Op een warme zomerdag midden juli hebben we zijn moeder begraven. In een lange sliert zwart tuften we naar het kerkhof. Het was bloedheet in de auto en het stonk er naar bananenmilkshake. Bang om de stilte te doorbreken met zoiets alledaags, durfde ik niet te vragen of het raampje verder open mocht. R. reed, ik zat op de achterbank met zijn twee broers. Bij het instappen had ik de cruciale fout gemaakt voor het midden te kiezen, waardoor ik in iedere bocht me subtiel, doch stevig moest vastgrijpen aan de stoel voor mij, om niet nog meer in de vlezige zij van een van de broers gedrukt te worden. Ik kon hun zweet ruiken. Misschien durfden zij ook niet te vragen of het raampje verder open mocht. Gelukkig droegen we allemaal zwart, dan zag je die kringen toch wat minder. In warme culturen hebben ze dat beter voor elkaar, daar begraven ze met veel bombarie hun overleden geliefden in flodderig wit katoen en daarna is er gezellig rijst met kokoskip. Weer kruiste mijn blik per ongeluk die van zijn vader in de achteruitkijkspiegel. Zijn neusvleugels trilden een beetje. Opnieuw keek hij snel weg, dan terug om te kijken of ik ook had weggekeken. Zo met die ingevallen wangen, leek het net een zenuwachtige stokstaart. Ik fixeerde mijn blik terug op de vogelkak op de voorruit. Mag het raam open, mag het raam misschien open, sorry, maar mag het raampje een paar centimeter verder open? Hoe vaker ik de vraag in mijn hoofd herhaalde, hoe abnormaler die me voorkwam in al zijn trivialiteit. Het stond niet mooi, een begrafenisstoet langs de MacDrive voor een paar bananenmilkshakes, maar klagen over de hitte bij mensen die op het punt staan voor eeuwig afscheid te nemen van hun geliefde vrouw en moeder, dat leek ineens pervers. Of stelde ik me aan? Werd de vraag waarschijnlijk gewoon beantwoordt met een: ‘Natuurlijk mag het raampje verder open.’ Misschien werd er zelfs aan toegevoegd, dat hij het ook gruwelijk warm had. Deze hele situatie, de lijkenwagen voor ons, de hitte, de bananenmilkshakes en de vogelkak, steeg naar mijn hoofd. Natuurlijk mocht het raampje verder open van zijn vader.
- Mag het…
- Kijk uit! Die auto schiet er bijna tussen. Godskolere, zien die teringlijders dan niet dat we… Sjongejonge.
- …verder open?
- Huh?
- Mag het raampje misschien een heel klein beetje verder open?
- Zo?
- Perfect. Ja, helemaal in orde, toppie.
- Zei jij nou net toppie?
- Ik geloof het wel ja. Het spijt me.
- Dat is je gerade. Toppie, vond ze een enorm truttig kut woord. Geen toppie vandaag! Geen toppie.
- Nee, geen toppie.
- Perfectemento, dat zei ze altijd. Eigenlijk hadden we dat op de steen moeten laten beitelen, hè jongens. Hier rust Riet, perfectemento! Geen gedoe. Gewoon zoals normaal. Dat malle gedoe. Iedereen kijkt anders naar me. Ik krijg daar de kriebels van. Gewoon lekker normaal. Broodje kaas, stukje worst, perfectemento.