terrein weet te winnen in onze kledingkasten. Lees meer

Auto Draft 10

Als je te pletter slaat, dan klinkt dat zo

Midden in de nacht springt een man van een richel. Nee, geen man; een held. En iedereen weet: een man zoals Luciano slaat niet te pletter. In dit korte verhaal van Julien Staartjes bewegen de achterblijvers zich tussen het postuum cancelen of aanbidden van de man met gladde benen en mierzoete tong. Lees meer

De achterblijvers

De achterblijvers

Fietsend over een jaagpad reflecteert Gert-Jan Meyntjens op zijn rol als echtgenoot en vader, en neemt hij je mee op een zoektocht naar wat het betekent om man te zijn. Zonder bitter te worden. Lees meer

Binnen de context van twee

Binnen de context van twee

In haar gedicht onderzoekt Sytske van Koeveringe de betekenis en fascinatie van het getal twee. Via paren, tegenpolen en verbindingen ondervinden twee vrouwen de mogelijkheden van samenzijn. Is er balans in vereniging? Lees meer

Ik sliep rechts

Ik sliep rechts

Daten met iemand aan de andere kant van het politieke spectrum? Naomi Ronner deed het. In dit essay beschrijft ze haar ervaringen. Lees meer

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Rouw is een ongenode gast die steeds op mijn feestjes verschijnt

Altijd aanwezig, maar niet gewenst: Marthe van Bronkhorts rouw reist met haar mee. Lees meer

De kleinste kans

De kleinste kans

Roosje van der Kamp bereidt zich altijd voor op het ergste. Een vreemd plekje op haar huid, opladers in het stopcontact: overal schuilt gevaar. Als ze achter een geheim komt in de familie begrijpt ze beter waar haar angsten vandaan komen. Ze vertelt erover in dit openhartige essay over intergenerationeel trauma. Lees meer

:Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Zomergast Koch: ‘Het is gewoon leuk om mensen iets op de mouw te spelden’

Het plezier van de leugen en de bevrijding van de agressie: volgens Zomergast Herman Koch verfraait iedereen het leven een beetje met leugens. Lees meer

Hondenvoer

Hondenvoer

Een overleden hondje zorgt ervoor dat moeder en dochter in een strijd belanden. Ze willen beiden laten zien wie er meer van het dier gehouden heeft. In dit verhaal van Keet Winter mondt die spanning tussen de twee vrouwen uit in een pijnlijk diner. Lees meer

Hondenvoer 1

It takes an adult to raise a village: Halsema is streng, rechtvaardig, en een tikje autoritair in Zomergasten

De bedachtzame, maar mediagetrainde, Femke Halsema nam ons als Zomergast mee in de bestuurlijke (opvoed)dilemma’s uit haar werk. Als een klassiek ouderfiguur toont ze zich streng en rechtvaardig, maar mist ze óók zelfinzicht op sommige punten. Lees meer

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

Uğur Ümit Üngör stilt in Zomergasten maar zelden onze honger naar menselijkheid en ‘goeie dingen’

‘Uğur Ümit Üngörs fragmenten zijn broodnodige kost voor een samenleving die consequent doet alsof wijdverbreid extreem (staats)geweld een ver-van-mijn-bedshow is.’ Terwijl Zomergast Üngör zichzelf kundig naar de achtergrond werkt, maakt hij duidelijk dat de zomer vele winters verstopt. Met opgewekte grimmigheid vraagt hij ons om ons zorgen te maken over het leed van anderen. Lees meer

Stranding

Stranding

'Ze ligt hier als aanklacht / op het land gespuugd / om de noodzaak tot evenwicht / tussen mens en water te benadrukken.' Angelika Geronymaki trekt je met dit gedicht over zelfbeschikking en milieuvervuiling mee, als de aangespoelde zeemeermin in een sleepnet gevuld met platvissen, sardientjes en haringen, en slingert je vanuit het zure zeewater op een strand met grijpgrage mannenhanden. Lees meer

Zomergasten met Eva Crutzen roept de vraag op of een mooi gesprek genoeg is of dat kijkers toch snakken naar goede televisie.

Zomergast Eva Crutzen zorgde voor een mooi gesprek, maar is dat genoeg?

Na de ideale televisieavond van Eva Crutzen vraagt Hanna Karalic zich af of een mooi gesprek genoeg is voor Zomergasten of dat kijkers toch snakken naar goede televisie. Lees meer

Mijn tweede kutland… 2

Mijn tweede kutland…

Toen Iskra de Vries vanuit Polen naar Nederland verhuisde, bleek dat zij niet van een koude kermis thuiskwam, maar naar een koude kermis vertrokken was. Iskra schrijft een verschroeiend eerlijke break-up brief aan het adres van ons kikkerlandje. Lees meer

Schroot voor de kunstkenner 1

Schroot voor de kunstkenner

Wat doet een beschilderd stuk schroot in het Stedelijk? Waarom ruikt het er opeens chemisch en zoet tegelijk? Het is het werk van Selma Selman, die opnieuw definieert wat kunst is en mag zijn. Ivana Kalaš is onder de indruk – en heroverweegt haar eigen positie. Zoetig en naar ijzer – dat aroma komt op... Lees meer

 1

Een luik naar het verleden

De opa van Emma Stomp vertrok vanuit Curaçao naar Nederland. In haar gedichten observeert ze het gemis dat dat met zich meebrengt. 'Koop een wollen muts tegen de regen en kou, bid tweemaal daags voor je examens, denk aan thuis maar niet te veel, weet dat alles uiteindelijk is voorbestemd.' Lees meer

Die betere wereld wordt al gemaakt

Die betere wereld wordt al gemaakt

Kun je, met alles wat er gebeurt in de wereld, nog gelukkig zijn? Marthe van Bronkhorst vindt het antwoord en ontdekt een boel hoopvolle initiatieven Lees meer

Zomers zwijgen

Volim nas: hoe de taal van de liefde mijn lichaam tot stilte maande

Wat als je vertrouwen in jezelf en je lichaam plotsklaps wordt aangetast door epileptische aanvallen? En tegelijkertijd je vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van je oma ook op losse schroeven komt te staan? In een persoonlijk essay neemt Dorea Laan je in beeldende taal mee in deze zoektocht. Lees meer

Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

[Deadline verstreken] Schrijvers en beeldmakers gezocht voor ‘Harnas’, het achtste Hard//hoofd Magazine!

In welk harnas hul jij je? Stuur voor 14 september je pitch in en draag met een (beeld)verhaal, essay, poëzie of kunstkritiek bij aan het magazine ‘Harnas’. Lees meer

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Misschien voor mezelf, maar niet voor jou

Eva van den Boogaard lijkt op iemand die ze nooit gekend heeft. Via een persoonlijke brief en een angstaanjagende gebeurtenis leert ze hem toch een beetje kennen. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €3 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer