Ron Gallela is een bloedfanatieke paparazzifotograaf die beroemdheden zoals Jackie Kennedy het leven zuur heeft gemaakt. Toch heeft zijn agressieve benadering beeldschone foto's opgeleverd. Maar zijn ze kunst?
Op bijna iedere foto haast ze zich uit het frame. Zelfs tijdens het zwemmen in de Griekse zee gaat haar gezicht schuil achter een grote zonnebril, en op één foto zien we alleen haar rug, in de verte. Ze draagt soms een trenchcoat met een Hermès-sjaal, dan weer een zijden avondtoilet of een zwarte cape. Zelfs in een t-shirtje ziet ze er chic uit. Naast haar loopt soms een dikke, oudere man met een sigaar. Haar echtgenoot, Aristoteles Onassis.
Jackie
De expositie Jackie: My Obsession in galerie Wouter van Leeuwen in Amsterdam toont de Jackie Kennedy uit de jaren zeventig, Jackie O., zoals ze toen genoemd werd. De moord op JFK was ruim tien jaar oud. Jackie was hertrouwd met de steenrijke Onassis, woonde in Manhattan en had de elegante Chanelpakjes uit haar first lady-periode terzijde geschoven ten faveure van lange broeken, fladderende sjaals en de legendarische Jackie O.-zonnebril. Haar imago van de perfecte echtgenote/moeder was de laatste jaren ook aan slijtage onderhevig – Jackie werd nog steeds gezien als de treurende weduwe toen ze plotseling in het huwelijk trad met een buitenlandse womanizer.
Onassis had onmiddellijk zijn relatie met operazangeres Maria Callas verbroken toen hij Jackie ontmoette: Callas raakte door het liefdesverdriet haar wereldberoemde stem kwijt, wilde niet meer optreden en zou in 1977 eenzaam sterven, wat Jackie niet in dank werd afgenomen. Al deze smeuïge verhalen maakten haar tot een favoriete prooi voor roddelbladen en – vooral – paparazzifotografen. De meest fanatieke van allemaal was Ron Gallela (1931). Galella was berucht om zijn agressieve benadering van de sterren. In 1973 probeerde hij de zeer aan zijn privacy gehechte Marlon Brando te fotograferen bij een restaurant, en in het daaropvolgende gevecht brak Brando Galella’s kaak. Enige tijd later stond Galella tussen de andere fotografen bij een officieel gala waar Brando ook aanwezig was, voor de veiligheid uitgerust met een footballhelm (gevoel voor humor kan hem niet ontzegd worden).
Stalker?
Galella volgde Jackie overal. Niet alleen rondom haar appartement aan Fifth Avenue, maar ook wanneer ze aan het joggen was bij haar buitenhuis en tijdens vakanties op Onassis’ privé-eiland Skorpios, waar hij onderstaande zeldzame foto van een zwemmende Jackie met badmuts wist te schieten. Op een gegeven moment riep de geplaagde Jackie wanhopig tegen haar bodyguard: “Smash his camera!”
Gaandeweg kreeg Galella meer weg van een gestoorde stalker dan een paparazzifotograaf. In de latere rechtszaak, die resulteerde in een verbod voor Galella om op minder dan 150 meter bij Jackie en haar kinderen in de buurt te komen, vertelde ze hoe hij haar in 1970 benaderde tijdens een vakantie in Capri:
“[I encountered him] in a white sailor suit with a little white hat on. He came running along. He yelled at me, 'Hiya, Jackie! Are you surprised to see me here? How do you like me? I've joined the navy!''
De ironie wil dat sommige van de mooiste foto’s van Jackie Kennedy-Onassis door Ron Galella gemaakt zijn. De foto’s zijn vaak wat onscherp omdat ze haastig en van grote afstand zijn genomen, maar haar verschijning lijkt daardoor zelfs een extra dimensie te krijgen. Jackie O. was een zeer mooie en elegante vrouw, en de grofkorrelige beelden van Galella voegen daar nog iets mysterieus aan toe. Misschien wel het meest iconische beeld is de zogenaamde Windblown Jackie, een foto die Galella in 1971 maakte vanuit een rijdende taxi in Manhattan. In de documentaire Smash his Camera (2010) vertelt de fotograaf hoe hij de taxichauffeur liet claxonneren zodat Jackie even omkeek; precies op dat moment drukte hij af. “I call it “the Mona Lisa smile”. I don’t think she knew it was me. That’s why she smiled a little.”
Windblown Jackie heeft een prominente plek in de expositie in Amsterdam, en terecht. Jackie draagt jeans en een simpel shirt met lange mouwen. De wind blaast haar haren voor haar gezicht en ze kijkt de toeschouwer recht aan, met een lieve, inderdaad wat raadselachtige lach. De foto is zo bijzonder omdat het jou, de voyeur, even het gevoel geeft heel dicht bij de wereldberoemde Jackie Kennedy te zijn.
