Dit is de reactie op Elons brief van vorige week.
Amsterdam, 26-11-2009
Lieve Elon,
Ik breek mij het hoofd over wat ik moet met je opsomming van 'onbaatzuchtigen'. De leraren op de probleemscholen, verplegers in verzorgingstehuizen, sociale werkers in achterstandsbuurten, opvangcentra, blijf-van-m’n-lijf-huizen, psychiatrische instellingen, bejaardentehuizen. Moet ik mij schuldig voelen? Dat ik niet dergelijk werk doe, maar achter een laptop een stukje zit te schrijven? Of moet ik hen dankbaar zijn? Dat ze het werk doen dat ik niet doe? Of moet ik hen alleen prijzen voor hun inzet en opoffering?
Maar zijn deze mensen onbaatzuchtig? Wat betekent dat? Dat ze hun werk doen uit puur altruïsme? Nee, ze willen ook gewoon een boterham verdienen, simple as that. Het zijn geen heiligen. Tuurlijk, er zijn mensen met een roeping, die iets doen, omdat ze zich daartoe verplicht voelen. Die mensen heb je. En er zijn mensen met een passie. Die doen iets puur en alleen omdat ze er genoegen in scheppen. Maar er zijn denk ik ook mensen die dingen doen, ‘gewoon’ omdat het nu eenmaal is wat ze doen. Soms is het leuk, soms strontvervelend. Soms is het bevredigend en soms oersaai. Maar het is bovenal gewoon werk. Is het niet ook een beetje vreemd om, enkel en alleen omdat jij en ik dat niet doen, omdat jij en ik dagen doorbrengen in bibliotheken, iedereen die in de zorg, of in het onderwijs werkt meteen als heiligen te bestempelen?
Begrijp me niet verkeerd: ik heb waardering en bewondering voor mensen die belangrijk en vaak onzichtbaar werk doen. Die dat doen zonder zichzelf daarvoor op de borst te kloppen. Maar is een andere passie, bijvoorbeeld muziek maken, onderzoek doen of voor mijn part boekhouden, minder belangrijk, omdat het zich niet afspeelt in ‘de periferie van onze samenleving’? Ik schat mijzelf in als een tamelijk slechte leraar voor probleemkinderen, een rampzalige ziekenverzorger en een twijfelachtige sociaal werker. Dat betekent niet dat het mij niets kan schelen. Integendeel, het kan mij heel veel schelen. Ik ben alleen niet de man voor de klus. Maakt mij dat bang, trots, ijdel, gierig of egoïstisch? Wij, of laat ik voor mijzelf spreken, ik ben goed in andere dingen en het is mijn passie om die dingen naar beste kunnen te doen. We kunnen niet allemaal in een opvangcentrum werken. Ik ken mensen die wel lesgeven aan probleemkinderen en wiens passie het wel is om te werken met drugsverslaafden. Die mensen vertrouw ik dat werk toe.
En, tot slot, hoezo willen die mensen niet bij Matthijs van Nieuwkerk zitten? Ze willen wel bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel. Iedereen wil bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel, ondanks het feit dat hij steeds en aan iedereen dezelfde vragen stelt. Dat ze niet gevraagd worden, betekent nog niet dat ze de erkenning niet op prijs zouden stellen. Dat ze niet dolgraag met hun kop op TV zouden willen. Zo onbaatzuchtig is per slot van rekening niemand.
Ik kijk uit naar je antwoord.
Liefs,
Melle