Bij Snelders blinkt de piano van het poetsen en de handen van de vijftigjarige eigenaar zijn door ouderdom stram geworden. Wat gebeurt er als een twintiger op bezoek komt om de Bösendorfer te bezichtigen? Met ‘Bösendorfer’ won Nick De Weerdt Het Rode Oor 2023, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren.
Aandachtig neem ik het advertentiebord aan de uitgang van de Albert Heijn in me op, terwijl ik de afgerekende wokmix en mie-noedels in mijn armen klem. Wanneer mijn blik op de foto valt, gun ik mezelf zoals altijd drie leugens. Onder de foto staan slechts twee woorden vermeld: te koop. Het mysterie spreekt me meer aan dan de gedrongen kamervleugelpiano. Hoewel het instrument centraal in beeld staat, geven de randen nog genoeg van het interieur prijs. Onder de vleugel ligt een handgeknoopt tapijt en tegen de achterliggende muur staat een olieverfschilderij, waarop in grove verfstroken een geklede man een naakte vrouw omhelst. Met mijn vrije hand wrik ik de duimspijkers los en prop de foto snel in mijn achterzak. Een piano heb ik nog nooit gehad.
Thuis bel ik het nummer. Ik heb de boodschappen net op het keukenaanrecht laten vallen wanneer er wordt opgenomen. Mijn adamsappel wipt op als ik slik.
‘Snelders.’ De begroeting klinkt al even spaarzaam als de annonce. De doorrookte stem noopt me ogenblikkelijk tot mijn eerste leugen.
‘Ik heb interesse in de vleugel.’
‘Het is een Weense Bösendorfer.’ De stem verstrakt. Ik word op de vingers getikt.
‘Mag ik hem bezichtigen?’
‘Dat spreekt voor zich.’ We spreken een datum af. Een voornaam blijft me verschuldigd.
Zodra Snelders de deur opentrekt en de geur van het appartement me in m’n gezicht slaat, weet ik dat ik hem zal bezitten. Het is een ingewikkeld parfum van sandelhout en kruidnagel verscholen onder ouderwetse bijenwas. Snelders is groot, midden vijftig en heeft zijn grijze haren achterover gekamd met pommade. Hij is stijlvol gekleed in een los T-shirt met daarover een wollen vest. Zijn borstelige wenkbrauwen en lange, haast vrouwelijke wimpers leiden de aandacht af van de rimpels langs zijn ogen. We nemen elkaar op in de inkomhal totdat het ongemakkelijk wordt. Snelders bevochtigt met het scherpe puntje van zijn tong zijn gesprongen lippen. Uiteindelijk schudden we handen en zijn krachtige greep doet het bloed in mijn slapen kloppen.
‘Ze staat in de achterkamer. Volg me maar.’ Bij elke pas wiegen zijn heupen uitnodigend. Ik sluit de voordeur en ga hem achterna.
‘Ze staat in de achterkamer. Volg me maar.’
Snelders zit op de pianokruk met zijn mouwen opgestroopt en speelt een compositie die ik uit een film herken. Hij voert het tempo moeiteloos op totdat de muziek hem volledig opslokt. Het gunt me de kans om onbeschaamd rond te kijken. De vleugel is vakkundig opgeboend. Het oppervlak weerspiegelt vrolijk de bewolkte hemel die door het enige raam binnenvalt. Verstopt achter een poot ontdek ik een microvezeldoek en een flesje houtolie.
Het is de kamer van de advertentie. De naakte vrouw op het schilderij staart me spottend aan. Ik leun met mijn rug tegen de muur en tik de maat mee op de lambrisering. Snelders stopt abrupt. Het spel heeft hem ontdooid. Een blos kleurt zijn wangen.
‘Ze is onlangs volledig gerestaureerd: snaren, dempers, hamers, … de hele reutemeteut. De originele ivoren en ebbenhouten toetsen werden natuurlijk behouden. Ze bezit een absolute klank. Wilt u proberen?’ Ik grijns en stap op de vleugel af.
‘Waarom neem je er afscheid van?’ Ik heb me naast Snelders op de kleine pianokruk gezet. De hitte van zijn lichaam springt naar me over. Ik kijk hem aan, maar mijn handen blijven roerloos in mijn schoot liggen.
‘De ouderdom haalt me in,’ lacht hij vergoelijkend, ‘mijn vingers worden stram.’ Snelders haalt zijn schouders op. ‘Probeer maar,’ nodigt hij me nogmaals uit. In plaats daarvan vertel ik mijn tweede leugen.
‘Ik heb je horen spelen. Dat volstaat.’ Ik leg mijn hand bovenop de zijne. Een zenuw trilt gespannen, maar Snelders trekt niet weg. Samen slaan we een zware toon aan. ‘Ik zou maar wat klungelen,’ zeg ik nog terwijl ik verlegenheid veins. Ik buig me naar hem toe, maar hij deinst terug en ik schamp langs zijn kaak. Mijn geopende mond vindt zijn oorschelp. Ik adem in korte, staccato stoten; probeer nog een keer. Deze keer past Snelders zijn ademhaling aan mijn ritme aan. Zijn mondhoek trilt en zijn ogen sluiten.
Ik negeer de veiligheidswaarschuwingen en breng de vloeistof gul aan
Snelders is bang om doorprikt te worden. Hij pruttelt dat het zijn eerste keer is, maar ik lees uitsluitend lust in zijn ogen. We liggen languit op het tapijt met de Bösendorfer als dak boven onze hoofden. Onze broeken hebben we tot aan onze knieën afgeschud. Zijn onbehaarde lichaam ruikt naar rozenzeep. Ik spuug tussen Snelders’ bilnaad en smeer het speeksel open, waarbij mijn wijsvinger vlot binnenglijdt. Toch reikt hij me van over zijn schouder het flesje houtolie aan. Ik negeer de veiligheidswaarschuwingen en breng de vloeistof gul aan rond mijn pik. Hij glimt als een aal. De olie tintelt.
Snelders weet niet hoe hij zijn sluitspier moet ontspannen – dat hij eigenlijk moet persen – dus doet het pijn. Zijn kreet weerkaatst op de onderbuik van de piano en maakt me enkel harder. Ik kwijl op zijn wollen vest. Mijn gekromde rug bonkt tegen het glimmende hout en laat een zweetafdruk achter. Snelders omklemt met beide handen een pianopoot. Door de schokken valt de klavierklep met een harde knal dicht. Als Snelders zich geschrokken opricht, druk ik hem met de derde leugen terug neer:
‘Ik heb dit nog nooit gedaan.’
Nick De Weerdt woont met zijn echtgenoot en hun pleegzoon in Antwerpen. Hij behaalde een Master Nederlands aan de Universiteit Antwerpen en werkt als leerkracht in het buitengewoon onderwijs. In de late avonduren sleutelt hij aan zijn debuutroman. Ander kort werk verscheen o.a. in/op Kluger Hans, De Optimist en Tijdschrift Ei.
Guus Møystad (1992) is een kunstenaar, schrijver en storyteller. Hij is een chaotische mengelmoes van identiteiten, die door zijn kindertijd in Beiroet, internationale school in Oslo, wortels in Maastricht en familie in Brussel, nooit helemaal tot rust zijn gekomen. Deze mengelmoes drukt hij in het mooiste mengelmoes-medium aller tijden uit: strips. Hij is geïnteresseerd in en geïnspireerd door politiek, geschiedenis, fantasie, utopie, lichamen en identiteit.