De andere foto’s roepen naast een bepaalde sensatiebelustheid vooral een gevoel van medelijden op. Je ziet een vrouw die voortdurend in haar persoonlijke ruimte wordt aangevallen: ze kon niet in een restaurant zitten zonder dat Galella haar van achter een kapstok fotografeerde, tijdens een wandeling in het park verstopte hij zich achter een boom. Maar deze foto is anders. De geportretteerde is zich er niet van bewust dat ze wordt gefotografeerd, en heeft haar masker even laten vallen. En dat is wat we allemaal willen zien, wanneer we op internet staren naar eindeloze fotoseries van sterren met Jackie-zonnebrillen die uit auto’s stappen, koffie halen of op een terras zitten. We willen tot ze doordringen, we willen de mythe van beroemdheid ontkrachten. Stiekem willen we niets liever dan ze van hun voetstuk zien vallen, de perfectie te zien afbrokkelen. Hoe anders zijn de talloze spreads in roddelbladen te verklaren waarin vrouwelijke celebrities worden gefotografeerd op het strand, met omcirkelde cellulitis en pijltjes naar ieder grammetje buikvet, dit alles onder de gefrustreerde titel: Stars: they’re just like us!
Celebritycultuur
Er is veel veranderd sinds de hoogtijdagen van Galella (die overigens op pensioensgerechtigde leeftijd nog steeds met zijn analoge camera achter Angelina Jolie aanzit). Beroemdheden zijn overal. Door televisieprogramma’s als RTL Boulevard worden we tot in de details op de hoogte gehouden van alle relatieperikelen, zwangerschappen en projecten van onze BN’ers. Op internet kunnen we de bewegingen van internationale sterren minutieus volgen: bijna iedere dag verschijnt er wel een nieuwe fotoserie van Angelina Jolie of Lindsay Lohan – of ze nu de Chanel-boetiek in Parijs verlaten of in New York in een auto stappen: we zijn er bij. De spontaniteit van oudere paparazzifoto’s is echter ver te zoeken. Alle sterren lopen er op straat hetzelfde bij: tot in de puntjes gestyled, immer voorzien van zonnebril en personal assistant om de horde fotografen op afstand te houden.
Ik zag vandaag nog een foto van Victoria Beckham zich over diverse celebrityblogs verspreiden en overal de headlines halen vanwege haar onlangs aangekondigde zwangerschap. Ze schreed volkomen stoïcijns en smetteloos gekleed door Heathrow, op een paar monsterlijk hoge Louboutin-hakken. Zal Victoria at Heathrow over veertig jaar ook in een museum hangen? Of de celebrityfoto’s waar Perez Hilton (voor wie hem niet kent: een soort internet-Galella met een nogal infantiel gevoel voor humor) piemels op tekent?
Omdat een voormalige Spice Girl en de meeste andere hedendaagse celebrity’s niet bepaald zijn gezegend zijn met Jackie’s charisma, ben ik geneigd te zeggen van niet. Maar er is geen houden aan onze drang tot voyeurisme: zelfs het tragische einde van Prinses Diana in een Parijse tunnel in 1997 bracht hier geen verandering in. Op de vlucht voor paparazzi knalde de chauffeur van de Mercedes tegen een betonnen pilaar, en terwijl ambulancepersoneel de prinses uit de verpletterde auto probeerde te halen flitsten de fotografen gewoon door. Tijdens de gigantische uitbarsting van rouw die volgde op de dood van de populaire prinses kregen de paparazzi de schuld van het ongeluk, en het heeft hun reputatie dan ook zeker geen goed gedaan. Toch is de paparazzifotograaf nog alomtegenwoordig, sterker nog, sommigen zien zichzelf als kunstenaars. “There is nothing different from what were are doing today compared with the work of Walker Evans or Helen Levitt.” zei Brad Elterman, medeoprichter van de blog Buzzfoto. Het is zeker waar dat sommige paparazzisnapshots fantastische foto’s blijken te zijn (zoals de onderstaande van Kate Moss, die niet geheel ten onrechte werd vergeleken met een schilderij van Roy Liechtenstein).
Mona Lisa
Een logisch vervolg zou zijn om nu de eeuwige vraag 'IS DIT KUNST?!' te gaan stellen. Het antwoord op die vraag is, zoals meestal, onmogelijk te geven. Daarnaast vind ik het niet zo interessant: exceptioneel goede foto’s, of ze nu door een bottomfeeder als Ron Galella zijn gemaakt of door Richard Mapplethorpe, mogen en horen in een museum, galerie of bij iemand aan de muur.
Ingewikkelder wordt het wanneer we bedenken dat degene op de foto vaak tegen zijn of haar wil is geportretteerd. Maar uiteindelijk gaat het niet om dit morele bezwaar: wie beroemd wordt, krijgt de paparazzi er nu eenmaal gratis bij. Veel sterren maken daar ook dankbaar gebruik van. Wat sommige van deze foto’s zo bijzonder maakt, is naast de esthetiek van een goede compositie of mooie lichtval, de krankzinnigheid van de maker. Want in feite ís het compleet gestoord om er je levensvervulling van te maken bepaalde mensen overal te achtervolgen en op alle mogelijke manieren te fotograferen – daar zit in sommige gevallen misschien wel dezelfde maniakale gedrevenheid achter, als bij een “echte” kunstenaar. De paparazzifotograaf ontstijgt zonder het te weten zijn banale omstandigheden, en maakt als hij geluk heeft, voor één keer in zijn leven een beeld dat poëzie wordt, dat de eeuwigheid zal trotseren. En die beelden koesteren we als hedendaagse Mona Lisa’s. Ron Galella maakte van Jackie O. zijn Mona Lisa. Zij maakte van hem een kunstenaar.